Zakupy spożywcze i nie tylko

 0    109 Datenblatt    janjankowski31
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
de supermarkt/de supermarkten
Lernen beginnen
supermarket(y).
alstublieft
Lernen beginnen
proszę
de rekening
Lernen beginnen
rachunek
de markt/ de markten
Lernen beginnen
rynek(-y).
de winkel
Lernen beginnen
sklep
Anders nog iets?
Lernen beginnen
Coś jeszcze?
Kan ik betalen?
Lernen beginnen
Czy mogę zapłacić?
de boodschappen
Lernen beginnen
zakupy
graag
Lernen beginnen
chętnie, proszę
de bakker, de bakkers / de bakkerij
Lernen beginnen
piekarz, piekarze / piekarnia
de slager (slagers) / de slagerij
Lernen beginnen
rzeźnik (rzeźnicy)
de groenteman / de groentewinkel
Lernen beginnen
warzywniak
de kraam
Lernen beginnen
stoisko
de groenten
Lernen beginnen
warzywa
fruit
Lernen beginnen
owoce (ogólnie, jako kategoria)
de vrucht / de vruchten
Lernen beginnen
owoc / owoce (jako przedmiot)
de tomaat/de tomaten
Lernen beginnen
pomidor/pomidory
de appel / de appels
Lernen beginnen
jabłko / jabłka
de paprika-de paprika's
Lernen beginnen
papryka-papryki
de ui / de uien
Lernen beginnen
cebula / cebule
de citroen - de citroenen
Lernen beginnen
cytryna — cytryny
de komkommer, de komkommers
Lernen beginnen
ogórek, ogórki
de bloemkool / de bloemkolen
Lernen beginnen
kalafior / kalafiory
de peer - de peren
Lernen beginnen
gruszka — gruszki
de aardappel / de aardappelen
Lernen beginnen
ziemniak / ziemniaki
de ananas, de ananassen
Lernen beginnen
ananas, ananasy
de wortel, de wortelen
Lernen beginnen
marchewka, marchewki
de banaan- de bananen
Lernen beginnen
banan - banany
de sla
Lernen beginnen
sałata
de champignons
Lernen beginnen
grzyby / pieczarki
de druif - de druiven
Lernen beginnen
winogrono — winogrona
de aardbei, de aardbeien
Lernen beginnen
truskawka, truskawki
de prei, de preien
Lernen beginnen
por, pory
de sinaasappel, de sinaasappelen
Lernen beginnen
pomarańcza, pomarańcze
de krop sla
Lernen beginnen
główka sałaty
de knoflook
Lernen beginnen
czosnek
het fruitsap
Lernen beginnen
sok owocowy
de kaas - de kazen
Lernen beginnen
ser – sery
het brood
Lernen beginnen
chleb
de melk
Lernen beginnen
mleko
de vis
Lernen beginnen
ryba
de boter
Lernen beginnen
masło
de boterham
Lernen beginnen
kanapka
het ei, de eieren
Lernen beginnen
jajko, jajka
het broodje, de broodjes
Lernen beginnen
bułka, bułeczki
krentenboolen
Lernen beginnen
bułeczki porzeczkowe
het gehakt
Lernen beginnen
mięso mielone
de ham
Lernen beginnen
szynka
anderhalf
Lernen beginnen
półtora
twee kilo bananen
Lernen beginnen
dwa kilogramy bananów
pond
Lernen beginnen
funt (ok. pół kilo)
1 pond tomaten
Lernen beginnen
1 funt pomidorów
vier kilo sinaasappelen
Lernen beginnen
cztery kilogramy pomarańczy
Gebruiken
Lernen beginnen
Używać
de verkoper, de verkoopster
Lernen beginnen
sprzedawca, sprzedawczyni
de klant, de klanten
Lernen beginnen
klient, klienci
Wilt u een tasje?
Lernen beginnen
Czy chce pan torebkę?
de aanbieding, in de aanbieding
Lernen beginnen
oferta, w ofercie
de poelier (winkel)
Lernen beginnen
drobiarz (sklep)
de kip
Lernen beginnen
kurczak
de kipfilet
Lernen beginnen
filet z kurczaka
de kippenpoot / de kippenbout
Lernen beginnen
udko z kurczaka
de kalkoen
Lernen beginnen
Indyk
het vlees
Lernen beginnen
mięso
het varkensvlees
Lernen beginnen
mięso wieprzowe
het rundvlees
Lernen beginnen
wołowina
het lamevlees
Lernen beginnen
mięso jagnięce
het gehakt
Lernen beginnen
mięso mielone
de rollade
Lernen beginnen
rolada
de salami
Lernen beginnen
salami
de cervelaat
Lernen beginnen
cervelat
de paté
Lernen beginnen
pasztet
het wit(brood)
Lernen beginnen
biały (chleb)
het bruin(brood)
Lernen beginnen
brązowy (chleb)
het volkoren(brood)
Lernen beginnen
pełnoziarnisty (chleb)
het stokbrood
Lernen beginnen
bagietka
de krentenbol
Lernen beginnen
bułka porzeczkowa
de taart
Lernen beginnen
ciasto
de cake
Lernen beginnen
ciasto
de vlaai
Lernen beginnen
jakieś tam ciasto
de stroopwafel
Lernen beginnen
stroopwafel
de koekjes
Lernen beginnen
ciastka
de boontjes
Lernen beginnen
fasolki
de snijbonen
Lernen beginnen
fasolka szparagowa
de spinazie
Lernen beginnen
szpinak
de andijvie
Lernen beginnen
endywia
de courgette
Lernen beginnen
cukinia
de mandarijn, mandarijnen
Lernen beginnen
mandarynka, mandarynki
de kers - de kersen
Lernen beginnen
wiśnia — wiśnie
de framboos, de frambozen
Lernen beginnen
malina, maliny
de meloen, de meloenen
Lernen beginnen
melon, melony
de kiwi, de kiwi's
Lernen beginnen
kiwi, kiwi
jonge (kaas)
Lernen beginnen
młody (ser)
belegen (kaas)
Lernen beginnen
dojrzały (ser)
oude (kaas)
Lernen beginnen
stary (ser)
geraspte kaas
Lernen beginnen
tarty ser
geitenkaas
Lernen beginnen
kozi ser
het bier
Lernen beginnen
piwo
de rode wijn
Lernen beginnen
czerwone wino
de witte wijn
Lernen beginnen
białe wino
de rosé wijn
Lernen beginnen
wino różowe
de port
Lernen beginnen
Porto (wino)
de jenever
Lernen beginnen
dżin
het wc-papier
Lernen beginnen
papier toaletowy
de suiker
Lernen beginnen
cukier
de olie
Lernen beginnen
olej
de vuilniszakken
Lernen beginnen
worki na śmieci
de afbeelding
Lernen beginnen
wizerunek
de worst, de worsten
Lernen beginnen
kiełbasa, kiełbasy

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.