zdania 31-60

 0    30 Datenblatt    mlodawskaneta
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Ile to kosztuje?
Lernen beginnen
Hoeveel kost dit?
Gdzie kupujesz chleb?
Lernen beginnen
Waar koop je brood?
Kiedy wyjeżdżasz?
Lernen beginnen
Wanneer vertrek jij?
Kto ci pomaga?
Lernen beginnen
Wie helpt jou?
Jak długo tu zostaniesz?
Lernen beginnen
Hoe lang blijf jij hier?
Co teraz czytasz?
Lernen beginnen
Wat lees jij nu?
Jak dostajesz się do szkoły?
Lernen beginnen
Hoe kom jij naar school?
Z kim wychodzisz?
Lernen beginnen
Met wie ga jij uit?
Na co czekasz?
Lernen beginnen
Waar wacht jij op?
Dlaczego zamykasz drzwi?
Lernen beginnen
Waarom sluit jij de deur?
Jak często uprawiasz sport?
Lernen beginnen
Hoe vaak sport je?
Co mówisz?
Lernen beginnen
Wat zeg jij?
Na co patrzysz?
Lernen beginnen
Waar kijk je naar?
Jak się czujesz?
Lernen beginnen
Hoe voel jij je?
Kiedy jesz kolację?
Lernen beginnen
Wanneer eet jij avondeten?
Dlaczego uczysz się niderlandzkiego?
Lernen beginnen
Waarom leer je nederlands?
Jak podróżujesz do pracy?
Lernen beginnen
Hoe reist u naar uw werk?
Co tam piszesz?
Lernen beginnen
Wat schrijf jij daar?
Nigdy się nie spóźniasz.
Lernen beginnen
Jij komt nooit te laat.
To jest trudne.
Lernen beginnen
Het is moeilijk.
To ćwiczenie jest łatwe.
Lernen beginnen
Deze oefening is makkelijk.
Jesteś miły.
Lernen beginnen
Jij bent aardig.
Mój dziadek jest stary.
Lernen beginnen
Mijn opa is oud.
Ona jest sprawna i silna.
Lernen beginnen
Zij is fit en sterk.
Pogoda jest ładna.
Lernen beginnen
Het weer is mooi.
Dziś jest brzydka pogoda.
Lernen beginnen
Vandaag is het slecht weer.
Ulica jest zatłoczona.
Lernen beginnen
De straat is druk.
Jesteś mądry.
Lernen beginnen
Jij bent slim.
Moja torba jest ciężka.
Lernen beginnen
Mijn tas is zwaar.
Butelka jest pusta.
Lernen beginnen
De fles is leeg.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.