→ ZDANIA;-) Do10 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
het is mijn plicht om Lernen beginnen		to jest mój obowiązek
of hij me wel echt mag? Lernen beginnen		czy on mnie naprawdę lubi?
een gunstige gelegenheid Lernen beginnen		korzystna okazja
voor alles Lernen beginnen		przede wszystkim
talen onderwijzen/ talen doceren Lernen beginnen		język nauczania / nauka języka
dat is hoe de zaak ervoor staat Lernen beginnen		tak to wygląda
in de ware zin van het woord Lernen beginnen		w prawdziwym tego słowa znaczeniu
een krommelijn Lernen beginnen		linia krzywa
een zacht geluid Lernen beginnen		miękki dźwięk, cichy szmer
bij het zien van Lernen beginnen		po obejrzeniu, na widok
waar gaat het over? Lernen beginnen		o co chodzi? na czym to polega
de minuut Lernen beginnen		co do minuty
benodigde Lernen beginnen		wymagany, potrzebnych
in geen geval Lernen beginnen		w żaden sposób
een gekke vent =een gekke kerel Lernen beginnen		szalony facet = szalonego faceta
iets voor kennisgeving aannemen/ ergens nota van nemen Lernen beginnen		brać niczego za pewnik / gdzieś biorą pod uwagę/ przyjąć coś do wiadomości
beveilig tegen Lernen beginnen		zabezpieczyć przed/chroniony przed
de hoorn neerleggen /erop leggen Lernen beginnen		odłożyć słuchawkę/ rozłączyć
niet duwen! Lernen beginnen		nie poganiaj!/ Nie pchać się!
het ergert me dat je snurkt Lernen beginnen		denerwuje mnie to, że chrapiesz
gewent zijn om/ de gewoonte hebben Lernen beginnen		są przyzwyczajeni do / mają przyzwyczajenie
een teken geven Lernen beginnen		dać znak
van belang zijn Lernen beginnen		zaważać
hou het kort Lernen beginnen		streszczaj się
hoewel het al laat was Lernen beginnen		chociaż było już późno
gunstige Lernen beginnen		korzystny
vol ideeen Lernen beginnen		pełna pomysłów
ijverig Lernen beginnen		gorliwie, pracowity
in zijn slaaap Lernen beginnen		we śnie
dat gaat u niets aan Lernen beginnen		to pana nie obchodzi
dat is niet zijn sterkste kant Lernen beginnen		że nie jest jego mocną stroną
in veiligheid brengen Lernen beginnen		bezpieczeństwo, uchronić
een snee brood Lernen beginnen		kromka chleba
of hij wel waarheid spreekt Lernen beginnen		czy on w ogóle prawdę mówi
diep / vast slapen Lernen beginnen		głęboko / twardo spać
op dit gebied Lernen beginnen		w tej dziedzinie
woedend worden Lernen beginnen		być wściekły, wściekać się
vorige keer Lernen beginnen		ostatni raz
laatse keer Lernen beginnen		ostatni raz
in aanwezigheid van Lernen beginnen		w obecności
een slechte lucht/ een naar luchtje Lernen beginnen		nieprzyjemny zapach
nasturen/ nazenden s.v.p Lernen beginnen		proszę dosłać/ przekierowanie proszę
streng verboden Lernen beginnen		surowo zabronione
eerlijk gezegd Lernen beginnen		szczerze mówiąc
ik kan hem niet uitstaan Lernen beginnen		Nie mogę go znieść
met vlijt /met ijver Lernen beginnen		z należytą starannością
buiten adem Lernen beginnen		zdyszany, bez tchu
doornat Lernen beginnen		przemoczony do suchej nitki
met geweld Lernen beginnen		siłą, z przemocą
uit het oog verliezen Lernen beginnen		przepaść/stracić z oczu
er is niets veranderd Lernen beginnen		nic się nie zmieniło, wszystko po staremu
ik haal dat/ ik heb dat gehaald Lernen beginnen		przyniosłem to
boven het gemiddelde Lernen beginnen		powyżej średniej, ponad przeciętna
onder één voorwaarde Lernen beginnen		pod jednym warunkiem
bij het invallen van de duisternis Lernen beginnen		przy zapadającym zmroku
ik vermoed dat hij oud is Lernen beginnen		Podejrzewam, że jest stary
houd je vast/ hou je vast Lernen beginnen		trzymać cię / trzymać
vertrouwt u daarop! Lernen beginnen		proszę na tym polegać!
inderdaad Lernen beginnen		rzeczywiście, w istocie
twee keer zo veel/ twee maal zo veel Lernen beginnen		dwa razy tyle / drugie tyle
ik voel me beroerd/ziek/niet lekker/ niet goed Lernen beginnen		Czuję się źle, chory/ nie dobre / nie dobrze
aanbiddelijk Lernen beginnen		godny podziwu, cudowny, boski
aandoenlijk Lernen beginnen		wzruszający,
aandoenlijkheid Lernen beginnen		uczuciowość (patos- wniosłość)
zes weken aaneen Lernen beginnen		Sześć kolejnych tygodni
een beetje geduld Lernen beginnen		trochę cierpliwości
zij was door die woorden aangedaan Lernen beginnen		wzruszyły ja te słowa
van boven Lernen beginnen		z góry
met winst verkopen Lernen beginnen		sprzedać z zyskiem
op de vroege ochtend / op de vroege morgen Lernen beginnen		wczesnym rankiem / wcześnie rano
dat kan zijn Lernen beginnen		to jest możliwe
na achteren Lernen beginnen		do tyłu
Ik heb een takeldienst nodig Lernen beginnen		Potrzebna mi jest pomoc drogowa
iemand / de een of ander / wie dan ook Lernen beginnen		ktoś / jedna lub druga / ktokolwiek
zoals gewoonlijk Lernen beginnen		jak zwykle/ jak zazwyczaj
ernstig ziek Lernen beginnen		poważnie chory
zo veel mogelijk Lernen beginnen		możliwie jak najwięcej
niets belangrijks Lernen beginnen		nic ważnego
onderaan de bladzijde Lernen beginnen		u dołu strony, na tej stronie na dole / na dole tej strony
vele groeten van mij aan Lernen beginnen		moc pozdrowień ode mnie dla
ik herinner me, dat Lernen beginnen		Pamiętam, że
in slaap gevallen zijn Lernen beginnen		zasnęli/ zapaść w sen
ten einde lopen / ophouden Lernen beginnen		kończyć się
het is hier gezellig Lernen beginnen		tutaj jest przytulnie
het gaat een beetje beter / ik voel me een beetje beter Lernen beginnen		czuję się trochę lepiej
voor de lol Lernen beginnen		dla zabawy
enige tijd geleden Lernen beginnen		jakiś czas temu
Is het nog ver? Lernen beginnen		Czy to daleko?
ik kan er niets aan doen Lernen beginnen		Nie mogę na to poradzić
een zachtgekookt ei Lernen beginnen		jajko na miękko
geen van beiden Lernen beginnen		żaden z dwóch
hij is nog niet terug Lernen beginnen		On jeszcze nie wrócił
een groot verschil / een groot onderscheid Lernen beginnen		duża różnica / wielka różnica
ik voel mij niet goed Lernen beginnen		Nie czuję się dobrze
een nieuwtje horen / een nieuwtje vernemen Lernen beginnen		dowiadywać się nowości
dat hangt van hem af Lernen beginnen		To zależy od niego
het is in je eigen belang Lernen beginnen		jest to w twoim najlepszym interesie/ to twój interes
Ik ben flauwgevallen. Lernen beginnen		Zemdlałem.
dat spreekt vanzelf Lernen beginnen		to jest oczywiste, to się rozumie samo przez się
op de stoep / langs de straat Lernen beginnen		na chodniku, wzdłuż ulicy /na brzegu ulicy
gewend zijn om / de gewoonte hebben Lernen beginnen		są stosowane / mają zwyczaj
iets voor kennisgeving aannemen / ergens nota van nemen Lernen beginnen		brać niczego za pewnik / gdzieś biorą pod uwagę/ przyjąć coś do wiadomości
uit ervaring Lernen beginnen		z doświadczenia
Hij belt op zodra hij een beetje tijd heeft. Lernen beginnen		Zadzwoni jak tylko będzie miał trochę czasu.
tegen de stroom in zwemmen Lernen beginnen		płynąć pod prąd
moeite hebben met Lernen beginnen		mają trudności z/ Mieć trudność z
een slechte afloop hebben Lernen beginnen		źle się zakończyć
kort en goed / kort gezegd Lernen beginnen		krótki i dobry / jednym słowem / reasumując
de vijf zinnen / de vijf zintuigen Lernen beginnen		pięć zmysłów / pięciu zmysłów
dat is meer dan voldoende / dat is meer dan genoeg Lernen beginnen		to więcej niż wystarczająco, / co jest więcej niż wystarczająco/ to w zupełności wystarczy
Het was al laat. Toch is hij nog gebleven. Lernen beginnen		Było już późno. Mimo to nadal pozostał.
Ik wil graag een verklaring afleggen. Lernen beginnen		Chciałbym złożyć oświadczenie/ zeznanie
verstandig praten Lernen beginnen		mówić z sensem
De reis was wel mooi, maar te vermoeiend. Lernen beginnen		Podróż była piękna, ale zbyt męczące/ wyczerpujaca
een aannemelijke reden Lernen beginnen		prawdopodobna przyczyna/ uzasadniony / przekonywujący powód
de neus snuiten Lernen beginnen		dmuchanie nosa, wycierać sobie nos
Er is een bewaakte parkeerplaats hier in de buurt. Lernen beginnen		Znajduje się strzeżony parking w pobliżu.
met de beste bedoelingen Lernen beginnen		z najlepszymi intencjami/ zamiarami
een kring vormen Lernen beginnen		tworzyć okrąg
om toestemming vragen Lernen beginnen		prosić o pozwolenie
Je spreekt zo zacht – spreek toch niet zo zacht! Lernen beginnen		Mówisz tak cicho - nie mów tak cicho!
Hij komt ofwel vanavond of morgenvroeg Lernen beginnen		On przyjedzie albo dziś wieczorem lub jutro rano
stoor ik? Lernen beginnen		przeszkadzam?
op een teken wachten Lernen beginnen		czekając na znak
op de eerste plaats staan / bovenaan staan Lernen beginnen		stać na czele/ na pierwszym miejscu stać
kritiek uitoefenen Lernen beginnen		krytykować
eigenlijk Lernen beginnen		faktycznie/ w gruncie rzeczy
een aangename geur Lernen beginnen		przyjemny zapach
daar zorg ik voor / daar zorg ik wel voor Lernen beginnen		ja się o to zatroszczę
vooruit / vooraf / bij voorbaat Lernen beginnen		do przodu / do przodu / uprzednio/ z góry
het ziet eruit, of we regen krijgen Lernen beginnen		wygląda na to, czy mamy deszcz/ wygląda na deszcz

ZDANIA;-) do10

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr