→ Zwroty 1 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen

Frage		Antworten
Spreekt u Engels? Lernen beginnen		Czy mówisz po angielsku?
Spreekt u Nederlands? Lernen beginnen		Czy mówi pan po niderlandzku?
Ik spreek niet goed Nederlans. Lernen beginnen		Nie mówię dobrze po niderlandzku
Ik spreek maar een beetje Nederlands Lernen beginnen		mówię po niderlandzku tylko trochę
Spreek u langzaam, alstublieft. Lernen beginnen		Proszę mówić powoli
Ik spreek geen Nederlands, maar ik versta enkele woorden Lernen beginnen		Nie mówię po niderlandzku ale rozumiem pojedyncze słowa
Ik spreek Duits. Lernen beginnen		mówię po niemiecku.
Kunt je dat herhalen? Lernen beginnen		Czy możesz powtórzyć?
Ik begrijp het niet. Lernen beginnen		nie rozumiem
Kun je het laatste woord herhalen? Lernen beginnen		Czy możesz powtórzyć ostatnie słowo
Ik weet het niet. Lernen beginnen		nie wiem
kunt u dat opschrijven? Lernen beginnen		możesz to zapisać?
Hoe gaat het?/Hoe gaat het met jou Lernen beginnen		jak się masz?
goed, bedankt. Lernen beginnen		Dziękuję mam się dobrze
Hoe heet je? Lernen beginnen		Jak się nazywasz?
Ik heet Sylvia. Lernen beginnen		Mam na imię Sylwia
Ik ben Sylwia Faltin. Lernen beginnen		Nazywam się Sylwia Faltin.
Kun je dat spellen? Lernen beginnen		Czy możesz to przeliterować?
Ik kom uit Polen. Lernen beginnen		Jestem z Polski.
waar woon je? Lernen beginnen		gdzie mieszkasz?
Ik woon in Ospel. Lernen beginnen		mieszkam w Ospel.
Sinds waaner woon je in Ospel. Lernen beginnen		Od kiedy mieszkasz w Ospel?
Kun je mij helpen? Lernen beginnen		Czy mógłbyś mi pomóc?
Bedankt voor je hulp. Lernen beginnen		dziękuję za pomoc.
Ik zou hem willen leren kennen. Lernen beginnen		Chciałabym go poznać.
Aangenaam. / Prettig met je kennis te maken. Lernen beginnen		Miło cię poznać.

zwroty 1

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr