→ Zwroty → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
Jestem... Jestem Marek Lernen beginnen		Ik ben... Ik ben Marek
Nazywam się... Nazywam się Marek Nowak Lernen beginnen		Ik heet... Ik heet Marek Nowak
Jestem z... Jestem z Polski Lernen beginnen		Ik kom uit... Ik kom uit Polen
Mieszkam w... Mieszkam w Enkhuizen Lernen beginnen		Ik woon in... Ik woon in Enkhuizen
Pracuję w... Pracuję w szkole podstawowej Lernen beginnen		Ik werk bij... Ik werk bij de basisschool
Mówię po... Mówię po Polsku Lernen beginnen		Ik spreek... Ik spreek Pools
Kim jesteś? Lernen beginnen		Wie ben jij?
Jak się nazywasz? Lernen beginnen		Hoe heet jij?
Skąd pochodzisz? Lernen beginnen		Waar kom jij vandaan?
Gdzie mieszkasz? Lernen beginnen		Waar woon jij?
Gdzie pracujesz? Lernen beginnen		Waar werk jij?
W jakim języku mówisz? Lernen beginnen		Welke taal spreek jij?
Co mówisz? Lernen beginnen		Wat zeg je?
Czy jesteś gotowy? Lernen beginnen		Zijn jullie klaar?
Czy to było trudne? Lernen beginnen		Was het moeilijk?
Czy to było łatwe? Lernen beginnen		Was het makkelijk?
Czy możesz mówić wolniej? Lernen beginnen		Wilt u rustiger praten?
Nie mówię jeszcze po niderlandzku Lernen beginnen		Ik spreek nog geen Nederlands
Dopiero zaczynam Lernen beginnen		Ik ben net begonnen
jak się masz? Lernen beginnen		hoe gaat het?
Jak to przeliterujesz? Lernen beginnen		Hoe spel je dat?
Jaką pracę wykonujesz? Lernen beginnen		Wat voor werk doe je?

zwroty