01 NL Lekcja Danny

 0    31 Datenblatt    karoltabaka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Prawdą jest też, że każdy może się przyzwyczaić do wszystkiego.
Lernen beginnen
Het is ook zo dat iedereen aan alles kan wennen.
10 lat temu łatwiej było znaleźć pracę w Holandii.
Lernen beginnen
10 jaar geleden was het makkelijker om een ​​baan te vinden in Nederland.
Tam, gdzie jest ciemność, nie ma wzroku.
Lernen beginnen
Waar duisternis heerst, ontbreekt zicht.
Dla mnie też było to trochę dziwne.
Lernen beginnen
Het was voor mij ook een beetje raar.
Dziwny czas na telefon, doktorze.
Lernen beginnen
Een vreemde tijd om te bellen, dokter.
Sytuacja na świecie.
Lernen beginnen
De situatie in de wereld.
Myślę, że to było w zeszłym roku.
Lernen beginnen
Vorig jaar was het volgens mij.
Ponieważ mieszkaliśmy tam z sześcioma osobami.
Lernen beginnen
Omdat wij daar woonden met zes mensen.
Chcę poszerzyć swoje słownictwo.
Lernen beginnen
Ik wil mijn woordenschat uit te breiden.
Pokażę wam kilka przykładów.
Lernen beginnen
Laat me je een paar voorbeelden laten zien.
We wtorek mam wieczorną zmianę.
Lernen beginnen
Dinsdag heb ik avonddienst.
Długi weekend
Lernen beginnen
Een lang weekend
Próbowali.
Lernen beginnen
Ze hebben het geprobeerd.
Możesz skosztować różnych rodzajów sera.
Lernen beginnen
Je kan verschillende soorten kaas proeven.
Wtedy można to zrobić.
Lernen beginnen
Dan is het te doen.
Chodzi głównie o pieniądze.
Lernen beginnen
Het gaat vooral over het geld.
Wiedziałem, że nie ma dużej różnicy.
Lernen beginnen
Ik wist dat er geen groot verschil is.
Nie widziałem tego.
Lernen beginnen
Ik had het niet gezien.
Giulia ma talent do języków.
Lernen beginnen
Giulia heeft een talenknobbel.
Chyba za bardzo w to nie wierzę.
Lernen beginnen
Ik denk dat ik er niet zo in geloof.
Pracują tam setki ludzi.
Lernen beginnen
Daar werken honderden mensen.
Bo chcę wrócić do Polski.
Lernen beginnen
Omdat ik terug wil keren naar Polen.
To nie do końca tak.
Lernen beginnen
Het is niet helemaal zo.
W Belgii mają miękkie g.
Lernen beginnen
In België hebben ze een zachte g.
Kiedy słucham radia.
Lernen beginnen
Als ik naar de radio luister.
Nie jest trudno odróżnić flamandzki od holenderskiego.
Lernen beginnen
Het is niet zo moeilijk om Vlaams en Nederlands te onderscheiden.
Rodzina po drugiej stronie.
Lernen beginnen
Familie aan de andere kant van.
Nie mam z tym większych problemów.
Lernen beginnen
Ik heb niet zoveel moeite met.
Nie mogę jeszcze wiele powiedzieć po francusku.
Lernen beginnen
Ik kan nog niet zo veel zeggen in Frans.
Mam nadzieję, że kiedyś będę mógł mówić.
Lernen beginnen
Ik hoop dat ik het ooit kan spreken.
Dobrego dnia! -> tego samego! / ty też!
Lernen beginnen
Fijne dag! -> van hetzelfde! / u ook!

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.