1

 0    65 Datenblatt    martazakrocka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
jestem ciekawa
ciekawe kiedy nasze maleństwo zacznie mówić
Lernen beginnen
ik ben benieuwd
Ik ben benieuwd wanneer ons kleintje gaat praten
już
on już umie mówić
Lernen beginnen
al
hij kan al spreken
cebula
Lernen beginnen
de ui
ramię
Lernen beginnen
de schouder
sól
Lernen beginnen
het zout
głowa
Lernen beginnen
het hoofd
kluczem
Lernen beginnen
de sleutel
sklep
Lernen beginnen
de winkel
zimno
Lernen beginnen
koud
dobry
Lernen beginnen
goed
zupa
Lernen beginnen
de soep
restauracja
Lernen beginnen
het restaurant
wesoły
Lernen beginnen
vrolijk
szary
Lernen beginnen
grijs
skąpy
Lernen beginnen
gierig
Owoc
Lernen beginnen
het fruit
kochany
Lernen beginnen
lief
widelec
Lernen beginnen
de vork
rower
Lernen beginnen
de fiets
zegar
Lernen beginnen
de klok
pomarańcza
Lernen beginnen
de sinaasappel
Samochodem
Lernen beginnen
de auto
śliwka
Lernen beginnen
de pruim
szkło
Lernen beginnen
het glas
czekolada
Lernen beginnen
de chocolade
prawo jazdy
Lernen beginnen
het rijbewijs
cena
Lernen beginnen
de prijs
kobiety
Lernen beginnen
de vrouw
dorosły
Lernen beginnen
volwassen
ambitny
Lernen beginnen
ambitieus
autobus
Lernen beginnen
de bus
gotówka
Lernen beginnen
contant
karta kredytowa
Lernen beginnen
de creditcard
szczęśliwy
Lernen beginnen
gelukkig
włosy
Lernen beginnen
het haar
Jesień
Lernen beginnen
de herfst
wzgórze
Lernen beginnen
de heuvel
nerwowy
Lernen beginnen
nervous
plac
Lernen beginnen
het plein
plecy
Lernen beginnen
de rug
mądry
Lernen beginnen
wijs
Rzęsa
Lernen beginnen
de wimper
biały
Lernen beginnen
wit
cudownie
Lernen beginnen
wonderlijk / geweldig
miło mi
Lernen beginnen
aangenaam
poznawać
miło mi pana poznać
Lernen beginnen
kennismaken
prettig met u kennis te maken
być
Lernen beginnen
zijn
nazywać się
Lernen beginnen
heten
przepraszać
Lernen beginnen
excuses aanbieden
bardzo dobry
Lernen beginnen
heel goed
źle
Lernen beginnen
slecht
może być
Lernen beginnen
het gaat wel
doskonale
Lernen beginnen
uitstekend
Z jakiego kraju pochodzisz?
Lernen beginnen
Uit welk land kom je?
na ulicy
Na jakiej ulicy pan mieszka?
Lernen beginnen
in de straat
In welke straat woont u?
zmęczony
Lernen beginnen
moe
chory
Lernen beginnen
ziek
stąd
Lernen beginnen
van hier
pani
Lernen beginnen
mevrouw
Pan.
Lernen beginnen
meneer
dziewczęta
Lernen beginnen
de meisjes
z nami
Lernen beginnen
met ons
kraj
Lernen beginnen
het land
narodowość
jakiej narodowości kesteś?
Lernen beginnen
de nationaliteit
Welke nationaliteit heb jij?
mówić / rozmawiać
Lernen beginnen
spreken

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.