czasowniki

 0    383 Datenblatt    mateuszsobolewski36
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
een dutje doen
Lernen beginnen
zdrzemnąć się
langskomen
Kom je vanavond even langs
Lernen beginnen
wpadac z wizyta
wpadniesz dzis wieczorem?
verstrekken, verlenen, toekennen (regelmatig)
de docter verleende eerste hulp voor pantient
Lernen beginnen
zapewniac, udzielac, przyznawac (regularna)
lekarz udzielil pomocy pacjentowi
uitmonden in
De ruzie mondde uit in een vechtpartij
Lernen beginnen
doprowadzic do, konczyc sie czym
klotnia doprowadzla do bojki
waarmaken
Als je iets belooft, maak het waar
Lernen beginnen
spelnic(przyrzeczenie), dotrzymac(slowa
jesli cos oniecujesz, dotrzymaj slowa
meevallen, viel/ vielen mee, meegevallen
Lernen beginnen
lepiej niż oczekiwano, lepiej niż oczekiwano, lepiej niż oczekiwano
valt het mee, nu je er woont? ja eingelijk wel
Lernen beginnen
czy jest wporzadku odkad tam mieszkasz?, że tam mieszkasz? tak, właściwie tak jest
verstandig
Lernen beginnen
rozsądny
hoe was de tandarst? Het viel mee
Lernen beginnen
Jak było u dentysty? Nie bylo tak zle
opschieten met iemand
ik schiet goed op met mij klanten.
Lernen beginnen
dogadywac sie z kims
dogaduje sie dobrze z klientami
We schoten niet zo goed op met elkaar vroeger.
Lernen beginnen
wczesniej nie dogadywaliamy sie dobrze
overstijgen
het resultaat oversteeg mijn verwachtingen
Lernen beginnen
przekroczyć
wynik przerosl moje oczekiwania
instorten
toen hij de diagnose hoorde, stortte hij in
Lernen beginnen
zawalić się/ zalamac sie
kiedy uslyszal diagnoze, zalam sie
dit gebouw stortte in na de storm
Lernen beginnen
ten budynek zawalił się po burzy
betrouwbaar
Lernen beginnen
niezawodny
zich haaste
Ik moet me haasten, ik ben te laat.
Lernen beginnen
spieszyc sie
Muszę się spieszyć, jestem spóźniony.
tegenvallen
het weer valt tegen vadnaag
Lernen beginnen
zawieść kogoś, rozczarować, wypasc gorzej niz oczekiwano
Pogida dzis rozczarowuje
boffen
je boft, je moet morgen niet naar werk te gaan
Lernen beginnen
miec szczescie
Masz szczescie nie musisz isc jutro do pracy
eigenwijs
Lernen beginnen
uparty
afspreken met
Als we afspreken, praten we dan
Lernen beginnen
spotkać się z
Jak sie spotkamy to pogadamy
injecteren
Lernen beginnen
wstrzykiwać
diagnosticeren
Lernen beginnen
zdiagnozowac
wegvallen
Een deel van onze inkomsten is weggevallen
Lernen beginnen
odpadać
czesc z naszych dochodow zniknela
aanhalen
In zijn toespraak haalde hij een onderzoek van de universiteit aan.
Lernen beginnen
cytowac, przytoczyc
W swoim przemówieniu przytoczył badanie uniwersytetu
Onterecht geviseerd
Hij voelt zich onterecht geviseerd door de media
Lernen beginnen
Nieslusznie oskarzony
czuje sie nieslusznie oskarzony przez media
goede band hebben
ik heb geen goede band met het team
Lernen beginnen
mieć dobra relacne
Nie mam dobrej relacji z druzyna
allerei
Ze verkoopt allerlei soorten kleding
Lernen beginnen
wszystkie rodzaje
on sprzedaje rozne rodzaje ciuchow
betrokken
De personen betrokken bij deze zaak worden geïnformeerd
Lernen beginnen
zaagnażowany, dotyczacy kogos
osoby zaangazowane w ta sprawe zostana poinformowane
rechtstreeks
Hij komt rechtstreeks van zijn werk
Lernen beginnen
bezpośrednio
On przychodzi prosto z pracy
zich begeven
Hij begaf zich naar de uitgang
Lernen beginnen
udac sie, przemieszczac sie
on udal sie do wejscia
alles in het werk te stellen
We zullen alles in het werk stellen om het probleem op te lossen.
Lernen beginnen
dołożyć wszelkich starań
Dolozymy wszelkich stara aby rozwiazac problem
beschikken over
Hij beschikt over veel ervaring
Lernen beginnen
dyslonowac, miec do dyspozycji
on dysponuje duzym doswiadczeni
vermoeden
Ik vermoed dat hij te laat komt.
Lernen beginnen
podejrzewac, domyslac sie
Podejrzewam ze przyjdzie za pozno
aannemen, neem aan, namen aan, nam aan, hebben aangenomen
Ik neem aan dat je gelijk hebt
Lernen beginnen
zakladac, przyjmowac
zakladam ze masz racje
overleggen
Laten we even overleggen voor we beslissen.
Lernen beginnen
Omawiać, naradzac sie
Naradzmy sie zanim podejmiemy decyzje
aankunnen - kon aan - konden aan - h aangekund
Ik kan deze taak wel aan
Lernen beginnen
radzic sobie
poradze sobie z tym zadaniem
ingrijpen/ geep in/ ingegrepen
De politie greep in toen het conflict escaleerde.
Lernen beginnen
interweniować
policja zainterniowala kiedy conflict ekskalowac
welzijn
Lernen beginnen
dobre samopoczucie
letterlijk
Lernen beginnen
dosłownie
handig
Lernen beginnen
przydatny
bepalen
We moeten de prijs bepalen
Lernen beginnen
ustalić
musimy ustalic cene
volhouden/ volgehouden/ hield vol
Ik kon hun misbruik niet volhouden
Lernen beginnen
wytrwac, wytrzymac
nie moglem zniesc ich naduzyc
zich gedragen
Je kunt je niet zo gedragen. Wees beleefd
Lernen beginnen
zachowywać się
nie mozesz sie tak zachowywac. badz uprzejmy
bestrijden
De overheid bestrijdt criminaliteit
Lernen beginnen
zwlaczac
rzad zwalcza kryminalnosc
kwetsbaar
Dit systeem is kwetsbaar voor aanvallen.
Lernen beginnen
wrażliwy
ten system jest podatny na ataki
weefsel
Lernen beginnen
tkanka
veelbelovend
Dat was een veelbelovende start.
Lernen beginnen
obiecujący
To byl obiecujacy start
de eigenschappen
Deze thee heeft gezonde eigenschappen
Lernen beginnen
właściwości
ta herbata ma zdrowe wlasciwosci
regenachtig
In de herfst is het vaak regenachtig en koud.
Lernen beginnen
deszczowy
w jesien jest czesto deszczowo i zimno
terechtkomen
Na de ruzie kwam hij uiteindelijk bij zijn ouders terecht
Lernen beginnen
trafić gdzieś, wylądować gdzieś
po klotni w koncu wyladowal u rodzicow
bevroren
Ik eet graag bevroren fruit
Lernen beginnen
mrożony
lubie jesc mrozone owoce
belanden (zijn)
We zijn in een rare situatie beland
Lernen beginnen
wpaść gdzieś, skończyć gdzieś
wpadlismy w dziwna sytuacja
omkomen
hij is omgekomen in bij het ongeval
Lernen beginnen
zginąć tragicznie(np. w wypadku)
Zginal w wypadku
beschadigen
De storm heeft het dak beschadigd
Lernen beginnen
uszkodzić
Burza uszkodzila dach
Het dak is afgewaaid
Lernen beginnen
Dach został zerwany
vaststellen
Wanneer is de vergadering? We moeten de tijd nog vaststellen
Lernen beginnen
ustalac
kiedy kest spotkanie? musimy to jeszcze ustalic
afdingen
Ik probeer altijd af te dingen op de markt
Lernen beginnen
targować się
zawsze probuje targowac sie na targu
toestemming
Lernen beginnen
pozwolenie
voorwaarde
op voorwaarde dat
Lernen beginnen
warunek
pod warunkiem ze
nep
Lernen beginnen
podrobka
ezel
Lernen beginnen
osioł
begeleiden
De mentor begeleidt de nieuwe studenten
Lernen beginnen
towarzyszyć, prowadzic(np. ucznia), wspierac
opiekun wspiera nowych uczniow
blijken
Het bleek een vergissing te zijn.
Lernen beginnen
okazać się
to okazalo sie pomylka
uitvallen
De motor viel uit tijdens het rijden.
Lernen beginnen
przestac dzialac
silnik przestal dzialac podczas jazdy
uitvallen
Zijn tand is uitgevallen.
Lernen beginnen
wypasc
wypadl mu zab
uitvallen
De wifi is uitgevallen.
Lernen beginnen
przestac dzialac
wifi przestalo dzialac
overnachten(rozdzielny)
Tijdens de reis hebben we in een tent overnacht.
Lernen beginnen
nocleg, nocowac(rozdzielny)
podczas podrozny nocowalismy w namiocie
omboeken
We hebben het hotel omgeboekt naar een andere datum
Lernen beginnen
przebookowac
przebookowalismy nasz hotel ma inna date
zich neerleggen
Je moet je neerleggen bij de beslissing van de rechter.
Lernen beginnen
pogodzic sie z czyms
Musisz pogodzic sie z decyzja sadu
voldoen aan bepaalde voorwaarden
Deze woning voldoet niet aan de gestelde voorwaarden.
Lernen beginnen
spełniać pewne warunki
ten dom nie spelnia postawionych warunkow
onbedoeld
Het was een onbedoelde fout
Lernen beginnen
nieumyslny
to byl nieumyslny blad
waarvan
Het boek waarvan ik de titel niet ken
Lernen beginnen
z czego, o czym, ktorego.
Ksiazka ktorej tytulu nie znam
waarvoor
De reden waarvoor hij kwam is onbekend.
Lernen beginnen
do czego, na co
Powod dla ktorego on przyszedl jest nie znany
waaruit
De doos waaruit ik het pakte is kapot
Lernen beginnen
z którego, czego
Pudelko z ktorego to wyjalem jest zepsute
gebrek aan vertrouwen
Lernen beginnen
brak zaufania
akkoord gaan met iets
Ze ging akkoord met het huren van een appartement voor ons.
Lernen beginnen
zgodzić się na coś
zgodzila sie wynajac dla nas apartament
opzoeken
Lernen beginnen
spojrzeć w górę
opendraaien (sheidbare)
Kun je de kraan opendraaien?
Lernen beginnen
odkrecac (rozdzielny)
czy mozesz odkrecic kran
zich verslapen
Hij versliep zich en miste de trein
Lernen beginnen
zaspac
on zaspal i przegapil pociag
doornemen
Ik moet mijn aantekeningen nog doornemen voor het examen.
Lernen beginnen
przejrzeć, przeczytać uważnie, omówić (np. materiał, dokumenty, lekcję)
musze jeszcze przejrzec moje notatki przed egzamin
blijkbaar
Hij is blijkbaar vergeten dat we een afspraak hadden.
Lernen beginnen
najwyraźniej, widocznie, jak widać
On najwyraznien zapomnial ze mielismy spotkanie
afgaan
Het brandalarm ging ineens af.
Lernen beginnen
wlaczyc sie (np. budzik, alarm)
nagle wlaczyl sie alarm
op tijd zijn (bijvoorbeeld voor een vergadering, bus)
Als je je haast, haal je de bus nog.
Lernen beginnen
zdazyc (np na spotkanie, autobus)
jesli sie pospieszysz, zdazysz na autobus
inschatten
Het is moeilijk om het risico in te schatten.
Lernen beginnen
szacować
Jest mozliwe aby oszacowac ryzyko
het tumult
Het publiek veroorzaakte veel tumult tijdens de wedstrijd.
Lernen beginnen
zamieszanie
Publika wywolala duzo zamieszania podczas meczu
het domein
Lernen beginnen
Domena, posiadlosc
de begeleiding,
Ze biedt begeleiding aan mensen met een beperking.
Lernen beginnen
wskazówki, wsparcie
ona oferuje wsparcie dla ludzi z niepelnosprawnoscia
zich misdragen
Je moet je niet misdragen tijdens het feest.
Lernen beginnen
źle się zachowywać
nie powinienes sie zle zachowywac podczas imprezy
verrijken
Hij probeert zich te verrijken door belasting te ontduiken
Lernen beginnen
wzbogacać
probuje sie wzbogacic przez unikanie podatkow
de genezing
De genezing van de wond duurt langer dan verwacht.
Lernen beginnen
gojenie, proces leczenia
Gojenie sie rany trwa dluzej niz oczekiwano
een knoop doorhakken
Ik twijfelde lang over mijn job, maar gisteren heb ik de knoop doorgehakt: ik neem ontslag.
Lernen beginnen
podjac trudna decyzje
Dlugo sie wahalem co do pracy, ale wczoraj podjalem decyzje: odchodze
ontslag nemen
Lernen beginnen
rezygnować z pracy
ontslag krijgen
Hij heeft vorige week ontslag gekregen.
Lernen beginnen
zostać zwolnionym
on zostal zwolniony w zeszlyl tygodniu
overdrijven/ overdreef/ overdreven
Overdrijf niet, zo erg is het niet.
Lernen beginnen
przesadzać/
nie przesadzaj, nie jest az tak zle
stemming
Lernen beginnen
nastrój
zelden
Lernen beginnen
rzadko
het is waardevol om met iemand af te spreken
Lernen beginnen
warto spotkać się z kimś
helpen bij het opbouwen van diepere relaties
Lernen beginnen
pomóc budować głębsze relacje
Wat er om ons heen gebeurt
Lernen beginnen
Co dzieje się wokół nas
Als ik niet naar mijn werk hoefde te pendelen, zou ik mijn auto verkopen.
Lernen beginnen
Gdybym nie musiał dojeżdżać do pracy, sprzedałbym swój samochód.
het verwijderen
Lernen beginnen
usunięcie
de vrije meningsuiting
Lernen beginnen
wolność słowa
bekritiseren
Het beleid van de regering wordt vaak bekritiseerd.
Lernen beginnen
krytykować
polityka rzadu jest czesto krytykowana
verslag doen van
Kun je verslag doen van de vergadering?
Lernen beginnen
informować o, relacjonować
czy mozesz zdac relacja co bylo na spotkaniu?
de vervuiling
Lernen beginnen
zanieczyszczenie
afvalscheiding
Lernen beginnen
segregacja odpadów
de CO2-uitstoot
Lernen beginnen
emisje CO2
vervuilen
De fabriek vervuilt het water in de rivier.
Lernen beginnen
zanieczyszczać
fabryka zanieczyszcza wode w rzecze
doneren
Zij doneren geld aan een goed doel.
Lernen beginnen
podarować
Oni przekazuja pieniadze na cele charytatywne
de vrijheid
Lernen beginnen
wolność
het misverstand
Lernen beginnen
Nieporozumienie
de woede
Lernen beginnen
Gniew
misgaan
Alles ging mis tijdens het project.
Lernen beginnen
poszło źle
wszystko poszlo zle podczas projectu
uitzenden
Die zender zendt elke avond een nieuwsprogramma uit.
Lernen beginnen
nadawać
ta stacja nadaje co wieczor program informacyjny
aanzienlijk
Er is een aanzienlijke verbetering in zijn gezondheid.
Lernen beginnen
znaczący
jest znaczaca poprawa w jego stanie zdrowia
opvallen
Die rode jas valt echt op.
Lernen beginnen
wyróżniać się
ten czerwony plaszcz bardzo rzuca sie w oczy
onderdrukken
Hij probeerde zijn woede te onderdrukken
Lernen beginnen
stłumić, powstrzymać
On probowal stlumic swoja zlosc
betreffen
Dit betreft de hele samenleving
Lernen beginnen
dotyczyc
to dotyczy calego spoleczenstwa
doormaken
We maken moelijke tijden door
Lernen beginnen
przechodzic przez(np. trudny okres)
Przechodzimy trudny czas
vernemen/vernamen/hebben vernomen
Ik heb vernomen dat hij ontslag nam.
Lernen beginnen
dowiadywac sie
Dowiedzialem sie ze on sie zwolnil
omgaan met
Hij kan goed omgaan met stress.
Lernen beginnen
obchodzic sie radzic sobie
On dobrze radzis sobie ze stresem
Kun je tegen stress?
Lernen beginnen
Czy potrafisz sobie radzić ze stresem?
Ze kan niet tegen kritiek.
Lernen beginnen
Nie potrafi sobie poradzić z krytyką.
Hij kan niet tegen zijn verlies.
Lernen beginnen
Nie znosi przegrywać.
stoort het je
Lernen beginnen
przeszkadza Ci to?
Is dat onderdeel al binnengekomen?
Lernen beginnen
Czy ta część już dotarła?
binnenkomen
Het pakketje is net binnengekomen
Lernen beginnen
docierac
paczka wlasnie dotarla
Als het pakketje al binnen is gekomen, mag ik het uitpakken?
Lernen beginnen
Czy mogę rozpakować przesyłkę, jeśli już dotarła?
erin sukkelen
Ik ben er zomaar ingesukkeld zonder het te beseffen.
Lernen beginnen
wplatac sie w cos przypadkiem
wplatalem sie w to zupelnie nieswiadomie
inschakkelen,
De machine is ingeschakeld
Lernen beginnen
włączać
maszyna jest wlaczona
inschakelen
De politie werd ingeschakeld.
Lernen beginnen
zaangazowac kogos
Policja zostala zaangazowana
De technicus werd ingeschakeld om het probleem op te lossen.
Lernen beginnen
technik zostal zaangazowany do rozwiazania problemu
klaarlichte dag
Lernen beginnen
jasny dzień
vastzetten
De verdachte werd vastgezet in de cel.
Lernen beginnen
aresztowac, przymocowac
podejrzany zostal osadzony w celi
Zet de lading goed vast in de vrachtwagen.
Lernen beginnen
Zabezpiecz ładunek prawidłowo w ciężarówce.
de leugen
Lernen beginnen
kłamstwo
doorprikken
Ze doorprikte zijn leugens snel.
Lernen beginnen
przebić, demaskowac klamstwo
Ona szybko zdemaskowala jego klamstwa
wetens en willens
Hij heeft wetens en willens gelogen
Lernen beginnen
świadomie i celowo
On sklamal swiadomie i z premedytacja
Hij heeft een rechtszaak
Lernen beginnen
Ma sprawe w sadzie
Hij is beschuldig van fraude
Lernen beginnen
Został oskarżony o oszustwo
Samenspannen (scheidbare)
Ze hebben tegen mij samengespannen
Lernen beginnen
spiskowac (rozdzielny)
zmowili sie przeciwko mnie
beraamden
Het was een zorgvuldig beraamde aanval
Lernen beginnen
planowany
to byl starannie zaplanowany atak
het hoederecht over kinderen
Lernen beginnen
opieka nad dziećmi
inhouden
Ze probeerde haar woede in te houden.
Lernen beginnen
postrzymac sie
ona probowala powstrzymac zlosc
inhouden
Wat houdt dit plan precies in?
Lernen beginnen
zawierać/obejmować
co dokladnie zawiera ten plan
Dit plan houdt deze optie niet in
Lernen beginnen
Ten plan nie obejmuje tej opcji
Je kunt gedood worden.
Lernen beginnen
Możesz zostac zabity.
Je zou gedood kunnen worden.
Lernen beginnen
Moglbys zostac zabity(przypuszczenie)
volstrekt
Lernen beginnen
absolutnie
overkomen
Er is me gisteren iets bizars overkomen
Lernen beginnen
przydarzyć się
wczoraj przydarzylo mi sie cos dziwnego
evenals
hij is even groot als ik
Lernen beginnen
tak jak
on jest tak wysoki jak ja
tamelijk
De prijs is tamelijk hoo
Lernen beginnen
dość
cena jest calkiem wysoka
enigszins
Lernen beginnen
nieco
meteen
Lernen beginnen
natychmiast
overkomen (in dit geval scheidbaar)
Hoe kwam ik over tijdens de presentatie?
Lernen beginnen
sprawiac wrazenie/ prezentowac sie
jak wypadlem podczas prezentacji?
Hij komt vriendelijk over.
Lernen beginnen
Wydaje się być przyjazny.
ik heb wat tijd nodig
Lernen beginnen
potrzebuję trochę czasu
vermoeden
Je kan vermoeden hoe dat geëindigd is
Lernen beginnen
domyslac sie, podejrzewac
mozesz sie domyslic jak to sie skonczylo
jammer
Lernen beginnen
szkoda
De oorlog heeft veel families getroffen
Lernen beginnen
Wojna dotknęła wiele rodzin
ontstaan
Het probleem is ontstaan tijdens de vergadering.
Lernen beginnen
pojawic sie, zaistniec, narodzic sie(np plan)
problem narodzil sie podczas spotkania
De stad is ontstaan in de middeleeuwen
Lernen beginnen
Miasto powstało w średniowieczu
Ik zie/beschouw dit als een kans.
Lernen beginnen
Widzę/ postrzegam to jako szansę.
Zij beschouwen hem als een expert.
Lernen beginnen
postrzegaja go za eksperta.
doorzettingsvermogen
Met genoeg doorzettingsvermogen kun je je doelen bereiken.
Lernen beginnen
wytrwałość
z wystarczajaca determinacja mozesz osiagnac swoje cele
Ze bewonderen zijn doorzettingsvermogen ondanks de tegenslagen.
Lernen beginnen
Podziwiają jego wytrwałość pomimo niepowodzeń.
Ze is natuurlijk begaafd met een sterk geheugen.
Lernen beginnen
on ma nautalny talent, do dobrej pamieci
volhardend
Je moet volhardend zijn
Lernen beginnen
trwały, wytrwaly, wytrzymaly
Musisz byc wytrwaly
Je moet doorzetten
Lernen beginnen
Musisz wytrwać
ondanks
Ondanks haar vermoeidheid bleef ze werken.
Lernen beginnen
pomimo
pomimo zmeczenia pracowala dalen
medeplichting
Hij was medeplichtig aan de overval.
Lernen beginnen
współudział
byl wspolwinny w napadzie
zomaar
Hij kwam zomaar binnen zonder te kloppen.
Lernen beginnen
tak sobie, tak ot tak
on wszedl tak sobie, bez pukania
nieuwsgierig
Lernen beginnen
ciekawski
Buiten het bestek vallen
Het onderhoud van de lift valt buiten het bestek van deze renovatie.
Lernen beginnen
Poza zakresem
Konsereacja windy nie jest objeta tym remontem
overnemen
Hij heeft het bedrijf van zijn vader overgenomen.
Lernen beginnen
przejąć
on przejal firme po ojcu
opvallen
Ze viel op door haar vriendelijke glimlach.
Lernen beginnen
zwracac uwage na
zwracala uwage swoim usmiechem
vergoeding
Ik krijg een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.
Lernen beginnen
odszkodowanie, zwrot kosztów
dostaje zwrot kosztow podrzy
De verzekeraar betaalt de schadevergoeding bij schade.
Lernen beginnen
Ubezpieczyciel wypłaca odszkodowanie w razie szkody.
verhouding
De verhouding suiker tot water is 1 op 4.
Lernen beginnen
stosunek
stosunek cukru do wody to 1 do 4
het draait om
Lernen beginnen
chodzi o
Contract in strijd met wetgeving
Lernen beginnen
Umowa sprzeczna z prawem
voorleggen
Ik leg het voorstel voor
Lernen beginnen
przedstawic, przekazac do rozpatrzenia
przedstawiam propozycje
Het voorstel is aan de commissie voorgelegd.
Lernen beginnen
Wniosek został przedstawiony Komisji.
het verleden
Hij praat nooit over zijn verleden
Lernen beginnen
przeszłość
On nigdy nie gada o swojej przyszlosci
De wereld zakte weg onder mijn voeten.
Lernen beginnen
Świat zniknął mi spod stóp.
verpesten
Je hebt de hele sfeer verpest.
Lernen beginnen
zepsuc emocjonalnie np atmosfere
zepsules cala atmosfere
gaan onderdoor aan iets
Je kunt blijven doen alsof alles goed gaat, maar ga je er toch aan onderdoor.
Lernen beginnen
zalamac sie z powodu czegos
mozesz dalej udawac ze wszystko jest dobrze, ale i tak cie to wykoczy
dankzji hem
Lernen beginnen
dzięki niemu
vermoeiend
Het was een vermoeiende dag op het werk.
Lernen beginnen
wyczerpujący, meczacy
to byl wyczeprujacy dzien w pracy
sociale onthouding
Lernen beginnen
dystans społeczny
op een verantwoorde manier
Lernen beginnen
w sposób odpowiedzialny
Wat vroeg hij?
Lernen beginnen
O co pytał?
Waar vroeg hij naar? → Jeśli chodzi o konkret
Lernen beginnen
O co prosił? → Jeśli chodzi o konkret
schrappen
We moeten dit punt uit het verslag schrappen
Lernen beginnen
wykreslic
musimy wykreslic ten punkt z raportu
Ze hadden jarenlang een geheime verhouding.
Lernen beginnen
Przez lata prowadzili sekretny romans.
zich bewust worden van iets
Ze werd zich bewust van haar fouten tijdens het examen
Lernen beginnen
uświadomić sobie coś
Zdala sobie sprawe ze swoich bledow podczas egzaminu
ten hoogste
in kan ten hoogste 2 dagen blijven
Lernen beginnen
najwyżej
moge zostac co najwyzej 2 dni
hoog spanning
Lernen beginnen
Wysokie napięcie
hoogmoedig
Een hoogmoedig persoon denkt dat hij altijd gelijk heeft.
Lernen beginnen
zarozumialy, nadety
zarozumiala osoby mysli ze zawsze ma racje
hoofd breken over iets
Je hoeft je hoofd er niet over te breken, ik help je wel.
Lernen beginnen
łamać sobie nad czymś głowę
nie musisz sobie z tym lamac glowy, pomoge ci
excursie, het uitje
We maken een gezellig uitje met vrienden.
Lernen beginnen
wycieczka, wypad, wyjdcie
robiny fajny wypad z przyjaciolmi
de rommel
Wat een rommel hier!
Lernen beginnen
bałagan
co za balagan tutaj
de moeite waard
Dat museum is echt de moeite waard.
Lernen beginnen
wart wysiłku/ zachodu
To muzeum jest warte odwiedzenia
het gedoe
Wat een gedoe was dat!
Lernen beginnen
problem, zamieszanie
co za zamieszanie tam bylo
de gewoonte
Het is een slechte gewoonte.
Lernen beginnen
zwyczaj, przyzwyczajenie
to jest zle przyzwyczajenie
bezig zijn met
Ik ben bezig met koken.
Lernen beginnen
być zajętym
jestem zajety gotowaniem
klaarmaken
Ik maak het avondeten klaar.
Lernen beginnen
przygotować
przygotowuje kolacje
tegenhouden
Niemand kon hem tegenhouden.
Lernen beginnen
powstrzymac, zatrzymac(np. kogos)
nikt nie mogl go powstzrymac
Voorlopig kan het zo blijven.
Lernen beginnen
Na razie może tak zostać.
De verdachte werd voorgeleid aan de onderzoeksrechter.
Lernen beginnen
Podejrzanego postawiono przed sędzią śledczym.
voorgeleid (bijv. naar de boomgaard)
Lernen beginnen
doprowadzony
Hij beweert dat hij niets fout heeft gedaan.
Lernen beginnen
Twierdzi, że nie zrobił nic złego.
moedig
deze jongen is echt moedig
Lernen beginnen
odważny
ten chlopiec jest naprawde odwazny
oneerlijk
Lernen beginnen
niesprawiedliwy
failliet gaan
Het bedrijf is failliet gegaan.
Lernen beginnen
zbankrutować
ta firma zbankrutowala
dit meisje is verlegen
Lernen beginnen
ta dziewczyna jest nieśmiała
overweldigd
Ik voel me overweldigd door emoties
Lernen beginnen
przytłoczony
czuje sie przytloczony przez emocje
bewustwording te vergroten
Lernen beginnen
podnieść świadomość
vergemakkelijken
Nieuwe technologieën vergemakkelijken ons dagelijks leven.
Lernen beginnen
ulatwiac
nowe technologie ulatwiaja nasze codzienne zycie
losmaken(scheidbaar
Hij probeert de schroef los te maken.
Lernen beginnen
odłączyć, rozloaczyc (rozłączny)
On probuje poluzowac srube
de noodzaak
Lernen beginnen
konieczność, potrzeba
het bewustzijn
Lernen beginnen
swiadomosc
Foltering
Psychische foltering kan net zo schadelijk zijn als fysieke pijn.
Lernen beginnen
Torturować, znecanie sie
Psychiczne znecanie sie moze byc rownie szkodliwe jak bol fizyczny
Dat loont niet echt
Lernen beginnen
To się naprawdę nie opłaca
werving
Ze zijn bezig met de werving van vrijwilligers voor het evenement.
Lernen beginnen
rekrutacja
Oni zajmują się rekrutacją wolontariuszy na wydarzenie.
postzegel
Lernen beginnen
pieczęć
begaafd
Lernen beginnen
utalentowany
krijt
Lernen beginnen
kreda
gedenkwaardig
Het was een gedenkwaardige dag
Lernen beginnen
niezapomniany
To byl pamietny dzien
Alles loopt volgens plan
Lernen beginnen
Wszystko idzie zgodnie z planem
zich houden aan
Je moet je houden aan de regels.
Lernen beginnen
przestrzegać, dotrzymac
musisz przestrzegac zasad
Hij houdt zich nooit aan de afspraken.
Lernen beginnen
Nigdy nie dotrzymuje umów.
verwaarlozing
Verwaarlozing van de gezondheid kan leiden tot ernstige problemen.
Lernen beginnen
zaniedbanie
Zaniedbanie zdrowia moze prowadzic do powaznych problemow
stoutmoedig
Lernen beginnen
pogrubienie
iets goed beheersen
Je moet deze software goed beheersen om hier te kunnen werken.
Lernen beginnen
dobrze coś opanować
Musisz dobrze opanowac te oprogramowanie aby moc tu pracowac
handen vol hebben aan iets
We hebben onze handen vol aan dit project.
Lernen beginnen
mieć pełne ręce roboty z czymś
mamy rece pelne roboty przy tym projekcie
het redden
ik red het wel
Lernen beginnen
poradzic sobie
poradze sobie
verdragen
Ik kan niet de pijn verdragen
Lernen beginnen
znieść
Hij kwam er glad uit, zonder straf.
Lernen beginnen
Wyszedł z tego bez szwanku, bez kary.
belediging
Hij voelde zich gekwetst door die belediging.
Lernen beginnen
zniewaga
poczul sie zraniony przez ta obelge
beledigen
Het was niet mijn bedoeling om je te beledigen.
Lernen beginnen
obrazić
Nie mialem zamiaru Cie obrazic
waarnemen
Ik neem waar dat het buiten donker wordt.
Lernen beginnen
dostrzec
Zauwazylem ze na zewnatrz robi sie ciemno
zich op zijn gemak voelen
Ik voel me op mijn gemak bij jou.
Lernen beginnen
czuć się komfortowo
czuje sie komfortowo przy tobie
vijver
Lernen beginnen
staw
ontslaan ontsloeg, ontsloegen ontslagen
Hij zei dat ik ontslagen ben.
Lernen beginnen
zwolnic
on powiedzial ze mnie zwolnili
te komen weten(zijn)
Ik ben net te weten gekomen dat hij ziek is
Lernen beginnen
dowiedzieć się
wlasnie sie dowiedzialem ze on jest chory
Hoe kan ik dat te weten komen?
Lernen beginnen
Jak mogę się tego dowiedzieć?
de burgerlijke stand bepalen
Lernen beginnen
ustalić stan cywilny
Ik ben gekalmeerd
Lernen beginnen
Uspokoiłem się
opmerking
Heb je nog opmerkingen?
Lernen beginnen
komentarz, uwaga
Masz jeszcze jakis uwagi?
hamer
Lernen beginnen
młotek
verslavend
Deze serie is verslavend.
Lernen beginnen
wciągający
ten serial jest wciagajacy
ooglid
Lernen beginnen
powieka
hoogtepunt
Lernen beginnen
Atrakcja, punkt kulminacyjny
uitbreiding,
De uitbreiding van het gebouw is begonnen.
Lernen beginnen
rozszerzenie, rozbudowa
Rozbudowa budynku sie rozpoczela
geleidelijk
De situatie verbetert geleidelijk.
Lernen beginnen
stopniowo
sytuacja sie stopniowo poprawia
werden schuldig bevonden
Zij werd schuldig bevonden.
Lernen beginnen
zostac uznanym winnym
ona zostala uznana winna
jeuken
Het jeukt verschrikkelijk
Lernen beginnen
swędziec
to swedzi straszliwie
de aandacht afleiden
Hij probeerde de aandacht af te leiden van het probleem.
Lernen beginnen
odciagnac uwage
On probowal odwrocic uwage od problemu
Als ik harder had gestudeerd, zou ik geslaagd zijn.
Lernen beginnen
Gdybym się bardziej uczył, zdałbym.
3 tryb
Als zij op tijd was vertrokken, zou ze de bus niet hebben gemist.
Lernen beginnen
Gdyby wyjechała na czas, nie spóźniłaby się na autobus.
3 tryb
Als we dat wisten, zouden we iets anders hebben gedaan.
Lernen beginnen
Gdybyśmy o tym wiedzieli, zrobilibyśmy coś inaczej.
3 tryb
lek
Lernen beginnen
nieszczelność
Als ik rijk was, zou ik een huis aan zee kopen.
Lernen beginnen
Gdybym był bogaty, kupiłbym dom nad morzem.
2 tryb
Als we in Amsterdam woonden, zouden we geen auto nodig hebben.
Lernen beginnen
Gdybyśmy mieszkali w Amsterdamie, nie potrzebowalibyśmy samochodu.
2 tryb
verlichten
De medicijnen verlichten de pijn
Lernen beginnen
oswietlac, lagodzic
leki lagodza bol
verbeelding
Kinderen hebben een levendige verbeelding.
Lernen beginnen
wyobraźnia
Dzieci maja bujna wyobraznie
ik bell u later even terug
Lernen beginnen
Oddzwonię później
wilt u misschien een bericht achterlater
Lernen beginnen
Czy chce Pan zostawić wiadomość?
sorry, dat een verkeerd nummer
Lernen beginnen
przepraszam, to zły numer
het nummer is in gesprek
Lernen beginnen
numer jest zajęty
neem de telefoon alstublieft op
Lernen beginnen
proszę odebrać telefon
begroting
De uitgaven waren hoger dan de begroting.
Lernen beginnen
budżet
Wydatki byly wyzsze niz budzet
reliëf
Lernen beginnen
ulga
We hebben een telefoongesprek gevoerd.
Lernen beginnen
Rozmawialiśmy przez telefon.
opluchten
het lucht me op
Lernen beginnen
ulżyć
przynosi mi ulge
rondzien
Ik wil eerst wat rondzien voordat ik iets koop.
Lernen beginnen
rozejrzyj się
Chce najpierw sie rozejrzec zanim cos kupie
Ze liep de winkel binnen om rond te zien.
Lernen beginnen
Weszła do sklepu, żeby się rozejrzeć.
bezorgd zijn over
Morgen worden de resultaten bekend gemaakt en ik ben er erg bezorgd over
Lernen beginnen
martwić się o
jutro wyniki beda znane i jestem tym zmartwiony
gebruiksvriendelijk
Deze app is heel gebruiksvriendelijk.
Lernen beginnen
przyjazny dla użytkownika
ta aplikacja jest latwa do uzytkowania
nauw
Het is hier nogal nauw, er is niet veel ruimte.
Lernen beginnen
wąski
Tu jest calkiem ciasno, nie ma tu zbyt wiele miejsca
overmaking
Bankkosten kunnen worden toegepast op de overmaking.
Lernen beginnen
przelew
Oplaty bankowe moga byc naliczane za przelew
ik moet bed verschonen
Lernen beginnen
Muszę zmienić pościel
Met alles kennismaken
Ik wil eerst met alles kennismaken voordat ik begin.
Lernen beginnen
Poznawanie wszystkiego
Chce sie najpierw ze wszystkim zapoznac zanim zaczne
Weer op het juiste spoor komen
Na een moeilijke periode is hij weer op het juiste spoor gekomen.
Lernen beginnen
Powrót na właściwe tory
Po trundym okresie znow wrocil na wlasciwe tory
aantrekkelijk
Lernen beginnen
atrakcyjny
weghalen
Lernen beginnen
usunac, zabrac cos fizycznie
Ze haalden de auto weg omdat hij verkeerd geparkeerd stond.
Lernen beginnen
Odholowali samochód, ponieważ był zle zaparkowany
De vuilnis is nog niet weggehaald.
Lernen beginnen
Śmieci jeszcze nie zostały zabrane.
twijfels wegnemen
Lernen beginnen
rozwiać wątpliwości
verbod om in te rijden
Lernen beginnen
zakaz wjazdu
bocht
De bocht is scherp.
Lernen beginnen
zakręt
zakret jest ostry
De auto is van de weg geraakt.
Lernen beginnen
Samochód zjechał z drogi.
Is dit meegenomen?
Lernen beginnen
Czy jest to uwzglednione?
zich verantwoorden voor iets
Hij moet zich verantwoorden voor zijn fouten.
Lernen beginnen
tlumaczyc sie z czegos
on musi tlumaczyc sie ze swoich bledow
Dat vormt een bepaalde hindernis.
Lernen beginnen
To stanowi pewną przeszkodę.
het gevolg zijn van iets
Het probleem is het gevolg van een misverstand.
Lernen beginnen
być wynikiem czegoś
Problem wynika z nieporozumienia
Naar aanleiding van je vroegere uitspraak
Lernen beginnen
w nawiazaniu do twojej wczesniejszej wypowiedzi
Je moet het zelf in de gaten houden.
Lernen beginnen
Musisz sam na tego pilnowac.
Je moet er zelf op letten.
Lernen beginnen
Musisz sam na to uwazac.
Als ik moet raden wat ik moet doen, is dat moeilijk.
Lernen beginnen
Jeśli muszę zgadywać, co zrobić, jest to trudne.
Je kunt hoofdstuk 3 overslaan als je al bekend bent met het onderwerp.
Lernen beginnen
Mozesz pominac rozdzial 3, jesli znasz juz ten temat
De speler sloeg de training over.
Lernen beginnen
Zawodnik opuścił trening.
Ik heb vandaag het ontbijt overgeslagen.
Lernen beginnen
Dziś pominąłem śniadanie.
de oogst
Lernen beginnen
żniwa, zbiory
Hij heeft mijn voorstel afgewezen.
Lernen beginnen
Odrzucił moją propozycję.
de landbouw
Lernen beginnen
Rolnictwo
het voedsel
Lernen beginnen
jedzenie
de tussenkomst
Dankzij de tussenkomst van de politie werd het conflict opgelost.
Lernen beginnen
interwencja
Dzieki interwencji policji konflikt zostal rozwiazany
Deze producten zijn afkomstig van lokale boeren.
Lernen beginnen
Produkty te pochodzą od lokalnych rolników.
het vee
Het vee stond in de wei.
Lernen beginnen
bydło
Bydlo stalo na lace
zachtaardig
Ze heeft een zachtaardig karakter.
Lernen beginnen
o miękkim sercu
ona ma lagodny charakter
doodbraaf
Het kind is doodbraaf en doet altijd wat de ouders zeggen.
Lernen beginnen
bardzo posluszny, ulegly
Dziecko jest bardzo grzeczne i zawsze robi to co mowia rodzice
zuinig
Lernen beginnen
ekonomiczny
Het doorlopen van de procedure kost tijd.
Lernen beginnen
Przejście przez tę procedurę jest czasochłonne.
zichtbaar
De schade is duidelijk zichtbaar.
Lernen beginnen
widoczny
szkoda jest wyraznie widoczna
bewakingsbeelden
Lernen beginnen
nagrania z monitoringu
Maar schijn bedriegt
Lernen beginnen
Ale pozory mogą mylić
terugkeren
Hij keerde na vijf jaar terug naar zijn geboortedorp.
Lernen beginnen
powrócic, wrocic
Wrocil do swojej rodzinnej wioski po 5 latach
• We keren terug naar ons onderwerp.
Lernen beginnen
• Wracamy do tematu.
nauwelijks
Ik had nauwelijks tijd om te eten.
Lernen beginnen
ledwo
Ledwo mialem czas zeby zjesc
terugzien
Ik hoop je snel terug te zien.
Lernen beginnen
zobaczyc spowrotem
Mam nadzieje ze cie szybko zobacze spowrotem
zich terugtrekken uit iets
Het bedrijf trok zich terug uit het project.
Lernen beginnen
wycofać się z czegoś
Firma wycofala sie z projektu
afzien van iets
Ik zie af van het aanbod.
Lernen beginnen
zrezygnować z czegoś
Rwsygnuje z tej oferty
laten vallen
Ik laat het project vallen.
Lernen beginnen
odpuszczac, zrezygnowac
rezygnuje z projektu
ongeacht of
Ongeacht of je komt of niet, het feest gaat door.
Lernen beginnen
niezależnie od tego czy
niezaleznie od tego czy przyjdziesz czy nie impreza sie odbedzie
de zon ondergaan
Lernen beginnen
zachodzi słońce
gewoonlijk
Lernen beginnen
zazwyczaj
achterstallige taken
Lernen beginnen
zaległe zadania
opzeggen
Ik wil het abonnement opzeggen.
Lernen beginnen
zakończyć, zrezygnowac
Chce wypowiedziec moj abonament
zich bemoeien
Ze bemoeit zich altijd met het werk van anderen
Lernen beginnen
wtrącać się
ona wtraca sie zawsze w prace innych
Ik bemoei me niet met de zaken van anderen.
Lernen beginnen
Nie wtrącam się w sprawy innych ludzi.
ontzettend
Het was ontzettend moeilijk.
Lernen beginnen
niesamowicie
to bylo nie samowicie trudne
Iedereen moet gelijke behandeling krijgen
Lernen beginnen
Każdy powinien mieć równe traktowanie
We moeten iedereen gelijk behandelen, ongeacht afkomst.
Lernen beginnen
Musimy traktować wszystkich równo, bez względu na pochodzenie.
Het bedrijf maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen.
Lernen beginnen
Firma nie dyskryminuje kobiet i mężczyzn.
Ik hou niet van dit noch van dat
Lernen beginnen
nie lubie tego ani tamtegi
Mensen vluchten.
Lernen beginnen
Ludzie uciekają.
De mensen zijn aan het vluchten.(teraz)
Lernen beginnen
Ludzie uciekają.(teraz
Mensen vluchten uit het land.
Lernen beginnen
Ludzie uciekają z kraju.
Ik was aan het slapen toen je belde.
Lernen beginnen
Spałam, kiedy zadzwoniłeś.
Ze waren aan het voetballen toen het begon te regenen.
Lernen beginnen
Grali w piłkę nożną, gdy zaczął padać deszcz.
namelijk
Lernen beginnen
mianowicie
het gebaar
Hij maakte een vriendelijk gebaar.
Lernen beginnen
gest
Zrobil przyjazny gest
ontdekken
Hij ontdekte een fout in de tekst.
Lernen beginnen
odkrywać
on odkryl blad w tekscie
lijken vanzelfsprekend
Dat lijkt vanzelfspreknd
Lernen beginnen
wydawać się oczywiste
To wydaje sie oczywiste
onnauwkeurigheden
Het verslag bevatte enkele onnauwkeurigheden.
Lernen beginnen
nieścisłości
sprawozdanie zawieralo kilka niescislosci
omdat ik gewend ben geraakt aan
Lernen beginnen
ponieważ się przyzwyczaiłem
de stoep
Lernen beginnen
chodnik
de bijsluiter
Lees altijd de bijsluiter voordat u dit medicijn gebruikt.
Lernen beginnen
ulotka
czytaj zawsze ulotke przed uzyciem tego leku
de verstopping/ de constipatie
Lernen beginnen
zatkanie/zaparcie
de misselijkheid
Lernen beginnen
nudności
doorslikken
Hij slikte het stukje brood snel door.
Lernen beginnen
polknac bez gryzienia
szybko polknal kawalek chleba
inslikken
Het kind slikte een munt in.
Lernen beginnen
polknac(cos czego nie mozna)
Dziecko polknelo monete
Mijn wekker was niet afgelopen
Lernen beginnen
Mój budzik nie zadzwonił
De band van mijn fiets stond plat.
Lernen beginnen
Opona w moim rowerze była przebita.
Ik kreeg een lekke band.
Lernen beginnen
Złapałem gumę.
Hij is blijven werken.
Lernen beginnen
Kontynuował pracę.
ik ben blijven werken
Lernen beginnen
Kontynuowałem pracę
hoe komt het
Lernen beginnen
jak sie to stalo
niets aan te doen
Lernen beginnen
nic nie mozna poradzic
gaat het al beter?
Lernen beginnen
czy juz jest lepiej?
Ik heb een panne met mijn auto.
Lernen beginnen
Zepsuł mi się samochód.
je moet de situatie aanvaarden
Lernen beginnen
musisz zaakceptować sytuację
de wandeling
Lernen beginnen
spacer
Het hof van beroep
Het hof van beroep wees zijn beroep af
Lernen beginnen
Sąd Apelacyjny
sad apelacyjny odrzucil jego apelacje
Dat zit niet in de service.
Lernen beginnen
To nie jest zawarte w usłudze.
Dat is niet inbegrepen.
Lernen beginnen
To nie jest uwzględnione.
willekeurig
Ik koos een willekeurig boek uit de kast.
Lernen beginnen
losowy
wybralem przypadkowa ksiazke z szafki
vermoedlijke
Lernen beginnen
podejrzewany, prawdobodony (np zysk)
verwijzing
Lernen beginnen
odniesienie
minutieus
Lernen beginnen
skrupulatnie
versleutelde
Lernen beginnen
zaszyfrowane
De huisarts gaf een verwijzing naar de cardioloog.
Lernen beginnen
Lekarz rodzinny skierował mnie do kardiologa.
zich verwijzen naar /verwees/verwezen
Lernen beginnen
odnosić się do /odnosił się/odniesiono się do
Ik zou naar de artikelen verwijzen als dat nodig is.
Lernen beginnen
odnioslbym sie do artykulow, jesli byloby by to potrzebne
De arts verwijst de patiënt naar een specialist.
Lernen beginnen
Lekarz kieruje pacjenta do specjalisty.
indrukwekkend
Lernen beginnen
imponujący
De huisarts verwees haar naar de cardioloog.
Lernen beginnen
Lekarz rodzinny skierował ją do kardiologa.
Hij zou de patiënt naar de fysiotherapeut verwijzen als dat nodig was.
Lernen beginnen
On skieruje pacjeta do fizjoterapeury, jesli to konieczne
wolkenkrabber
Lernen beginnen
wieżowiec
Ingaan op
De minister gaat in op de kritiek.
Lernen beginnen
odnosic sie
Minister odnosi sie do krytyki
plotseling
Hij werd plotseling stil.
Lernen beginnen
nagle
On nagle zamilkl

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.