→ HELP_2_les_3 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
het blad, dagblad Lernen beginnen		gazeta, gazeta codzienna
de krant Lernen beginnen		gazeta
het weekblad, maandblad Lernen beginnen		tygodnik, miesięcznik
het nieuwsmagazine, actualiteitenmagazine [let op de uitspraak] Knack is het Vlaamse nieuwsmagazine Lernen beginnen		czasopismo o tematyce politycznej, społecznej..., tygodnik opinii Knack to najważniejszy tygodnik opinii we Flandrii
het tijdschrift, opinietijdschrift Lernen beginnen		czasopismo, czasopismo opinii
de journalistiek Lernen beginnen		dziennikarstwo, żurnalistyka
de journalist, journaliste Lernen beginnen		dziennikarz, dziennikarka
de reporter, verslaggever Lernen beginnen		reporter
het artikel, krantenartikel Lernen beginnen		artykuł (w gazecie)
de reportage Lernen beginnen		reportaż
de krantenkop Lernen beginnen		nagłówek w gazecie
de pers Lernen beginnen		prasa
nuttig Lernen beginnen		pożyteczny
nodig Lernen beginnen		niezbędny
het lot 1. Ze is met haar lot tevreden 2. een lot uit de loterij trekken 3. Nu gaan we lootjes trekken Lernen beginnen		los 1. jest zadowolona ze swego losu 2. wygrać los na loterii 3. ciągniemy losy, losujemy
gedrukt Lernen beginnen		drukowany
de drukkerij Lernen beginnen		drukarnia
de drukinkt Lernen beginnen		farba drukarska
de opmaak (lay-out) Lernen beginnen		układ graficzny, layout
in verband met In verband met haar studie is ze naar Nederland gekomen Lernen beginnen		w związku z w związku ze studiami przyjechała do Holandii
afstuderen Lernen beginnen		ukończyć studia
afgestudeerd zijn in Ze is afgestudeerd in de neerlandistiek Lernen beginnen		ukończyć... ukończyła niderlandystykę
de afgestudeerde Lernen beginnen		absolwent, absolwentka
de afstudeerscriptie, eindscriptie Haar eindscriptie gaat over het krantensysteem in Nederland Lernen beginnen		praca magisterska, dyplomowa pisze pracę na temat prasy w Holandii
Milaan Lernen beginnen		Mediolan
onderzoek doen naar Ze doet onderzoek naar het krantensysteem in Nederland Lernen beginnen		prowadzić badania nad prowadzi badania nad prasą w Holandii
de gelegenheid (krijgen) Ik heb gelegeheid gekregen om in Nederland te komen studeren Lernen beginnen		okazja, szansa, sposobność trafiła się mi okazja do podjęcia studiów w Holandii
ontdekken 1. De docent heeft een complot ontdekt 2. In Nederland heb ik naar een krantenkiosk lopen zoeken Lernen beginnen		odkryć 1. nauczyciel odkrył spisek 2. w Holandii (chodziłam i) szukałam kisoku z gazetami
het station op het station Lernen beginnen		stacja na dworcu, na stacji kolejowej
zich abonneren op Ze is geabonneerd op Knack Lernen beginnen		wykupić abonament ma abonament Knacka
de abonnee Lernen beginnen		abonent, abonentka
het abonnement 1. Ze heeft een abonnement genomen op De Groene Amsterdammer 2. Hij heeft zijn abonnement opgezegd Lernen beginnen		abonament 1. wykupiła abonament na DGA 2. zrezygnował z abonamentu
de brievenbus Lernen beginnen		skrzynka pocztowa, skrzynka na listy
divers (= verschillend, verscheiden) Lernen beginnen		różny
landelijk landelijke dagbladen Lernen beginnen		krajowy, ogólnokrajowy gazety ogólnokrajowe
links / rechts georiënteerd Lernen beginnen		o orientacji lewicowej / prawicowej
plaatselijk Lernen beginnen		lokalny, miejscowy
verkrijgbaar 1. Het Internet is tegenwoordig overal verkrijgbaar 2. Metro is gratis verkrijgbaar op stations Lernen beginnen		dostępny, do nabycia 1. internet jest obecnie ogólnie / wszędzie dostępny 2. Metro dostępne jest bezpłatnie na dworcach
de buis Lernen beginnen		rura; telewizor
zappen Lernen beginnen		przeskakiwać z kanału na kanał
de afstandsbediening Lernen beginnen		pilot
het kanaal Lernen beginnen		kanał
de zender Lernen beginnen		stacja nadawcza, telewizyjna, radiowa; nadawca
zich verbazen over Lernen beginnen		zdumiewać się
verbaasd zijn over Lernen beginnen		być zdumionym
uitzonderlijk Lernen beginnen		wyjątkowy
de hartklachten Lernen beginnen		dolegliwości sercowe
de moordenaar, mordenares Lernen beginnen		morderca, morderczyni
de verkeersles Lernen beginnen		zajęcia o zasadach ruchu drogowego
neerstorten Het vliegtuig met 100 passagiers aan boord stortte in de zee neer Lernen beginnen		runąć na ziemię, spaść samolot z 100 pasażerów na pokładzie spadł do morza
afwaaien De wind heeft haar hoed afgewaaid Lernen beginnen		zwiać wiatr zwiał jej kapelusz z głowy
de dienst 1. Dienst Internationale Samenwerking 2. veilgheidsdienst Lernen beginnen		urząd, dział 1. Dział Współpracy z Zagranicą 2. służba bezpieczeństwa / ochrona
het jaaroverzicht Lernen beginnen		przegląd wydarzeń roku, raport roczny
becijferen Lernen beginnen		wyliczyć
besteden aan 1. Zij besteedt veel tijd aan lezen 2. Hij bestedt veel geld aan reizen 3. We moeten meer aandacht besteden aan de situatie van gezondheidszorg in Polen Lernen beginnen		przeznaczyć / poświęcić na 1. poświęca dużo czasu lekturze / czytaniu 2. wydaje dużo na podróże 3. musimy poświęcić więcej uwagi służbie zdrowia w Polsce
stijgen (steeg, gestegen) De prijzen stijgen elk jaar Lernen beginnen		wzrastać, rosnąć, iść w górę ceny rosną rok w rok.
de stijging Lernen beginnen		wzrost
het evenement Lernen beginnen		impreza; wydarzenie
afgelopen jaar Lernen beginnen		ubiegły rok
het/de WK-voetbal (het wereldkampioenschap) Lernen beginnen		mistrzostwa świata w piłce nożnej (MŚ)
het/de EK-voetbal (Europees kampioenschap) Lernen beginnen		mistrzostwa Europy w piłce nożnej (ME)
het kijkcijfer Lernen beginnen		oglądalność, liczba widzów
de kraker Lernen beginnen		hit, przebój, szlagier
bijdragen aan/tot (droeg bij, bijgedragen) Studenten neerlandistiek hebben aan het succes van het festival stevig bijgedragen Lernen beginnen		przyczynić się do studenci niderlandystyki przyczynili się znacznie do powodzenia festiwalu
stevig Lernen beginnen		mocny, silny, solidny
de kijker, luisteraar Lernen beginnen		widz, słuchacz
een gebrek aan 1. We hebben gebrek aan ruimte 2. bij gebrek aan beter Lernen beginnen		brak 1. brak nam przestrzeni / miejsca, 2. z braku laku, z braku czegoś lepszego, w zastępstwie czegoś
aantrekken (trok aan, aangetrokken) Dit programma trekt veel jonge kijkers aan Lernen beginnen		przyciągnąć ten program przyciąga wielu młodych widzów
de arbeidskracht Lernen beginnen		siła robocza
verdubbelen Lernen beginnen		podwoić,
de werkloosheid / werkeloosheid Lernen beginnen		bezrobocie
werkloos, werkeloos Tegenwoordig zijn miljoenen mensen in Europa werkloos Lernen beginnen		bez pracy, bezrobotny obecnie w Europie miliony ludzi są bez pracy
de bouwonderneming Lernen beginnen		firma budowlana
zijn heil zoeken bij/in 1. Ze zoeken hun heil bij illegalen 2. Ik zie er geen heil in Lernen beginnen		szukać ratunku w 1. szukają ratunku w nielegalnych imigrantach 2. myślę, że nie tędy droga!
de illegaal Lernen beginnen		nielegalny cudzoziemiec (brak pozwolenia pobytu)
de Europese Unie Lernen beginnen		Unia Europejska
werven In de zomer werven we nieuwe studenten Lernen beginnen		rekrutować, werbować, pozyskiwać w lecie rekrutujemy nowych studentów.
de overeenkomst Spanje heef met Marokko een overeenkomst getekend Lernen beginnen		umowa Hiszpania podpisała umowę z Marokiem
het uizendbureau Lernen beginnen		biuro pośrednictwa pracy
het emplooi Ze heeft emplooi gevonden in een vertaalbureau Lernen beginnen		zajęcie, zatrudnienie znalazła zatrudnienie w biurze tłumaczeń
de vluchteling Lernen beginnen		uchodźca
het onderdeel/auto-onderdeel/reserveonderdeel Het programma heeft drie onderdelen Lernen beginnen		część (składowa, samochodowa, zamienna) program ma trzy części
aan iets helpen Het bureau heeft duizenden vluchtelingen aan een baan geholpen Lernen beginnen		pomóc znaleźć Biuro pomogło znaleźć pracę tysiącom uchodźców.
de tandarts Lernen beginnen		dentysta, stomatolog
als opstap Lernen beginnen		jako bodziec, zachęta, wsparcie
het opstapje Lernen beginnen		schodek
de schatting Naar schatting is het tien duizend Lernen beginnen		szacunek, ocena szacunkowo 10.000
neerschieten (schoot neer, neergeschoten) Lernen beginnen		zastrzelić, postrzelić, zestrzelić
gewond De man is zwaargewond geraakt Lernen beginnen		ranny, zraniony meżczyzna został ciężko ranny.
de aanleiding Over de aanleiding is nog niets bekend Lernen beginnen		powód, przyczyna przyczyny nie są jeszcze znane.
de schietpartij Lernen beginnen		strzelanina
bomvol Lernen beginnen		nabity, przepełniony
arriveren Lernen beginnen		pojawić się, przybyć
gemiddeld Lernen beginnen		średnio, przeciętnie
opzetten Het uitzendbureau is opgezet als onderdeel van VWN Lernen beginnen		zorganizować, uruchomić, otworzyć (firmę, instytucję) biuro pośrednictwa pracy zostało utworzone jako część VWN.
doden (doodde, gedood) 1. Het is beter de tijd dan mensen te doden 2. Gij zult niet doden Lernen beginnen		zabić, uśmiercić 1. lepiej zabijać czas niz ludzi;) 2. nie zabijaj. [het 5de gebod]
het gebod De 10 geboden Lernen beginnen		przykazanie 10 przykazań
opvallen Lernen beginnen		zwracać uwagę
de oplage Lernen beginnen		nakład
ruim twee maal zo groot Lernen beginnen		ponad dwa razy większy
levensbeschouwelijk Lernen beginnen		światopoglądowy
de levensbeschouwing Lernen beginnen		światopogląd
de zuil Lernen beginnen		filar, kolumna; "filar światopoglądowy"
de omroep Lernen beginnen		RTV
publiekrechtelijk Lernen beginnen		dot. prawa powszechnego
de instelling Lernen beginnen		instytucja
aan bod komen Lernen beginnen		uzyskać swoją szansę, miec okazję
de radioketen Lernen beginnen		sieć radiowa
de keten een winkelketen Lernen beginnen		łańcuch, sieć sieć handlowa, sieć sklepów
aandacht besteden aan Lernen beginnen		poświęcać uwagę czemuś
de zender Lernen beginnen		stacja nadawcza, nadawca
beknopt Lernen beginnen		zwięzły
de opmaak=de lay-out Lernen beginnen		layout
de uitzending Lernen beginnen		audycja, transmisja
uitzenden Lernen beginnen		emitować, nadawać audycje / program

HELP_2_les_3

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr