→ Moja Lekcja → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
Vertrouwd Lernen beginnen		zaufany
Vertrouwelijk Lernen beginnen		poufny
Vervallen Lernen beginnen		anulować, zrujnowany
Vervelend Lernen beginnen		denerwujący
Vervoeren Lernen beginnen		transportować
Verwarmen Lernen beginnen		ogrzać
Verwekken Lernen beginnen		płodzić
Verwerpen Lernen beginnen		zrzec się
Verwezenlijken Lernen beginnen		ukończyć
Verwijt Lernen beginnen		wypomnienie (oskarżenie)
Vijandig Lernen beginnen		wrogi
Vissen Ik vis zeer graag. Lernen beginnen		wędkować Uwielbiam łowić ryby.
Visser Lernen beginnen		wędkarz
Vlot Lernen beginnen		płynnie, smooth
Voetstap voetstappen Lernen beginnen		krok, kroki
Voldoening Lernen beginnen		zadowolenie
Volgorde Lernen beginnen		kolejność
Volmaken, volmaakt Lernen beginnen		doskonalić, doskonały
Volstaan Lernen beginnen		wystarczać
Voltooien Lernen beginnen		skończyć (to complete)
Vonnis Lernen beginnen		werdykt
Voogd Lernen beginnen		opiekun
Voorgaan Lernen beginnen		poprzedzać
Voorganger Lernen beginnen		poprzednik
Voorheen Lernen beginnen		przed (before w czasie)
Voorlichting Lernen beginnen		informacja
Voormalig Lernen beginnen		były, ex
Voorschrijven Lernen beginnen		przpisać (recepte)
Voorspelling Lernen beginnen		pronoza, przewidywanie
Voortreffelijk Lernen beginnen		znakomity
Voortvloeien Lernen beginnen		wypływać z czegoś
Vooruitzicht Lernen beginnen		perspektywa
Vorderen, Vordering Lernen beginnen		progresować, progres
Vorst Lernen beginnen		mróz
Vreemdeling Lernen beginnen		nieznajomy
Vruchtbaar Lernen beginnen		płodny
Vurig Lernen beginnen		passionate
Waken Lernen beginnen		ochraniać
Wanhoop Lernen beginnen		rozpacz
Wankelen Lernen beginnen		chwiać się
Wantrouwen Lernen beginnen		nie ufać
Wederom Lernen beginnen		jeszcze raz
Weduwe Lernen beginnen		wdowa
Weerspiegelen Lernen beginnen		odzwierciedlić
Wegnemen Lernen beginnen		odebrać
Weldra Lernen beginnen		tak szybko jak
Welnu Lernen beginnen		więc teraz
Welvaart Lernen beginnen		dobrobyt
Wenen Lernen beginnen		płakać
Wenken Lernen beginnen		machnąć kiwnąć
Wenselijk Lernen beginnen		pożądany
Werkgelegenheid Lernen beginnen		szanse zatrudnienia
Wetgever Lernen beginnen		ustawodawca
Wetgeving Lernen beginnen		ustawodawstwo
Wiel Lernen beginnen		koło
Wijk Lernen beginnen		sąsiedztwo, okolica
Wijken Lernen beginnen		unikać, omijać
Wijsvinger Lernen beginnen		palec wskazujący
Wikkelen Lernen beginnen		zawinąć (w papier)
Wild Vergeet niet dat het verboden is om wilde dieren te voeren. Lernen beginnen		dziki Pamiętajcie, że karmienie dzikich zwierząt jest zabronione.
Woestijn Lernen beginnen		pustynia
Wolf Lernen beginnen		wilk
Wond Lernen beginnen		rana
Worstelen Lernen beginnen		uprawiać zapasy, siłować się
Woud Lernen beginnen		las
Wraak Lernen beginnen		zemsta
Wreed Het leven kan wreed zijn. Lernen beginnen		okrutny Życie potrafi być okrutne.
Wringen Lernen beginnen		wykręcić (ubranie, się)
Zeep Lernen beginnen		mydło
Zinken Lernen beginnen		tonąć
Zodoende Lernen beginnen		a zatem
Zoenen Lernen beginnen		pocałować
Zolder Lernen beginnen		poddasze
Zowat Lernen beginnen		tak mniejwięcej
Zuil Lernen beginnen		filar, kolumna
Zwaard Lernen beginnen		miecz
Zwangerschap Lernen beginnen		ciąża
Zwellen Lernen beginnen		spuchnąć
Zweren Ik zweer dat ik je taart niet heb gegeten. Lernen beginnen		przysięgać Przysięgam, że nie zjadłem twojego ciasta.
Aangeboren Lernen beginnen		wrodzony
Aanhalen Lernen beginnen		przywoływać
Aankoop Lernen beginnen		zakup
Aanmoedigen Mijn ouders moedigden me altijd aan om nieuwe uitdagingen te aannemen. Lernen beginnen		zachęcać Rodzice zawsze zachęcali mnie do podejmowania nowych wyzwań.
Aanraden Lernen beginnen		polecać
Aanvang Lernen beginnen		rozpoczęcie
Aanwenden Lernen beginnen		zastosować
Aanzetten Lernen beginnen		włączyć
Aarzeling Lernen beginnen		wątpliwość
Abrupt Lernen beginnen		nagle
Achteloos Lernen beginnen		na odwal sie, bez przykładania uwagi
Achteraan Lernen beginnen		z tyłu
Achterin Lernen beginnen		z tyłu
Achtervolgen Lernen beginnen		ścigać
Achterwege Lernen beginnen		pominięty
Acuut Sarah heeft acute rugpijn en wil thuis blijven. Lernen beginnen		natychmiastowy, ostry Sarah ma ostry ból pleców i chce zostać w domu.
Adel Lernen beginnen		szlachta
Adequaat Lernen beginnen		odpowiedni adekwatny
Ader Lernen beginnen		żyła
Adolescent Lernen beginnen		dorastający, młodociany
Adviseur Lernen beginnen		doradca
Afbeelden Lernen beginnen		obrazować
Afbreken Lernen beginnen		złamać się
Afdoen Lernen beginnen		bagatelizować
Afgaan Lernen beginnen		polegać
Afgevaardigde Lernen beginnen		zastępca
Afgrond Lernen beginnen		przepaść
Afmeting Lernen beginnen		wymiar
Afschaffen Lernen beginnen		znieść
Afval Lernen beginnen		odpad
Akelig Lernen beginnen		straszny
Aldaar Lernen beginnen		tam
Algeheel Lernen beginnen		ogólnie
Alhoewel Lernen beginnen		mimo że
Alledaags Lernen beginnen		codziennie
Alsook Lernen beginnen		także (as well)
Altar Lernen beginnen		ołtarz
Ambt Lernen beginnen		gabinet
Amper Lernen beginnen		ledwo
Asbak Lernen beginnen		popielniczka
Atelier Lernen beginnen		pracownia
Attitude Lernen beginnen		nastawienie atutuda
Autonoom Lernen beginnen		autonomiczny
Baai Lernen beginnen		zatoka
Babbelen Lernen beginnen		czat, pogaduchy
Baden Lernen beginnen		brać kąpiel
Balk Lernen beginnen		belka
Baren Mijn vrouw heeft net de tweelingen gebaard. Lernen beginnen		rodzić Moja żona właśnie urodziła bliźniaki.
Bedaren Lernen beginnen		uspokajać
Bederven Lernen beginnen		zepsuć
Bedrog Lernen beginnen		oszustwo
Bedwingen Lernen beginnen		powstrzymać
Beek Lernen beginnen		potok
Begaafd Lernen beginnen		utalentowany
Begeren, Begeerte Lernen beginnen		pożądać, pożądanie
Beheer Lernen beginnen		zarządzanie
Behoedzaam Lernen beginnen		ostrożny
Beker Lernen beginnen		kubek
Beklagen Lernen beginnen		narzekać
Bekleden Lernen beginnen		pokryć
Bekommeren Lernen beginnen		martwić sie o kogoś
Bekwaam Lernen beginnen		kompetentny zdolny do
Belonen Zijn moeite werd beloond. Lernen beginnen		nagradzać Jego wysiłki zostały nagrodzone.
Benaming Lernen beginnen		przenaczenie
Benodigd Lernen beginnen		wymagany
Benoeming Lernen beginnen		nominacja
Bepleiten Lernen beginnen		błagać
Bereik Lernen beginnen		zasięg
Beroven Lernen beginnen		okraść, obrobić
Berucht Lernen beginnen		zniesławiony
Beslissend Lernen beginnen		decydujący
Bestanddeel Lernen beginnen		składnik
Bestemmingsplan Lernen beginnen		plan docelowy
Betreuren Ik betreur het dat ik niet gaan studeren heb. Lernen beginnen		Żałować Żałuję, że nie poszedłem na studia.
Betwijfelen Lernen beginnen		powątpiewać, wątpić
Bevinding Lernen beginnen		odkrycie
Bevriend Lernen beginnen		przyjacielsko
Bevriezen Het water bevriest bij 0 graden Celsius. Lernen beginnen		przymarzać Woda zamarza w temperaturze 0 stopni Celsjusza.
Bewerkstelligen Lernen beginnen		dokonywać
Bewind Lernen beginnen		rządy, władanie
Bijkomen Lernen beginnen		wyzdrowieć, iść w parze(dodawać)
Binnendringen Lernen beginnen		wtargnąć
Binnenkant Lernen beginnen		wewnątrz
Blijkens Lernen beginnen		według, odwołując sie do
Blijvend Lernen beginnen		stały
Boerin Lernen beginnen		wieśniaczka
Boon Lernen beginnen		fasola
Boren Lernen beginnen		wiercić
Botsen, botsing Lernen beginnen		uderzyć samochodem, stłuczka
Bouwwerk Lernen beginnen		budynek
Bovenal Lernen beginnen		ponad wszystko
Bovengenoemd Lernen beginnen		powyżej
Brein Lernen beginnen		umysł
Brok Lernen beginnen		kawałek
Brommen Lernen beginnen		szumić
Brouwerij Lernen beginnen		browar
Bui Lernen beginnen		prysznic
Buit Lernen beginnen		łup
Buitenaf Lernen beginnen		na zewnątrz
Buitenstaander Lernen beginnen		outsider
Cabine Lernen beginnen		kabina
Charmant Lernen beginnen		uroczy
Charme Lernen beginnen		urok
Cognitief Lernen beginnen		poznawczy
Concilie Lernen beginnen		rada
Construeren Lernen beginnen		konstruować
Correct Lernen beginnen		poprawny
Dader Lernen beginnen		sprawca
Dankzij Lernen beginnen		dzieki komuś
Darm Lernen beginnen		jelito
Delven Lernen beginnen		kopać w kopalni
Dempen Lernen beginnen		niemy
Denkbeeldig Lernen beginnen		wyimaginowany
Deskundig Lernen beginnen		ekspercki
Deugen Lernen beginnen		grzeczny, usłuchany
Dierenarts Lernen beginnen		weterynarz
Doeltreffend Lernen beginnen		efektywnie
Donder Lernen beginnen		grzmot
Donderen Lernen beginnen		grzmieć
Doodstil Lernen beginnen		smiertelnie cicho
Doormaken Lernen beginnen		iść przez
Doorstaan Lernen beginnen		znosić
Dopen Lernen beginnen		chrzcić
Dosis Lernen beginnen		dawka
Doven Lernen beginnen		gasić
Dozijn Lernen beginnen		tuzin
Drifting Lernen beginnen		agresywny
Dulden Lernen beginnen		tolerować
Duurzaam Lernen beginnen		zrównoważony
Dwang Lernen beginnen		przymus
Echtscheiding Lernen beginnen		rozwód
Edel Lernen beginnen		szlachetny
Eer Lernen beginnen		honor
Eik Lernen beginnen		dąb
Enkeling Lernen beginnen		indiwidualny
Erfelijk, erfenis Lernen beginnen		dziedziczny, dziedzictwo
Etalage Lernen beginnen		wystawa sklepowa
Evengoed Lernen beginnen		równie dobrze
Eventjes Lernen beginnen		chwilowo
Evenwichtig Lernen beginnen		zrównoważony
Ezel Lernen beginnen		osioł
Fabricant Lernen beginnen		wytwórca
Fataal Lernen beginnen		fatalny
Fauteuil Lernen beginnen		fotel
Feestelijk Lernen beginnen		uroczysty
Fonds Lernen beginnen		fundusz
Fruit Lernen beginnen		owoc
Gadeslaan Lernen beginnen		obserwować
Gangbaar Lernen beginnen		powszechny, czesto spotykany
Gapen Lernen beginnen		ziewać
Garanderen, garantie Lernen beginnen		gwarantować, gwarancja
Gebaren Lernen beginnen		gesty
Gebieden Lernen beginnen		obszary
Gebit Lernen beginnen		uzębienie
Gebod Lernen beginnen		przykazanie
Gebrekkig Lernen beginnen		wadliwy
Gecompliceerd Lernen beginnen		skomplikowany
Gediend Lernen beginnen		zaserwowane
Geding Lernen beginnen		pozew sądowy
Geode Lernen beginnen		kłopot
Geit Lernen beginnen		koza
Gelang Lernen beginnen		w zależności
Geliefd Lernen beginnen		kochany
Gelijk, gelijken Lernen beginnen		równy, równać się
Gelijkenis Lernen beginnen		podobieństwo
Gelovige Lernen beginnen		osoba wierząca
Gemeentebestuur Lernen beginnen		administracja gminna
Gemeenteraad Lernen beginnen		samorzád lokalny
Genegenheid Lernen beginnen		skłonność
Geneigd Lernen beginnen		skłonny
Genie Lernen beginnen		geniusz
Gereedschap Lernen beginnen		narzędzia
Geruim Lernen beginnen		obszerny
Geruststellen Lernen beginnen		pocieszać
Geslaagd Lernen beginnen		odnoszący sukcesy
Getuigenis Lernen beginnen		świadectwo
Geuren Lernen beginnen		czuć zapach
Gewaarwording Lernen beginnen		wrażenie, uczucie
Giftig Lernen beginnen		toksyczny
Glans Lernen beginnen		blask
Glorie Lernen beginnen		chwała
Godhead Lernen beginnen		bóstwo
Goedheid Lernen beginnen		dobroć
Graan Lernen beginnen		ziarno
Griezelig Lernen beginnen		creepy
Grijns Lernen beginnen		szeroki usmiech
Grilling Lernen beginnen		kapryśny
Grimmig Lernen beginnen		ponury
Grondstof Lernen beginnen		surowiec
Grondwet Lernen beginnen		konstytucja
Halverwege Lernen beginnen		w połowie drogi
Handelaar Lernen beginnen		handlowiec
Handpalm Lernen beginnen		palma
Hartstochtelijk Lernen beginnen		namiętny, z pasją
Hecht Lernen beginnen		blisko (osob)
Heden Lernen beginnen		dzień dzisiejszy
Heengaan Lernen beginnen		iść stąd
Heimelijk Lernen beginnen		potajemnie
Heimwee Lernen beginnen		nostalgia
Herkomst Lernen beginnen		pochodzenie
Hervorming Lernen beginnen		reforma
Hiel Lernen beginnen		obcas
Hinderlijk Lernen beginnen		denerwujący
Hoesten Mijn man hoestte zo luid dat hij me wakker heeft gemaakt. Lernen beginnen		kaszleć Mój mąż kaszlał tak głośno, że mnie obudził.
Hoezo Hoezo kom je niet? Lernen beginnen		jak to Jak to nie przyjdziesz?
Hok Lernen beginnen		strych
Honing Lernen beginnen		miód
Hoofdkwartier Lernen beginnen		siedziba główna
Houvast Lernen beginnen		uchwyt
Hurken Hurk, anders ziet hij je! Lernen beginnen		kucać Kucnij, bo inaczej cię zobaczy!
Ijverig Lernen beginnen		pracowity
Inbrengen Lernen beginnen		wprowadzenie
Incident Lernen beginnen		incydent
Indelen Lernen beginnen		klasyfikować
Ineen Lernen beginnen		w jednym
Ingreep Lernen beginnen		interwencja
Inheems Lernen beginnen		rodzimy
Inlichten Lernen beginnen		poinformować
Inschakelen Lernen beginnen		przełączyć
Inslaan Lernen beginnen		robić zapasy
Installeren Ik heb het nieuwste besturingssysteem geïnstalleerd op mijn laptop. Lernen beginnen		instalować Zainstalowałem najnowszy system operacyjny na moim laptopie.
Instemming Lernen beginnen		zgoda
Instinctief Lernen beginnen		instynktownie
Intensiteit Lernen beginnen		intensywność
Interactie Lernen beginnen		interakcja
Intrekken Lernen beginnen		wchodzić, move in (zamieszkać razem, (wejśc w mięso)
Inval Lernen beginnen		nalot
Irriteren Lernen beginnen		irytować
Jaloezie Lernen beginnen		zazdrość
Janken Lernen beginnen		skomleć
Japon Lernen beginnen		suknia
Juichen Lernen beginnen		dopingować
Juweel Lernen beginnen		klejnot
Kabel Lernen beginnen		kabel
Kachel Lernen beginnen		podgrzewacz
Kalk Lernen beginnen		wapno
Kanon Lernen beginnen		armata
Kapel Lernen beginnen		kaplica
Karwei Lernen beginnen		robota
Kas Lernen beginnen		szklarnia
Kei Lernen beginnen		bardzo
Kenbaar Lernen beginnen		poznawalny
Kenmerkend Lernen beginnen		charakterystyka
Keten Lernen beginnen		łańcuch (chain of shops)
Ketter Lernen beginnen		heteryk
Keuren Lernen beginnen		zatwierdzać
Kier Lernen beginnen		uchylony
Kiezer Lernen beginnen		wyborca
Klaarblijkelijk Lernen beginnen		widocznie
Klaarmaken Lernen beginnen		przygotować coś
Kletsen Lernen beginnen		small talk
Kleven Lernen beginnen		przykleić
Klomp Lernen beginnen		chodak drewniany
Koepel Lernen beginnen		kopuła
Koor Lernen beginnen		chór
Koppelen Lernen beginnen		łączyć
Korst Lernen beginnen		crust, skorupa
Kous Lernen beginnen		skarpeta
Kraag Lernen beginnen		kołnierz
Krachtens Lernen beginnen		na mocy...
Krijger Lernen beginnen		wojownik
Krijsen Lernen beginnen		piszczeć
Krimpen Lernen beginnen		kurczyć się
Kwellen Lernen beginnen		dręczyć
Kwetsen Sorry, ik wilde jou niet kwetsen. Lernen beginnen		sprawiać ból psychiczny Przepraszam, nie chciałem cię zranić.
Kwijtraken Lernen beginnen		stracić
Ladder Lernen beginnen		drabina
Lanceren Lernen beginnen		uruchomić (to launch)
Lever Lernen beginnen		wątroba
Leverancier Lernen beginnen		dostawca
Lies Lernen beginnen		pachwina
Loeien Lernen beginnen		muczeć
Luchten Lernen beginnen		wietrzyć
Luidruchtig Lernen beginnen		głośny
Luik Lernen beginnen		właz
Maagd Lernen beginnen		dziewica
Malen Lernen beginnen		szlifować
Matig Lernen beginnen		przeciętny
Matroos Lernen beginnen		marynarz
Meedelen Lernen beginnen		ogłosić
Meedogenloos Lernen beginnen		bezwzględny
Melding Lernen beginnen		powiadomienie
Menig Lernen beginnen		wiele
Merendeel Lernen beginnen		znaczna część
Middernacht Lernen beginnen		północ
Minachting Lernen beginnen		pogarda
Misleiden Lernen beginnen		zwodzic, wprowadzać w błąd
Misselijk Lernen beginnen		nudny
Moeras Lernen beginnen		bagno
Monnik Lernen beginnen		mnich
Munt Lernen beginnen		moneta
Nachtmerrie Lernen beginnen		koszmar
Namiddag Lernen beginnen		popołudnie
Nederlaag Lernen beginnen		porażka
Nier Lernen beginnen		nerka
Nijdig Lernen beginnen		wkurzony
Noodlot Lernen beginnen		los
Nors Lernen beginnen		gburowaty
Notaris Lernen beginnen		notariusz
Nutteloos Lernen beginnen		nieprzydatny, bezuzyteczny
Offeren Lernen beginnen		złożyć w ofierze
Omroep Lernen beginnen		stacja nadawcza
Omweg Lernen beginnen		objazd
Onafgebroken Lernen beginnen		bez przerwy
Onderdak Lernen beginnen		schron
Ondergrond Lernen beginnen		podłoże
Onderhandelen Je zou over een hoger salaris moeten onderhandelen. Lernen beginnen		negocjować Powinnaś wynegocjować wyższą pensję.
Onderschatten Lernen beginnen		niedoceniać
Onderscheiding Lernen beginnen		nagroda, wyróżnienie
Ondervragen De rechter wil de beschuldigde onmiddellijk verhoren. Lernen beginnen		przesłuchać Sędzia chce natychmiast przesłuchać oskarżonego.
Ongeacht Lernen beginnen		niezależnie od tego
Ongelijk Lernen beginnen		źle, nie mieć racji
Ongemerkt Lernen beginnen		niezauważony
Onherroepelijk Lernen beginnen		nieodwołany
Onmacht Lernen beginnen		inpotencja
Onnodig Lernen beginnen		zbędny
Onnozel Lernen beginnen		głupiutki
Onophoudelijk Lernen beginnen		bez przerwy
Onrecht Lernen beginnen		niespraiedliwość
Ontelbaar Lernen beginnen		niepoliczalne
Ontplooien Lernen beginnen		rozwijać się
Ontroeren Lernen beginnen		poruszać (emocjonalnie)
Ontsteking Lernen beginnen		infekcja
Ontzettend Lernen beginnen		niewiarygodnie
Ooglid Lernen beginnen		powieka
Oogpunt Lernen beginnen		pukt widzenia
Oosters Lernen beginnen		orienatlny
Opbergen Lernen beginnen		odłożyć
Opdringen Ik hoop dat ik me dringt niet op. Lernen beginnen		narzucić Mam nadzieję, że się nie narzucam...
Opduiken Lernen beginnen		pojawić się
Openbaring Lernen beginnen		objawienie, ujawnienie
Opendoen Lernen beginnen		odblokować
Opleiden Lernen beginnen		krztałcić, szkolić
Opletten Lernen beginnen		zwracać uwagę, uważać
Opluchten Lernen beginnen		uwolnić się
Oppassen Lernen beginnen		uważać, być ostrożnym
Opschieten Schiet op! Lernen beginnen		pospieszyć się Pospiesz się!
Opstelling Lernen beginnen		ustawienia, setup
Opstijgen Lernen beginnen		wznosić się
Opvoeren Lernen beginnen		zintefisykować
Ordenen Lernen beginnen		organizować
Oriënteren Lernen beginnen		orientować się
Orkest Lernen beginnen		orkiestra
Ouderdom Lernen beginnen		straość
Oudheid Lernen beginnen		antyk
Overdragen Lernen beginnen		przekazywać, transferować
Overeenkomstig Lernen beginnen		taki sam
Overgave Lernen beginnen		poddanie się
Overgeven Lernen beginnen		wymiotować
Overleggen Lernen beginnen		omawiać, dyskutować
Overleveren Lernen beginnen		przekazać
Overschrijden Lernen beginnen		przkraczać (limit)
Overslaan Lernen beginnen		pomijać
Oversteken Je moet de brug oversteken en rechtdoor gaan. Lernen beginnen		Przekroczyć drogę Musisz przejść przez most i iść prosto.
Overtrading Lernen beginnen		naruszenie
Overtreffen De resultaten hebben mijn verwachtingen overtroffen. Lernen beginnen		przewyższać Wyniki przewyższyły moje oczekiwania.
Overvloedig Lernen beginnen		obfity
Overwegend Lernen beginnen		przeważnie
Peil Lernen beginnen		poziom
Pensioen Lernen beginnen		emerytura
Pest Lernen beginnen		plaga
Piekeren Lernen beginnen		zamartwiać się
Piepen Lernen beginnen		piszcze
Pikken Lernen beginnen		dziobać
Plantage Lernen beginnen		plantacja
Plas Lernen beginnen		kałuża
Portefeuille Lernen beginnen		portfel
Potentieel Lernen beginnen		potencjalny
Potlood Lernen beginnen		ołówek
Predikant Lernen beginnen		kaznodzieja
Pretentie Lernen beginnen		pretensja
Projecteren Lernen beginnen		projektować
Rangschikken Lernen beginnen		ułożyć, zorganizować
Ratelen Lernen beginnen		grzechocić
Rechtvaardig De beslissing van de rechter was rechtvaardig. Lernen beginnen		sprawiedliwy Decyzja sędziego była sprawiedliwa.
Reduceren Het bedrijf heeft zijn reclamebudget gereduceerd. Lernen beginnen		zredukować Firma zredukowała swój budżet reklamowy.
Reiziger Lernen beginnen		podróznik
Respecteren Hij zou zijn ouders respecteren. Lernen beginnen		respektować, szanować Powinien szanować swoich rodziców.
Resteren Lernen beginnen		pozostać
Resulteren Lernen beginnen		wynikać
Richtlijn Lernen beginnen		dyrektywa, wytyczna
Ridder Lernen beginnen		rycerz
Riet Lernen beginnen		trzcina
Rillen Lernen beginnen		trząść się
Roeien Lernen beginnen		wiosłować
Romp Lernen beginnen		tors, kadłub
Roosteren Lernen beginnen		grilować przysmażać
Rot Deze vruchten zijn rot. Lernen beginnen		zgniły Te owoce są zgniłe.
Route Lernen beginnen		trasa
Ruïne Lernen beginnen		ruina
Ruisen Lernen beginnen		szeleścić
Schemering Lernen beginnen		zmierzch
Schijf Lernen beginnen		dysk
Schim Lernen beginnen		cień
schommelen Lernen beginnen		huśtać się, flactuate
Schotel Lernen beginnen		danie
Schrapen Lernen beginnen		zeskrobać
Schrift Lernen beginnen		pismo
Schuilplaats Lernen beginnen		kryjówka
Sierlijk Lernen beginnen		wdzięczny
Slaperig Ik was zo slaperig dat ik meteen naar bed ging. Lernen beginnen		śpiący Byłem tak senny, że od razu poszedłem się spać.
Slavernij Lernen beginnen		niewolnictwo
Slordig Lernen beginnen		niechlujny
Smeren Lernen beginnen		smarować
Speelgoed Lernen beginnen		zabawka
Speels Lernen beginnen		playful
Spleet Lernen beginnen		pęknięcie
Spook Lernen beginnen		duch
Stampen Lernen beginnen		tupać
Star Lernen beginnen		sztywny
Sterkte Lernen beginnen		powodzenia
Stiekem Lernen beginnen		potajemnie
Stier Lernen beginnen		byk
Stikken Lernen beginnen		dławić
Stoot Lernen beginnen		uderzenie
Strekking Lernen beginnen		esencja
Stro Lernen beginnen		słoma
Strooien Lernen beginnen		posypać
Sussen Lernen beginnen		uspokoić
Tandarts Lernen beginnen		dentysta
Tegenzin Lernen beginnen		niechęć
Terloops Lernen beginnen		od niechcenia
Teug Lernen beginnen		łyk
Tevergeefs Lernen beginnen		na próżno
Tevoorschijn Lernen beginnen		odkryć się, pojawić
Tezamen Lernen beginnen		razem
Timmeren Lernen beginnen		wbijać gwoździe
Tint Lernen beginnen		odcień
Toekijken Lernen beginnen		oglądać I nic nie robić
Toespraak Lernen beginnen		przemówienie
Toewijzen Lernen beginnen		przydzielać
Truc Lernen beginnen		sztuczka
Uitdagen Lernen beginnen		wyzwać (na pojedynek)
Uiteenzetten, uiteenzetting Lernen beginnen		rozebrać problem na części I wytłumaczyć
Uiteinde Lernen beginnen		koniec przedmiotu
Uitgeput Lernen beginnen		wyczerpany
Uitgestrekt Lernen beginnen		rozciągnięty
Uitgroeien Lernen beginnen		wyrastać z czegoś
Uitkiezen Lernen beginnen		wybierać
Uitroepen Lernen beginnen		zawołać
Uitslag Lernen beginnen		wynik, wysypka
Uitstappen Stap uit de bus bij de volgende halte. Lernen beginnen		wysiąść Wysiądź z autobusu na następnym przystanku.
Uitstellen Lernen beginnen		odraczać, opóźniać
Uittrekken Lernen beginnen		wyciągnąć
Uitvallen Lernen beginnen		wypaść
Uitvinding Lernen beginnen		wynalazek
Uitweg Lernen beginnen		droga do wyjścia
Uitzending Lernen beginnen		wysłanie na assigment
Uitzoeken Lernen beginnen		zbadać, zinwestygować
Urenlang Lernen beginnen		godzinami, długo
Vaas Lernen beginnen		wazon
Vanwaar Lernen beginnen		skąd (pochodzi)
Vastbesloten Lernen beginnen		ustalony
Verantwoorden Ik kan niet mijn afwezigheid verantwoorden. Lernen beginnen		uzasadniać Nie umiem usprawiedliwić swojej nieobecności.
Verbeelden Lernen beginnen		zobrazować
Verblinden Lernen beginnen		oślepić
Verbond Lernen beginnen		przymierze, alliance
Verbouwen Lernen beginnen		przebudować
Verdacht Lernen beginnen		podejrzany
Verdienste Lernen beginnen		zasługa
Verdoven Lernen beginnen		znieczulić
Verdrinken Hulp, ik verdrink! Lernen beginnen		topic się Ratunku, topię się!
Verduidelijken Lernen beginnen		wyjaśniać
Vereiste Lernen beginnen		wymagany
Vereren Lernen beginnen		czcić, składać honory
Verfijnen Lernen beginnen		oczyścić
Vergeefs Lernen beginnen		na próżno
Verhoging Lernen beginnen		wzniesienie
Verhoor Lernen beginnen		przesłuchanie
Verjagen Lernen beginnen		odgonić
Verkennen Lernen beginnen		explorować
Verleiding Lernen beginnen		pokusa
Verlengen Lernen beginnen		rozciągać, poszerzać
Verlof Lernen beginnen		urlop
Verlopen Lernen beginnen		przedawniony
Vermindering Lernen beginnen		zmniejszenie
Vermoeidheid Lernen beginnen		zmęczenie
Vernielen Lernen beginnen		niszczyć
Vernieuwen Lernen beginnen		odnowić
Verontwaardiging Lernen beginnen		oburzenie
Verovering Lernen beginnen		podbój
Verraad Lernen beginnen		zdrada
Verrukkelijk Lernen beginnen		zachwycający
Verscheuren Lernen beginnen		rozerwać
Verschrikken Lernen beginnen		przerazić
Verstandelijk Lernen beginnen		psychicznie
Versterking Lernen beginnen		wzpocnienie
Verteren Lernen beginnen		strawić
Verveling Lernen beginnen		Nuda
Verven Lernen beginnen		malować
Vervolg Lernen beginnen		kontynuacja
Verward Marijke was zo verward dat ze niet wist wat ze moest doen. Lernen beginnen		zmieszany Marijke była tak zdezorientowana, że nie wiedziała, co robić.
Verwisselen Lernen beginnen		wymieniać
Verwondering Lernen beginnen		zaskakujący
Verzoenen Lernen beginnen		pogodzić się
Verzwakken Lernen beginnen		osłabiać
Verzwijgen Lernen beginnen		ukryć (prawde)
Vet Volgens mij was het eten te vet. Lernen beginnen		tłuszcz Według mnie, jedzenie było zbyt tłuste.
Vijver Lernen beginnen		staw
Vingertop Lernen beginnen		opuszek palca
Vloeistof Lernen beginnen		ciecz
Voertuig Lernen beginnen		pojazd
Volop Lernen beginnen		wiele
Volslagen Lernen beginnen		całkowicie
Vondst Lernen beginnen		znalezisko
Vonk Lernen beginnen		iskra
Vooraanstaand Lernen beginnen		wybitny
Voorbaat Lernen beginnen		z góry, in advance
Voorlezen Lernen beginnen		czytać komuś, na głos
Voornemen Lernen beginnen		zamiar
Vooroordeel Lernen beginnen		uprzedznie
Voorouder Lernen beginnen		przodek
Voorstander Lernen beginnen		rzecznik
Voortbestaan Lernen beginnen		przetrwanie
Voortgaan Lernen beginnen		kontynuować
Voorval Lernen beginnen		występowanie
Vredig Lernen beginnen		spokojna sytuacja
Vreedzaam Lernen beginnen		spokojna osoba
Vriezen Lernen beginnen		zamarzać
Waanzin Lernen beginnen		szaleństwo
Waarnemer Lernen beginnen		obserwator
Weefsel Lernen beginnen		chusteczka do nosoa
Weerhouden Lernen beginnen		wstrzymać
Weerklinken Lernen beginnen		rezonowac, echo
Weerloos Lernen beginnen		bezbronny
Weigering Lernen beginnen		odmowa
Weiland Lernen beginnen		łąka
Weren Lernen beginnen		zapobiegać
Werkloze Lernen beginnen		bezrobotny
Wetboek Lernen beginnen		kodeks
Wiegen Lernen beginnen		kołysać
Wijf Lernen beginnen		suka
Wijfje Lernen beginnen		suczka
Wonderbaarlijk Lernen beginnen		wspaniale
Zaaien Lernen beginnen		siać
Zadel Lernen beginnen		siodło
Zakenman Lernen beginnen		biznesmen
Zedelijk Lernen beginnen		mornie, przyzwoicie
Zeeman Lernen beginnen		marynarz
Zeil Lernen beginnen		żagiel
Zelfvertrouwen Lernen beginnen		pewność siebie
Zetel Lernen beginnen		siedzenie
Zeuren Lernen beginnen		dokuczać
Zijkant Lernen beginnen		bok
Zintuig Lernen beginnen		zmysł
Zoemen Lernen beginnen		bzyczeć
Zoen Lernen beginnen		pocałunek
Zuinig Lernen beginnen		oszczędny
Zweten Lernen beginnen		pocić się

Moja lekcja

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr