→ Moja Lekcja → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
Het aandachtspunt Lernen beginnen		punkt uwagi
Aangezien Lernen beginnen		na podstawie
Aarzelen, de aarzeling Lernen beginnen		wachać się
Begeleiden, de begeleiding Lernen beginnen		przewodzić
De geest Geloof je in geesten? Lernen beginnen		duch Czy wierzysz w duchy?
Geloofwaardig Lernen beginnen		godny uwierzenia
Gespannen Lernen beginnen		spięty
Inademen, de inademing Lernen beginnen		Wdychać
Indien Lernen beginnen		jeżeli
Mits Lernen beginnen		pod warunkiem
Naarmate Lernen beginnen		po tym jak
nagenieten van Lernen beginnen		wspominać
Ofschoon Lernen beginnen		Chociaż
Ondertussen Lernen beginnen		w międzyczasie
Overbelast Lernen beginnen		przeciążony
Toevoegen aan, de toevoeging Lernen beginnen		dodać
Trouw Lernen beginnen		wierny
De uitademing Lernen beginnen		Wydech
Uitvinden, de uitvinding Lernen beginnen		odkrywać, odkrycie
iets niet Uitvlakken Lernen beginnen		nie odrzucaj tej możliwości
Verrassen, de verrassing Lernen beginnen		zaskakiwać, niespodzianka
Waarnemen, de waarneming Lernen beginnen		dostrzeć, dostrzeżenie
De schoonheid Lernen beginnen		Piękno
Bewaren Lernen beginnen		przechowywać
De Gebeurtenis Lernen beginnen		zdarzenie
Aanmaken Lernen beginnen		stworzyć
Afleiden uit Lernen beginnen		wychodzić z założenia
Afwijken, de afwijking Lernen beginnen		zbaczać, dewiacja
Zich Beheersen, de beheersing Lernen beginnen		kontrolować się, kontrola
Beslist Lernen beginnen		przekonany
Boeien Lernen beginnen		szukać czegoś interesującego
Boeiend Lernen beginnen		interesujące
Doordringend tot Lernen beginnen		docierać do (zrozumieć)
Elders Lernen beginnen		gdzieś indziej
Zich Ergen aan, de ergernis Lernen beginnen		denerwować sie na, coś denerwującego
Fel Lernen beginnen		intensywnie
Gooien naar Lernen beginnen		rzucać
Haastig Lernen beginnen		w pośpiechu
Knikken Lernen beginnen		przytakować
Koste wat kost Lernen beginnen		no matter what
Onverstandig Lernen beginnen		nierozsądny
Onvoorstelbaar Lernen beginnen		niewyobrażalny
Overdrijven Lernen beginnen		przesadzić
Overmatig Lernen beginnen		przesadzone
De schande, schandelijk Lernen beginnen		wstyd, wstydliwe
Schromelijk Lernen beginnen		Extremly, heel erg
Staren Lernen beginnen		gapić się
Tokortkomen Lernen beginnen		brakować czegoś
Telkens Lernen beginnen		za każdym razem
Toeteren Lernen beginnen		trąbić
De troep Lernen beginnen		bałagan(junk)
De uiting Lernen beginnen		demonstracja uczuć
Zich verheven voelen Lernen beginnen		czuć sie wyniesionym
Verslaadf zijn aan, de verslaving Lernen beginnen		być uzależnionym od, uzależnienie
Het verstandig, verstandig Lernen beginnen		rozsądny, rozsądnie
Verwarren, verwarring Lernen beginnen		zagmatwać się, zagmatwany
De vrijbuiter Lernen beginnen		osoba robiąca co chce
Zowat Lernen beginnen		Prawie, poprostu
coulant Lernen beginnen		elastycznie, na luzie
excessief Lernen beginnen		nadmierny
aan de grond raken Lernen beginnen		bankrutowa
zich haasten de haast Lernen beginnen		spieszyc się, pośpiech
de handen uit de mouwen steken Lernen beginnen		wziąść sie za coś
keurslijf Lernen beginnen		wziąść w kajdany (prawne, zyciowe)
leuteren Lernen beginnen		gadać nonsens
iets in de markt zetten Lernen beginnen		wprowadzić coś nowego (biznesowo)
iemand met de neus op de feiten drukken Lernen beginnen		pointing facts
er is iets niet in orde Lernen beginnen		coś jest nie ok
aan de slag gaan Lernen beginnen		getting startet zaczynać
sprake zijn van Lernen beginnen		w wyniku, case of
ter sprake komen Lernen beginnen		przedyskutować
stapelen Lernen beginnen		układać w wieżę
iets waar je U tegen zegt Lernen beginnen		być pod wrażeniem
dan wordt het een ander verhaal Lernen beginnen		to nie dotyczy
in de war raken/zijn Lernen beginnen		być zmiesznaym
het weerwoord Lernen beginnen		odpowiedź (counter argument)
De Evacuatie/ de ontruiming Lernen beginnen		Ewakuacja
Het noodweer Lernen beginnen		Burza/ Obrona własna
De dreiging/ het gevaar Lernen beginnen		groźba - niebezpieczeństwo
De tegenvaller Lernen beginnen		wpadka/ zawód
De teleurstelling Lernen beginnen		rozczarowanie
Opvang Lernen beginnen		ośrodek opiekuńczy
Instorten Lernen beginnen		zawalić się
Glad Het weefsel is glad en erg zacht. Lernen beginnen		śliski/ osoba niewiarygodna Tkanina jest gładka i bardzo miękka.
Ondeugend Lernen beginnen		niegrzeczny
Vastberaden Lernen beginnen		zdeterminowany
Verleidelijk Lernen beginnen		kuszący, uwodzicielski
Galant Lernen beginnen		szarmacki
Stoer Lernen beginnen		silny/odważny taught guy
Nuchter Lernen beginnen		trzeźwy
Attent Lernen beginnen		spostrzegawczy
Bescheiden Wees bescheiden en nederig. Lernen beginnen		skromny Bądź skromna i pokorna.
Gastvrij Lernen beginnen		gościnny
Gedreven Lernen beginnen		zmotywowany
Gevoelig Lernen beginnen		uczuciowy
Gewetensvol Lernen beginnen		Sumienny
Gezagsgetrouw Lernen beginnen		trzymający się zasad
Knuffelbaar Lernen beginnen		przytulaśny
Krachtig Lernen beginnen		potęzny
Leergierig Lernen beginnen		żądny wiedzy
Lenig Lernen beginnen		zwinny, rozciągnięty
Moedig Het is niet makkelijk om moedig te zijn. Lernen beginnen		odważny Nie jest łatwo być odważnym.
Ondernemend Lernen beginnen		przedsiębiorczy
Passievol Lernen beginnen		pełny pasjii
Ruimdenkend Lernen beginnen		szeroko myślący
Stijlvol Lernen beginnen		stylowy
Vergevensgezind Lernen beginnen		wyrozumiały
Verstandig Lernen beginnen		rozsądny
Vrijgevig Lernen beginnen		Hojny
Zelfstandig Lernen beginnen		niezależny
Warmee Lernen beginnen		z czym
De Vergissing Lernen beginnen		pomyłka
De Prestaties Lernen beginnen		osiągnięcia
In wezen Lernen beginnen		na ogół
Neigen/ de neiging Lernen beginnen		mieć tendencje/ tendencja
Redelijk Stop met lachen! Ik heb een redelijk advies nodig. Lernen beginnen		rozsądny, w miare Przestańcie się śmiać! Potrzebuję rozsądnej rady.
Beleidigen/ de beleidiging Lernen beginnen		obrazić/ obraza
Keurig Lernen beginnen		schludny, dobrze
Beweren/ de bewering Lernen beginnen		twierdzić/ twierdzenie
Ondergeschikt Lernen beginnen		podrzędny
De Huid Lernen beginnen		skóra
Gaaf Lernen beginnen		fajnie
Toegeven aan Lernen beginnen		przyznać sie do
Iets opgevallen Lernen beginnen		cos sie rzuciło w oczy
Bedroefd Lernen beginnen		smutny
Verslag Lernen beginnen		raport
Opstel Lernen beginnen		praca pisemna
het aandeel Lernen beginnen		część
het komt je niet aanwaaien Lernen beginnen		nie przychodzi do Ciebie (za darmo)
benadrukken Het is belangrijk om je sterke punten te benadrukken. Lernen beginnen		położyć nacisk, podkreślić To ważne, żeby podkreślać swoje zalety.
geen blad voor de mond nemen Lernen beginnen		nie bać sie mówić/ mówić co ma sie na myśli
braaf Lernen beginnen		dobrze wychowany, dobrze się zachowujący
het gelijk aan je zijde hebben Lernen beginnen		having the right on your side
gelijkwaardig Lernen beginnen		rówowartościowy, o tej samej wartości
in het geweer komen Lernen beginnen		zaczynać odpowiadać/ bronić się
de gunst Lernen beginnen		przysługa, korzyść, łaskska
geen haar op m'n hoofd die daaraan denkt Lernen beginnen		thats not gonna happen
hoop Ik hoop dat het je lukt. Lernen beginnen		nadzieja Mam nadzieję, że ci się uda.
jargon Lernen beginnen		Slang
klusje Lernen beginnen		little praca
klussen Lernen beginnen		majsterkować
litteken Lernen beginnen		blizna
iets onder de loep nemen Lernen beginnen		wziasć pod lupę
moeizaam Lernen beginnen		Mozolny
de naald Lernen beginnen		igła
met name Lernen beginnen		W szczególności
ontkomen aan Lernen beginnen		uciec od (escape from), przeskoczyć cos
de ontroering, ontroerend Lernen beginnen		poruszac emocjonalnie
zich opmaken uit Lernen beginnen		wydobyć (np z tekstu)
de opvang Lernen beginnen		ośrodek pomocy
opvangen Lernen beginnen		łapać
opzichtig Lernen beginnen		jaskrawy
overigens Lernen beginnen		nawiasem mówiąc
de overtuiging, overtuigen Lernen beginnen		przekonanie, przekonywać
pittig Lernen beginnen		pikantny
de rimpel Lernen beginnen		zmarszczka
je sporen achterlaten Lernen beginnen		zostawić swoją pracę albo co sie zrobiło
van top tot teen Lernen beginnen		całkowicie
uitbundig Lernen beginnen		żywiołowy
uitgaan van Lernen beginnen		zakładać coś (assume)
de verdeling verdelen Lernen beginnen		podział, dzielić
verpesten Lernen beginnen		zniszczyć (to **** up)
de versiering, versieren Lernen beginnen		dekoracja, dekorować
in de weer zijn Lernen beginnen		być zajętym bussy
het voor het zeggen hebben Lernen beginnen		mieć ostatnie słowo
zielig Lernen beginnen		żałosne
zwerven Lernen beginnen		wędrować
de aanpak, aanpakken Lernen beginnen		podejście, podejść do sprawy
de aanraking, aanraken Lernen beginnen		dotyk, dotykać
aanspreken Lernen beginnen		odezwać się, apelować
aanstellen Lernen beginnen		wyznaczać (to appooint)
de aanstelling, aanstellen Lernen beginnen		spotkanie (appointment), wyznaczać (to appooint)
achterhaald Lernen beginnen		przestarzały
afdwingen Lernen beginnen		wymuszać
de afkomst, afkomstig Lernen beginnen		pochodzenie
de behandeling, behandelen Lernen beginnen		kuracja, zająć się/ załatwić coś
bevorderen Lernen beginnen		promować
daadwerkelijk Lernen beginnen		tak właściwie
dankzij Lernen beginnen		dzięki komuś/czemuś
eisen, de eis Lernen beginnen		wymagać, wymóg
fatsoenlijk Iedereen weet dat het een fatsoenlijke familie is. Lernen beginnen		przyzwoity Wszyscy wiedzą, że to przyzwoita rodzina.
gemengd Lernen beginnen		wymieszany
geruime tijd Lernen beginnen		od jakiegoś czasu
de gids Lernen beginnen		przewodnik
grof Lernen beginnen		szorstki
inrichten, de inrichting Lernen beginnen		ustawiać, ustawienie
de inspelen op Lernen beginnen		w odpowiedzi na, wykorzystując dla własnych korzyści
de inzet, zich inzetten voor Lernen beginnen		wysiłek, zaangażować się/ coś
de kleuter Lernen beginnen		maluch (dziecko)
de kring Lernen beginnen		okrąg
de leidinggevende, de leiding Lernen beginnen		kierownik, przywództwo
mede Lernen beginnen		również
de meerderheid Lernen beginnen		większość
mislukken Lernen beginnen		zawieść nie udać się
mopperen Lernen beginnen		narzekać
omspringen met Lernen beginnen		radzić sobie z
de onderdrukking, onderdrukken Lernen beginnen		opresja, stłumić
het onderhoud, onderhouden Lernen beginnen		utrzymanie, utrzymywać
ondersteunen Lernen beginnen		wspierać
opeisen Lernen beginnen		domagać się
de opvatting, opvatten Lernen beginnen		koncepcja, pojąć
platteland Lernen beginnen		prowincja
de prestatie Lernen beginnen		osiągnięcie
de schets, schetsen Lernen beginnen		szkic, szkicować
uitsluitend Lernen beginnen		wyłącznie
vandaar Lernen beginnen		w związku z tym
vanouds Lernen beginnen		niegdyś
de verhouding Lernen beginnen		związek
zich verzetten tegen, het verzet Lernen beginnen		opieraćsię/ przeciwstawiać, opór
vloeiend Lernen beginnen		fluent
voortijdig Lernen beginnen		przedwcześnie
de werkelijkheid Lernen beginnen		rzeczywistość
wijden aan Lernen beginnen		poświęcać się, jest poświęcone czemuś
gevorderd Lernen beginnen		zaawansowane,(prace)

Moja lekcja

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr