→ Moja Lekcja → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
Ja byłam chora. Lernen beginnen		Ik was ziek.
Ja szłam do sklepu Lernen beginnen		Ik ging naar de winkel
Ja widziałam Lernen beginnen		ik zag
wstawać Lernen beginnen		opstaan
Wstałam Lernen beginnen		ik stond op
wstaję Lernen beginnen		Ik sta op
Wstanę jutro o 8:00. Lernen beginnen		Ik ga morgen om 8.00 uur opstaan.
Wstaję jutro o 8:00. Lernen beginnen		Ik sta morgen om 8.00 uur ochtend op.
Tylko, ALE Lernen beginnen		Alleen MAAR
człowiek, ludzie Lernen beginnen		mens, mensen
niezależny, samodzielny Lernen beginnen		zelfstandige
zadawać pytanie Lernen beginnen		vraag stellen
wyjątek Lernen beginnen		uitzondering
dzisiaj, obecnie, teraźniejszość Lernen beginnen		tegenwoordig
żywopłot Lernen beginnen		heg
pałac Lernen beginnen		paleis
rycerz Lernen beginnen		ridder
nudzić się Lernen beginnen		zich vervelen

Moja lekcja