Toggle navigation
Erstellen Sie ein Konto
Anmelden
Karteikarten erstellen
Kurse
języki obce
niderlandzki
Moja lekcja
Moja lekcja
0
272 Datenblatt
katarzynamatusik5
Lernen beginnen
mp3 downloaden
×
Perfekt für Zuhörer
–
verwandeln Sie Ihre Worte in Audiocurs und lernen Sie:
wenn Sie mit dem Bus oder dem Auto fahren
mit einem Hund spazieren gehen
Warten in der Warteschlange
vor dem Zubettgehen
Diese Funktion ist nur für Premium-Benutzer verfügbar.
aktiviere das Premiumkonto
Beispielaufnahme
Drucken
×
Perfekt außerhalb des Hauses
–
drucke deine Worte:
als praktische Liste
als Teile geschnitten werden
Diese Funktion ist nur für Premium-Benutzer verfügbar.
aktiviere das Premiumkonto
Musterausdruck
spielen
überprüfen
Frage
Antworten
noga (razem ze stopą)
Lernen beginnen
het been/benen
reka
Lernen beginnen
de arm
ramię
Lernen beginnen
de schouder
głowa
Lernen beginnen
het hoofd
włosy
Lernen beginnen
het haar
oczy
Lernen beginnen
de ogen
nos
Lernen beginnen
de neus
usta
Lernen beginnen
de mond
uszy
Lernen beginnen
de oren
broda
Lernen beginnen
de baard
zarost
Lernen beginnen
stoppels
wąsy
Lernen beginnen
de snor
zęby
Lernen beginnen
de tanden
szyja
Lernen beginnen
de nek
kolano
Lernen beginnen
de knie
kości
Lernen beginnen
het bot
łydka
Lernen beginnen
de kuit
udo
Lernen beginnen
de dij
podbródek
Lernen beginnen
de kin
brzuch
Lernen beginnen
de buik
plecy
Lernen beginnen
de rug
piersi
Lernen beginnen
de borst
ucho
Lernen beginnen
het oor
stopa
Lernen beginnen
de voet
palec
Lernen beginnen
de vinger
kciuk
Lernen beginnen
de duim
iść pieszo
Lernen beginnen
wandelen/ te voet gaan
krótki
Lernen beginnen
kort
niski
Lernen beginnen
klein
gruby
Lernen beginnen
dik
szczupły
Lernen beginnen
slank
silny
Lernen beginnen
sterk
brzydki
Lernen beginnen
lelijk
chudy
Lernen beginnen
mager
mądry
Lernen beginnen
wijs
głupi
Lernen beginnen
dom
szczęśliwy
Lernen beginnen
gelukkig
smutny
Lernen beginnen
treurig
zły
Lernen beginnen
boos
bystry
Lernen beginnen
intelligent
roztargniony
Lernen beginnen
verstrooid
bezczelny
Lernen beginnen
brutaal
skąpy
Lernen beginnen
gierig
nerwowy
Lernen beginnen
nerveus
nieśmiały
Lernen beginnen
schuchter
uparty
Lernen beginnen
koppig
ambitny
Lernen beginnen
ambitieus
radosny
Lernen beginnen
vrolijk
uczciwy
Lernen beginnen
eerlijk
cierpliwy
Lernen beginnen
geduldig
grzeczny
Lernen beginnen
beleefd
zyczliwy
Lernen beginnen
welwillend
miły
Lernen beginnen
lief
lojalny
Lernen beginnen
trouw
godny zaufania
Lernen beginnen
betrouwbaar
serdeczny
Lernen beginnen
hartelijk
hojny
Lernen beginnen
vrijgevig
dyskretny
Lernen beginnen
discreet
pewny siebie
Lernen beginnen
zelfverzekerd
lekkoduch
Lernen beginnen
zorgeloos
przyjacielski
Lernen beginnen
vriendelijk
zły
Lernen beginnen
slecht
bardziej, więcej
Lernen beginnen
meer
mniej
Lernen beginnen
minder
charakter
Lernen beginnen
het karakter
nastrój
Lernen beginnen
het humeur
prosty
Lernen beginnen
eenvoudig
miłość
Lernen beginnen
de liefde
kochać
Lernen beginnen
houden van
nienawiść
Lernen beginnen
de haat
nienawidzić
Lernen beginnen
haten
obojętny
Lernen beginnen
onverschillig
wrażliwy
Lernen beginnen
gevoelig
uczucia
Lernen beginnen
gevoelens
śmiać się z
Lernen beginnen
lachen
rozmowny
Lernen beginnen
spraakzaam
cichy
Lernen beginnen
stil
pesymista
Lernen beginnen
de pessimist
optymista
Lernen beginnen
de optimist
realista
Lernen beginnen
de realist
emocja
Lernen beginnen
de emotie
intencja
Lernen beginnen
de intentie
nadzieja
Lernen beginnen
de hoop
ciekawy
Lernen beginnen
interessant/geinteresseerd
zazdrość
Lernen beginnen
jaloezie
zawiść
Lernen beginnen
afgunst
Wyglądasz dobrze.
Lernen beginnen
Je ziet er goed uit.
Jestem w złym nastroju.
Lernen beginnen
Ik heb een slecht humeur.
Ona jest wyższa od niej
Lernen beginnen
Zij is langer dan hij.
On jest tak silny jak Stalon
Lernen beginnen
Hij is zo sterk als Stallon
Ona jest bardzo ładna.
Lernen beginnen
Ze is erg mooi.
On jest za nerwowy.
Lernen beginnen
Hij is te nerveus.
On jest źle wychowany.
Lernen beginnen
Hij is slecht opgevoed.
Oni są nieuprzejmi
Lernen beginnen
Ze zijn onvriendelijk.
Lubię ją
Lernen beginnen
Ik vind het leuk/ Ik vind haar aardig.
Kees jest lubiany
Lernen beginnen
Kees is geliefd
Ona ma długie, blond włosy i niebieskie oczy.
Lernen beginnen
Ze heeft lang, blond haar en blauwe ogen.
zarozumiały
Lernen beginnen
verwaand
zupełnie, całkowicie
Lernen beginnen
volledig, totaal
czoło
Lernen beginnen
het voorhoofd
brew
Lernen beginnen
de wenkbrauw
rzęsa
Lernen beginnen
de wimper
nozdrza
Lernen beginnen
neusgaten
szczęka
Lernen beginnen
de kaak
łydka
Lernen beginnen
de kuit
pośladek
Lernen beginnen
de bil
biodro
Lernen beginnen
de heup
paznokieć u ręki
Lernen beginnen
de nagel
biały
Lernen beginnen
wit
czarny
Lernen beginnen
zwart
czerwony
Lernen beginnen
rood
zielony
Lernen beginnen
groen
zółty
Lernen beginnen
geel
niebieski
Lernen beginnen
blauw
pomarańczowy
Lernen beginnen
oranje
różowy
Lernen beginnen
roze
brązowy
Lernen beginnen
bruin
szary
Lernen beginnen
grijs
fioletowy
Lernen beginnen
paars
granatowy
Lernen beginnen
donkerblauw
kapelusz
Lernen beginnen
de hoed
bluzka/koszula
Lernen beginnen
de blouse / het overhemd
buty
Lernen beginnen
de schoenen
sandały
Lernen beginnen
de sandalen
wysokie buty
Lernen beginnen
de hoge laarzen
sweter
Lernen beginnen
de trui
spodnie
Lernen beginnen
de broek
koszula
Lernen beginnen
het t-shirt
płaszcz
Lernen beginnen
de coat
rękawiczki
Lernen beginnen
de handschoenen
spódnica
Lernen beginnen
de rok
sukienka
Lernen beginnen
de jurk
kurtka
Lernen beginnen
de jas
skarpetki
Lernen beginnen
de sokken
rajstopy
Lernen beginnen
de panty
biustonosz
Lernen beginnen
beha
kamizelka
Lernen beginnen
het vest
krawat
Lernen beginnen
de stropdas
garnitur
Lernen beginnen
het pak
majtki
Lernen beginnen
het slipje
bielizna
Lernen beginnen
het ondergoed
wzór
Lernen beginnen
het motief
w paski
Lernen beginnen
gestreept
w kropki
Lernen beginnen
gestippeld
w kratkę
Lernen beginnen
geruit
gładki
Lernen beginnen
effen
kolorowy
Lernen beginnen
kleurig
bawełna
Lernen beginnen
het katoen
wełna
Lernen beginnen
de wol
jedwab
Lernen beginnen
de zijde
skóra
Lernen beginnen
huid/ het leer
robić zakupy
Lernen beginnen
winkelen/ boodschappen doen
kupować
Lernen beginnen
kopen
sprzedawać
Lernen beginnen
verkopen
płacić
Lernen beginnen
betalen
przymierzać
Lernen beginnen
proberen op/ passen
rozglądać się
Lernen beginnen
rondkijken
sklep
Lernen beginnen
de winkel
sprzedawca
Lernen beginnen
de verkoper
klient
Lernen beginnen
de klant
rozmiar
Lernen beginnen
grootte/ de maat
cena
Lernen beginnen
de prijs
pieniądze
Lernen beginnen
het geld
gotówka
Lernen beginnen
contant geld
oferta specjalna
Lernen beginnen
de speciale aanbieding
wyprzedaż
Lernen beginnen
de uitverkoop
rabat
Lernen beginnen
de korting
bankomat
Lernen beginnen
Geldautomaat/bankautomaat/pinautomaat
karta bankowa
Lernen beginnen
de pinpas
kantor
Lernen beginnen
het wisselkantoor
W czym mogę pomóc?
Lernen beginnen
Kan ik u helpen?
Czego Pan sobie życzy?
Lernen beginnen
Wat wenst u?
Tylko się rozglądam.
Lernen beginnen
Ik kijk alleen even rond.
Chciałbym kupić krawat.
Lernen beginnen
Ik zou graag een stropdas willen kopen.
Wezmę to.
Lernen beginnen
Ik neem deze.
Z czego to jest zrobione?
Lernen beginnen
Wat is het van gemaakt?
Czy macie ta sukienke mniejszą o jeden rozmiar?
Lernen beginnen
Heeft u deze jurk een maat kleiner/groter?
Jaki rozmiar Pani nosi?
Lernen beginnen
Welke maat je draagt?/ Wat voor maat heeft u?
Gdzie jest przymierzalnia?
Lernen beginnen
Waar is de paskamer?
Gdzie jest najbliższy bankomat?
Lernen beginnen
Waar is de dichtstbijzijnde geldautomaat?
na przykład
Lernen beginnen
bijvoorbeeld
oczywiście
Lernen beginnen
natuurlijk
przykro mi
Lernen beginnen
Helaas
tylko
Lernen beginnen
alleen
już
Lernen beginnen
al
w takim razie dziękuję
Lernen beginnen
Dan gaat het over, bedankt.
posiłek
Lernen beginnen
de maaltijd
sniadanie
Lernen beginnen
het ontbijt
deser
Lernen beginnen
het nagerecht de dessert
kolacja
Lernen beginnen
het diner
stolik
Lernen beginnen
de tafel
widelec
Lernen beginnen
de vork
nóż
Lernen beginnen
het mes
łyżka
Lernen beginnen
de lepel
łyżeczka
Lernen beginnen
het lepeltje
szklanka
Lernen beginnen
het glas
talerz
Lernen beginnen
het bord
obrus
Lernen beginnen
het tafelkleed
krzesło
Lernen beginnen
de stoel
chleb
Lernen beginnen
het brood
bułka
Lernen beginnen
het broodje
zupa
Lernen beginnen
de soep
masło
Lernen beginnen
de boter
dzem
Lernen beginnen
de jam
ser
Lernen beginnen
de kaas
kurczak
Lernen beginnen
de kip
wieprzowina
Lernen beginnen
het varkensvlees
wołowina
Lernen beginnen
het rundvlees
cięlęcina
Lernen beginnen
het kalfsvlees
ryba
Lernen beginnen
de vis
frytki
Lernen beginnen
de Friet patat
ryż
Lernen beginnen
de rijst
filiżanka kawy
Lernen beginnen
een kopje koffie
kubek herbaty
Lernen beginnen
een beker thee
butelka soku
Lernen beginnen
een flesje sap
szklanka mleka
Lernen beginnen
een glas melk
woda mineralna
Lernen beginnen
het mineraalwater
woda gazowana
Lernen beginnen
spa rood
woda niegazowana
Lernen beginnen
spa blauw
kieliszek wina
Lernen beginnen
een glaasje wijn
słodkie
Lernen beginnen
zoet
wytrwane
Lernen beginnen
droog
lody
Lernen beginnen
het ijs
ciasto
Lernen beginnen
het gebak
cukier
Lernen beginnen
het suiker
mąka
Lernen beginnen
het meel
makaron
Lernen beginnen
de pasta
sól
Lernen beginnen
het zout
pieprz
Lernen beginnen
de peper
wędliny
Lernen beginnen
vleeswaren
owoce
Lernen beginnen
het fruit
jabłko
Lernen beginnen
de appel
gruszka
Lernen beginnen
de peer
pomarańcza
Lernen beginnen
de sinaasappel
winogron
Lernen beginnen
de druif
arbuz
Lernen beginnen
de watermeloen
sliwka
Lernen beginnen
pruim
brzoskwinia
Lernen beginnen
de perzik
banan
Lernen beginnen
de banaan
czarna porzeczka
Lernen beginnen
de zwarte bes
truskawka
Lernen beginnen
de aardbei
wisnia
Lernen beginnen
de kers
malina
Lernen beginnen
de framboos
warzywa
Lernen beginnen
groenten
marchew
Lernen beginnen
wortel
groszek
Lernen beginnen
de erwt
kukurydza
Lernen beginnen
maes
cebula
Lernen beginnen
de ui
pomidor
Lernen beginnen
de tomaat
ziemniak
Lernen beginnen
de aardappel
ogóre
Lernen beginnen
de komkommer
kalafior
Lernen beginnen
de bloemkool
czosnek
Lernen beginnen
de knoflook
sałata
Lernen beginnen
de sla
cytryna
Lernen beginnen
de citroen
seler
Lernen beginnen
de selderij
burak
Lernen beginnen
de biet
pietruszka
Lernen beginnen
de peterselie
gorzki
Lernen beginnen
bitter
kwasny
Lernen beginnen
zuur
ostry
Lernen beginnen
scherp
kelner
Lernen beginnen
de kelner ober
rachunek
Lernen beginnen
de rekening
danie głowne
Lernen beginnen
de hoofdgerecht
zamowienie
Lernen beginnen
de bestelling
napiwek
Lernen beginnen
de fooi
jestem glodny
Lernen beginnen
ik heb honger
jestem spragniony
Lernen beginnen
Ik heb dorst
Ten stolik jest zarezerwowany
Lernen beginnen
Deze tabel is gereserveerd
czy moge przyjac zamowienie
Lernen beginnen
mag ik uw bestelling opnemen?
chcialbym zlozyc zamowienie
Lernen beginnen
Ik zou graag willen bestellen
poprosze kurczaka grilowanego z frytkami
Lernen beginnen
gegrilde kip met frietjes, alstublieft
Karteikarten erstellen
niderlandzki
Siehe ähnliche Fiche:
irregular dutch verbs
thema 4
ndls
My lesson
Woordenlijst 4.5 dutch
Motivatie
Irregular verbs lesson 2
My lesson
Lichaamsdelen
Lesson 2
Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.
×
Main
Der Fortschrittsbalken
Uhr
Erzwingen gute Antwort
Inhalt
Text
Beispieltext
Bilder
Aufnahmen
Aufnahmen beispiels
Aufnahmen nativen
Betonen Grammatik
Optionen Rezept
ignorieren:
Räume
nationalen Zeichen
Klammern
Zeichensetzung
empfindlich
kein Gegenstand des Artikels
vereint Verknüpfungen
bestellen
Fehler melden
Danke für den Hinweis :)
1
2
3
4
überprüfen
weiter
Ich bin direkt ↑
(
Tipp:
Durch Drücken
der Eingabetaste
hält die Antwort so
schlecht
Tip2:
zurück zu der Frage zu sehen, klicken Sie auf den Merkzettel )
Ich weiß nicht,
I
Antwort anzeigen
überprüfen
weiter
Ich bin direkt ↑
(
Tipp:
Durch Drücken
der Eingabetaste
hält die Antwort so
schlecht
Tip2:
zurück zu der Frage zu sehen, klicken Sie auf den Merkzettel )
Gut gemacht, gut Sie gehen :)
Der Schöpfer ist die Flashkarte Katarzynamatusik5Punkt
Klicken Sie auf Ihre eigenen Lernkarten erstellen :)
Wenn Sie bereit bevorzugen, versuchen Sie unsere professionelle Kurse.
Business English (deutsche Version) - Small talk
versuchen Sie es kostenlos
Business English (deutsche Version) - IT
versuchen Sie es kostenlos
Wiederholen Sie alle
Wiederholen schwieriger
Ende der Runde
1
Summe
Runde
I
Ich weiß nicht,
1
(
)
(
)
Nächste Runde
Wiederholen Sie, was Sie nicht wissen,
`
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
-
=
Deutsch
English
American English
Français
italiano
Nederlands, Vlaams
Norsk
język polski
português
русский язык
Svenska
español
українська мова
gjuha shqipe
العربية
euskara
беларуская мова
български език
中文, 汉语, 漢語
dansk
Esperanto
eesti keel
føroyskt
suomen kieli
galego
Gàidhlig
ქართული
ελληνικά
עברית
हिन्दी, हिंदी
Bahasa Indonesia
Íslenska
日本語, にほんご
ייִדיש
ಕನ್ನಡ
Қазақша
català, valencià
한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語
hrvatski jezik
latine
latviešu valoda
lietuvių kalba
Lëtzebuergesch
bahasa Melayu, بهاس ملايو
Malti
македонски јазик
Papiamento
فارسی
Português brasileiro
rumantsch grischun
limba română
српски језик
slovenský jazyk
slovenski jezik
ไทย
český jazyk
Xitsonga
Setswana
Türkçe
magyar
اردو
Tiếng Việt
isiXhosa
isiZulu
q
w
e
r
t
y
u
i
o
p
[
]
\
a
s
d
f
g
h
j
k
l
;
'
z
x
c
v
b
n
m
,
.
/
Ctrl + Alt
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
×
Wählen Sie die richtige Antwort
neuer Test
×
Entdecken Sie alle Paare in der kleinsten Anzahl von Zügen!
0
Treppe
Neues Spiel:
4x3
5x4
6x5
7x6
×
einloggen
einloggen
Einloggen
Anmelden oder E-Mail
Passwort
Einloggen
Passwort vergessen?
Sie haben noch kein Konto?
einloggen
einloggen
Erstellen Sie ein Konto
Starten Sie den Kurs als Geschenk :)
Kostenlos. Ohne Verpflichtungen. Kein Spam.
Ihre E-Mail-Adresse
Erstellen Sie ein Konto
Haben bereits ein Konto?
Ich akzeptiere die
Vorschriften
und
Datenschutzrichtlinie