Toggle navigation
Erstellen Sie ein Konto
Anmelden
Karteikarten erstellen
Kurse
języki obce
niderlandzki
Moja lekcja
Moja lekcja
0
107 Datenblatt
margoatelier
Lernen beginnen
mp3 downloaden
×
Perfekt für Zuhörer
–
verwandeln Sie Ihre Worte in Audiocurs und lernen Sie:
wenn Sie mit dem Bus oder dem Auto fahren
mit einem Hund spazieren gehen
Warten in der Warteschlange
vor dem Zubettgehen
Diese Funktion ist nur für Premium-Benutzer verfügbar.
aktiviere das Premiumkonto
Beispielaufnahme
Drucken
×
Perfekt außerhalb des Hauses
–
drucke deine Worte:
als praktische Liste
als Teile geschnitten werden
Diese Funktion ist nur für Premium-Benutzer verfügbar.
aktiviere das Premiumkonto
Musterausdruck
spielen
überprüfen
Frage
Antworten
ubierać się
Lernen beginnen
aandoen / deed aan/ deden aan/ aangedaan(hebben)
przybywać
Lernen beginnen
aankomen / kwam aan/ kwamen aan/ aangekomen (zijn)
myć (naczynia)
Lernen beginnen
afwassen /waste af/wasten af/afgewassen (hebben)
piec (coś)
Lernen beginnen
bakken / bakte/ bakten/gebakkten (hebben)
zaczynac
Lernen beginnen
beginnen / begon / begonnen/ begonnen (zijn)
rozumieć
Lernen beginnen
begrijpen - begreep-begrepen-(hebben) begrepen
obchodzić się
Lernen beginnen
behangen - behing- begingen (hebben) behangen
poruszać się
Lernen beginnen
bewegen - bewoog- bewogen - (hebben) bewogen
odwiedzać
Lernen beginnen
bezoeken - bezocht - bezochten - (hebben) bezocht
gryźć
Lernen beginnen
bijten- beet- beten -(hebben) gebeten
dmuchać
Lernen beginnen
blazen - blies - bliezen - (hebben) geblazen
zostać
Lernen beginnen
blijven - bleef- bleven - (zijn) gebleven
łamać
Lernen beginnen
breken - brak - braken -(hebben) gebroken
przynosić
Lernen beginnen
brengen - bracht - brachten - (hebben) gebracht
myśleć
Lernen beginnen
denken- dacht - dachten - (hebben) gedacht
robić
Lernen beginnen
doen - deed - deden - (hebben) gedaan
nosić
Lernen beginnen
dragen - droeg - droegen - (hebben) gedragen
pić
Lernen beginnen
drinken - draonk - dronken - (hebben) gedronken
jeść
Lernen beginnen
eten - at - aten - (hebben) gegeten
iść
Lernen beginnen
gaan - ging - gingen- (zijn) gegaan
leczyć
Lernen beginnen
genezen - genas- genazen - (hebben) gegeven
leczyć
Lernen beginnen
genezen - genas - genazen - (hebben) genezen
dawać
Lernen beginnen
geven - gaf - gaven - (hebben) gegeven
odlewać
Lernen beginnen
gieten - goot - goten - (hebben) gegoten
wieszać
Lernen beginnen
hangen - hing - hingen - (hebben) gehad
mieć
Lernen beginnen
hebben - had - hadden - (hebben) gehad
pomagać
Lernen beginnen
helpen - hielp - hielpen - (hebben) geholpen
trzymać
Lernen beginnen
houden (van) - hield - hielden - (hebben) gehouden
połamać
Lernen beginnen
inbreken - brak in - braken in - (hebben) ingebroken
zażywać
Lernen beginnen
innemen - nam in - namen in - (hebben) ingenomen
wybierać
Lernen beginnen
kiezen - koos - kozen - (hebben) gekozen
patrzeć
Lernen beginnen
kijken - keek - keken - (hebben) gekeken
wspinać się
Lernen beginnen
klimmen - klom - klommen - (hebben) geklommen
przyjdź
Lernen beginnen
komen - kwam - kwamen - (zijn) gekomen
kupować
Lernen beginnen
kopen - kicht- kochten - (hebben) gekocht
dostać
Lernen beginnen
krijgen- kreeg- kregen- (hebben) gekregen
móc
Lernen beginnen
kunnen - kon - konden - (hebben) gekund
śmiać się
Lernen beginnen
lachen - lachte - lachten - (hebben) gelachen
pozwolić
Lernen beginnen
laten - liet - lieten (hebben) gelaten
czytać
Lernen beginnen
lezen - las - lazen - (hebben) gelezen
kłaść
Lernen beginnen
leggen - legde - legden - (hebben/zijn) gelegd
leżeć
Lernen beginnen
liggen - lag - lagen -(hebben) gelegen
chodzić
Lernen beginnen
lopen - liep - liepen - (hebben/zijn) gelopen
spełniać
Lernen beginnen
kwijten - kweet - kweten - (hebben) gekweten
ładować
Lernen beginnen
laden - ladde - laadden - (hebben/zijn) geladen
wziąść
Lernen beginnen
meenemen - nam mee - namen mee - (hebben) meegenomen
pójść
Lernen beginnen
meegaan - ging mee - gingen mee - (zijn) meegegaan
wziąść, zabrać
Lernen beginnen
meenemen - nam mee - namen mee - (hebben) meegenomen
musieć
Lernen beginnen
moeten - moest - moesten - (hebben) gemoeten
może, móc
Lernen beginnen
mogen - mocht - mochten - (hebben) gemogen
popatrzeć, sprawdzić
Lernen beginnen
nakijkje - keek na - keken na - (hebben) nagekeken
brać
Lernen beginnen
nemen - nam - nemen - (hebben) genomen
zbadać
Lernen beginnen
onderzoeken - onderzocht - onderzochten - (hebben) onderzocht
śniadanie jeść
Lernen beginnen
ontbijten - ontbeet - ontbeten - (hebben) ontbeten
wstawać
Lernen beginnen
opstaan - stond op - stonden op - (zijn) opgestaan
przejść
Lernen beginnen
oversteken - stak over - staken over - (zijn) overgestoken
napaść
Lernen beginnen
overvallen - overviel - overvielen - (hebben) overvallen
jechać
Lernen beginnen
rijden - reed - reeden - (hebben/zijn) gereden
krzyczeć
Lernen beginnen
roepen - riep - riepen - (hebben) geroepen
rozdzielić coś
Lernen beginnen
scheiden - scheidde - scheidden - (zijn) gescheiden
świeci, błyszczeć, świecić
Lernen beginnen
schijnen - de zon scheen- de zon heeft geschenen
pisać
Lernen beginnen
schrijven - schreef- schreven - (hebben) geschreven
spać
Lernen beginnen
slapen - sliep- sliepen - (hebben) geslapen
zamykać coś
Lernen beginnen
sluiten - sloot - sloten - (hebben) gesloten
cięcie
Lernen beginnen
snijden - sneed - sneden - (hebben) gesneden
mówić
Lernen beginnen
spreken - sprak - spraken - (hebben) gesproken
skakać
Lernen beginnen
springen - sprong - sprongen - (hebben) gesorongen
stać
Lernen beginnen
staan - stond - stonden - (hebben) gestaan
dźgać
Lernen beginnen
steken - stak - staken - (hebben) gestoken
ukraść
Lernen beginnen
stelen - stal - stalen - (hebben) gestolen
umierać
Lernen beginnen
sterven - strief - stierven - (zijn) gestorven
wzrosnąć - wzrosła - wzrosła - Rose (muszą)
Lernen beginnen
stijgen - steeg - stegen - (hebben) gestegen
prasować
Lernen beginnen
strijken - streek - streken - (hebben) gestreken
wziąć
Lernen beginnen
treffen - trof - troffen - (hebben) getroffen
ciągnąć
Lernen beginnen
trekken - trok - trokken - (hebben) getrokken
wychodzić
Lernen beginnen
uitdoen - deed uit - deden uit - (hebben) uitgedaan
wystawać
Lernen beginnen
uitsteken - stak uit - staken uit - (hebben) uitgestoken
wyciągać
Lernen beginnen
uittrekken - trok uit - trokken uit - (hebben) uitgetrokken
spadać
Lernen beginnen
vallen - viel - vielen - (zijn) gevallen
żaglować aż statiem płynąć
Lernen beginnen
varen - voer - voeren - (hebben/zijn) gevaren
zakazać coś, zakaz czegoś
Lernen beginnen
verbieden - verbood - verboden - (hebben) verboden
zapomnieć
Lernen beginnen
vergeten - vergat - vergaten - (hebben/zijn) vergeten
Sprzedać
Lernen beginnen
verkopen - verkocht - verkochten - (hebben) verkocht
do stracenia, stracić
Lernen beginnen
verliezen - verloor - verloren - (hebben) verloren
zrozumieć,
Lernen beginnen
verstaan - verstond - verstonden - (hebben) verstaan
pozostawiać,
Lernen beginnen
vertrekken- vertrok - vertrokken - (zijn) vertrokken
zastąpić
Lernen beginnen
vervangen- verving - vervingen - (hebben) vervangen
odnaleźć
Lernen beginnen
vinden - vond - vonden - (hebben) gevonden
latać
Lernen beginnen
vliegen - vloog - vlogen - (hebben/ zijn) gevlogen
zapobiec,
Lernen beginnen
voorkomen - voorkwam - voorkwamen - (hebben) voorkomen
zapytać,
Lernen beginnen
vragen - vroeg - vroegen - (hebben) gevraagd
zamrażać,
Lernen beginnen
vriezen - het vroor - het heeft gevroren
umyć
Lernen beginnen
wassen - waste - wasten - (hebben) gewassen
ważyć,
Lernen beginnen
wegen - woog - wogen - (hebben) gewogen
wiedzieć,
Lernen beginnen
weten - wist - wisten - (hebben) geweten
wiedzieć,
Lernen beginnen
weten - wist - wisten - (hebben) geweten
wskazać
Lernen beginnen
wijzen - wees - wezen - (hebben) gewezen
chcieć
Lernen beginnen
willen - wou - wilde - wilden - (hebben) gewild
stać się, zostać
Lernen beginnen
worden - werd- werden- (zijn) geworden
powiedzmy - powiedział - powiedział - (mieć) powiedział
Lernen beginnen
zeggen - zei - zeiden - (hebben) gezegd
zobaczyć,
Lernen beginnen
zien - zag - zagen - (hebben) gezien
są - były - były - (nie) zostały
Lernen beginnen
zijn - was - waren - (zijn) geweest
śpiewać
Lernen beginnen
zingen - zong - zongen - (hebben) gezongen
siedzieć,
Lernen beginnen
zitten - zat - zaten - (hebben) gezeten
szukać
Lernen beginnen
zoeken - zocht - zochten - (hebben) gezocht
wola, woleć
Lernen beginnen
zullen - zou - zouden (nie ma czasu VTT)
pływać
Lernen beginnen
zwemmen - zwom - zwommen - (hebben/ zijn) gezwommen
Karteikarten erstellen
niderlandzki
Siehe ähnliche Fiche:
Vêtements
Styczeń
HEBBEN
ZIJN
bases
viande
vocab dutch 10/02/25
thema 4
Mots importants
Woordenlijst 4.5 dutch
Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.
×
Main
Der Fortschrittsbalken
Uhr
Erzwingen gute Antwort
Inhalt
Text
Beispieltext
Bilder
Aufnahmen
Aufnahmen beispiels
Aufnahmen nativen
Betonen Grammatik
Optionen Rezept
ignorieren:
Räume
nationalen Zeichen
Klammern
Zeichensetzung
empfindlich
kein Gegenstand des Artikels
vereint Verknüpfungen
bestellen
Fehler melden
Danke für den Hinweis :)
1
2
3
4
überprüfen
weiter
Ich bin direkt ↑
(
Tipp:
Durch Drücken
der Eingabetaste
hält die Antwort so
schlecht
Tip2:
zurück zu der Frage zu sehen, klicken Sie auf den Merkzettel )
Ich weiß nicht,
I
Antwort anzeigen
überprüfen
weiter
Ich bin direkt ↑
(
Tipp:
Durch Drücken
der Eingabetaste
hält die Antwort so
schlecht
Tip2:
zurück zu der Frage zu sehen, klicken Sie auf den Merkzettel )
Gut gemacht, gut Sie gehen :)
Der Schöpfer ist die Flashkarte MargoatelierPunkt
Klicken Sie auf Ihre eigenen Lernkarten erstellen :)
Wenn Sie bereit bevorzugen, versuchen Sie unsere professionelle Kurse.
Business English (deutsche Version) - HR
versuchen Sie es kostenlos
Business English (deutsche Version) - IT
versuchen Sie es kostenlos
Wiederholen Sie alle
Wiederholen schwieriger
Ende der Runde
1
Summe
Runde
I
Ich weiß nicht,
1
(
)
(
)
Nächste Runde
Wiederholen Sie, was Sie nicht wissen,
`
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
-
=
Deutsch
English
American English
Français
italiano
Nederlands, Vlaams
Norsk
język polski
português
русский язык
Svenska
español
українська мова
gjuha shqipe
العربية
euskara
български език
中文, 汉语, 漢語
dansk
Esperanto
eesti keel
føroyskt
suomen kieli
galego
ქართული
ελληνικά
עברית
हिन्दी, हिंदी
Bahasa Indonesia
Íslenska
日本語, にほんご
ייִדיש
ಕನ್ನಡ
Қазақша
català, valencià
한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語
hrvatski jezik
latine
latviešu valoda
lietuvių kalba
Lëtzebuergesch
bahasa Melayu, بهاس ملايو
Malti
македонски јазик
Papiamento
فارسی
Português brasileiro
rumantsch grischun
limba română
Gàidhlig
српски језик
slovenský jazyk
slovenski jezik
ไทย
český jazyk
Xitsonga
Setswana
Türkçe
magyar
اردو
Tiếng Việt
беларуская мова
isiXhosa
isiZulu
q
w
e
r
t
y
u
i
o
p
[
]
\
a
s
d
f
g
h
j
k
l
;
'
z
x
c
v
b
n
m
,
.
/
Ctrl + Alt
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
×
Wählen Sie die richtige Antwort
neuer Test
×
Entdecken Sie alle Paare in der kleinsten Anzahl von Zügen!
0
Treppe
Neues Spiel:
4x3
5x4
6x5
7x6
×
einloggen
einloggen
Einloggen
Anmelden oder E-Mail
Passwort
Einloggen
Passwort vergessen?
Sie haben noch kein Konto?
einloggen
einloggen
Erstellen Sie ein Konto
Starten Sie den Kurs als Geschenk :)
Kostenlos. Ohne Verpflichtungen. Kein Spam.
Ihre E-Mail-Adresse
Erstellen Sie ein Konto
Haben bereits ein Konto?
Ich akzeptiere die
Vorschriften
und
Datenschutzrichtlinie