Niderlandzki Fiszki 12

 0    31 Datenblatt    karoltabaka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Zjadłem kawior.
Lernen beginnen
Ik at kaviaar.
Na śniadanie zjedliśmy kanapki.
Lernen beginnen
We aten sandwichen als ontbijt.
Cząsteczka składa się z atomów.
Lernen beginnen
Een molecuul bestaat uit atomen.
Atmosfera składa się z tlenu.
Lernen beginnen
De atmosfeer bestaat uit zuurstof.
Wieczorem rodzina zjadła razem kolację.
Lernen beginnen
Het gezin at 's avonds samen.
Roel i Joyce jedli kiełbasę z musztardą i kiszoną kapustą.
Lernen beginnen
Roel en Joyce aten worst met mosterd en zuurkool.
Jestem zaszczycony, że słuchasz podczas pracy.
Lernen beginnen
Ik voel me vereerd, dat je tijdens het werk luistert.
Ta szuflada się zacina.
Lernen beginnen
Deze lade klemt.
Ona podróżowała po całym świecie.
Lernen beginnen
Ze reisde over heel de wereld.
Samochodem podróżowaliśmy po całym kraju.
Lernen beginnen
We reisden door het land met de auto.
Podróżowała pod pseudonimem.
Lernen beginnen
Ze reisde onder een schuilnaam.
Podróżowałem na własny koszt.
Lernen beginnen
Ik reisde op eigen kosten.
Podróżowałem przez trzy dni.
Lernen beginnen
Ik reisde drie dagen lang.
Podróżował łodzią.
Lernen beginnen
Hij reisde per boot.
Mieszkał tam całkiem sam.
Lernen beginnen
Hij woonde daar helemaal alleen.
Mieszkał w Londynie, gdy wybuchła wojna.
Lernen beginnen
Hij woonde in Londen toen de oorlog uitbrak.
Dom, w którym mieszkaliśmy, został zburzony.
Lernen beginnen
Het huis waar we vroeger in woonden werd afgebroken.
"Gdzie mieszkał/a Pan/i?" „Mieszkałem/am w Amsterdamie”.
Lernen beginnen
"Waar woonde u?" "Ik woonde in Amsterdam."
Chciałbym opłynąć świat dookoła.
Lernen beginnen
Ik zou graag rond de wereld zeilen.
Podnieś żagle!
Lernen beginnen
Hijs de zeilen!
Nie moglibyśmy żyć bez słońca.
Lernen beginnen
Zonder zon zouden we niet kunnen leven.
Myślę, że moglibyśmy zostać dobrymi przyjaciółmi.
Lernen beginnen
Ik denk dat wij goede vrienden zouden kunnen zijn.
Sądzę, że moglibyśmy to zrobić.
Lernen beginnen
Ik veronderstel dat we dat zouden kunnen doen.
Oto, co moglibyśmy zrobić.
Lernen beginnen
Dit is wat we zouden kunnen doen.
Lubię kuchnię azjatycką, zwłaszcza tajską.
Lernen beginnen
Ik hou van Aziatisch eten, vooral Thais.
Są Azjatami.
Lernen beginnen
Ze zijn Aziatisch.
Poszliśmy do azjatyckiego supermarketu.
Lernen beginnen
We gingen naar de Aziatische supermarkt.
Tom nie grał wczoraj w badmintona.
Lernen beginnen
Tom speelde gisteren geen badminton.
Całkowicie zapomniałem.
Lernen beginnen
Ik was het helemaal vergeten.
Wysocy gracze mają przewagę w koszykówce.
Lernen beginnen
Lange spelers hebben een voordeel in basketbal.
Nie lubię grać w koszykówkę.
Lernen beginnen
Ik speel niet graag basketbal.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.