→ PONS 1 Msc. L1a → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
popatrz! Lernen beginnen		kijk!
list Lernen beginnen		een brief
odczytać na głos Lernen beginnen		voorlezen
odczytam na głos Lernen beginnen		ik lees voor
czytać Lernen beginnen		lezen
być Lernen beginnen		zijn
pan Lernen beginnen		meneer
wtedy, potem, w takim razie Lernen beginnen		dan
proszę Lernen beginnen		alstublieft
bezpośrednio Lernen beginnen		direct
do Lernen beginnen		naar
to jest Lernen beginnen		het is
ważne Lernen beginnen		belangrijk
bardzo Lernen beginnen		heel
czekać na Lernen beginnen		wachten op
Co zrobisz? Lernen beginnen		Wat doe je?
robić Lernen beginnen		doen
pójdziesz? pojedziesz? Lernen beginnen		ga je?
iść, jechać Lernen beginnen		gaan
a ty? Lernen beginnen		en jij?
też, także Lernen beginnen		ook
zegar Lernen beginnen		de klok
Która jest godzina? Lernen beginnen		Hoe laat is het?
poniedziałek Lernen beginnen		maandag
wtorek Lernen beginnen		dinsdag
środa Lernen beginnen		woensdag
czwartek Lernen beginnen		donderdag
piątek Lernen beginnen		vrijdag
sobota Lernen beginnen		zaterdag
niedziela Lernen beginnen		zondag

PONS 1 msc. L1a