PONS 1 msc. L1b

0 16 Datenblatt pub21

Lernen beginnen

Frage		Antworten
widzisz? Lernen beginnen		zie jij?
widzieć Lernen beginnen		zijn
Co ona ma na sobie? Lernen beginnen		Wat heeft hij aan?
mieć coś na sobie Lernen beginnen		aanhebben
on nosi Lernen beginnen		hij draagt
nosić Lernen beginnen		dragen
niebieska kurtka Lernen beginnen		een blauwe jas
kapelusz Lernen beginnen		een hoed
stać Lernen beginnen		staan
on stoi tam Lernen beginnen		hij staat daar
miło Lernen beginnen		aangenaam
miło mi pana poznać Lernen beginnen		prettig met u kennis te maken
gdzieś Lernen beginnen		ergens
to jest dobry pomysł Lernen beginnen		dat is een goed idee
do widzenia Lernen beginnen		tot ziens
na razie! Lernen beginnen		tot straks!

holenderski