das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

rozwiązać Holländisch:

1. oplossen oplossen


Niemand kan dit probleem oplossen.
Zoudt ge het probleem kunnen oplossen?
En we weten dat de regering niet alle problemen kan oplossen.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
Iedereen kan dergelijk probleem oplossen.
Niemand van zijn studenten kon het vraagstuk oplossen.
Ik vond het probleem oplossen gemakkelijk.

Holländisch Wort "rozwiązać"(oplossen) tritt in Sätzen auf:

LES 4 Oefeningen - woordenschat part 2
kolokwium - 8/9 rozdział