1. oplossing
Ik kan geen andere oplossing bedenken.
Laat hem zelf een oplossing vinden.
Chirurgie is de beste oplossing.
De idee van een eenvoudige en geruststellende oplossing kwam op.
Ik ben zeker dat we een oplossing zullen vinden.
Ze bedacht een goede oplossing.
Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
Ik heb eindelijk de oplossing voor het probleem gevonden.
Uiteindelijk zijn we tot een definitieve oplossing geraakt.
Esperanto gebruiken om internationaal te communiceren is een oplossing om de taaldiversiteit te bewaren.
Dat is geen oplossing.
Ik heb een oplossing gevonden. Maar ik kwam er zo snel op dat het niet de correcte oplossing kan zijn.
Ze kende een mogelijke oplossing.
De oplossing was heel eenvoudig.
2. de oplossing
Holländisch Wort "rozwiązanie"(de oplossing) tritt in Sätzen auf:
8/4 Ik heb last van de buurmanGas water en elektriciteit