→ Zdania Rozdział 13 I 14 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
Gdzie Cię boli? Lernen beginnen		Waar heb je last van?
Co się dzieje? Lernen beginnen		Wat is er aan de hand?
Nie musisz pytać. Lernen beginnen		Je hoef je niet te vragen.
Tegen 8.00 Lernen beginnen		om een huur of 8:00
Tak się słyszy. Lernen beginnen		Hoor je wel eens.
Urodziłam się piątego. Lernen beginnen		Ik ben op de 5de geboren.
Zgubiłam klucze. Lernen beginnen		Ik ben mij sleutels kwijtgeraakt.
Jestem tym zdziwiony... Lernen beginnen		Ik ben er verbaasd over...
Dzieci, te które... Lernen beginnen		Kinderen vooral degenen die...
Czy masz rezerwację? Lernen beginnen		Hebt u gereserveerd?
Jesteśmy we trójkę. Lernen beginnen		We z’n tweeën / drieën / vieren...
Czy coś wybrałeś? Lernen beginnen		Hebt u al een keuze gemaakt?
Smakowało? Lernen beginnen		Heeft het u gesmaakt?
Mógł Pan to wcześniej powiedzieć. Lernen beginnen		Had u dat maar eerder gezegd!
Czy mogę prosić menu? Lernen beginnen		Mag ik de kaart even hebben?
Nie lubię tego. Lernen beginnen		Dat lust ik niet. (LUSTEN nie stosujemy do ludzi!)
Lubię tego. Lernen beginnen		Dat lust ik graag.
Smakuje mi. Lernen beginnen		Lijkt me lekker!
Poproszę... Lernen beginnen		Voor mij graag...
Czy kiedykolwiek tego próbowałeś? Lernen beginnen		Hebt u dat wel eens geprobeerd?
Ale jestem zmęczony Lernen beginnen		Ben ik moe.
Ale mi zimno. Lernen beginnen		Wat heb ik het koud!
Ale jestem głodna. Lernen beginnen		Ik heb er toch een honger!
Ale się nudzę! Lernen beginnen		Ik verveel me zo!
Ale gorąco! Lernen beginnen		Wat is het warm, zeg!

Zdania rozdział 13 i 14