→ Les 9 - Een Werkdag → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
pielęgniarka, pielęgniarz Lernen beginnen		de verpleegkundige
pielęgniarka Lernen beginnen		de verpleegster
zwyczaj, nawyk Lernen beginnen		de gewoonte
dyżur, służba, usługa Lernen beginnen		de dienst
nocny dyżur Lernen beginnen		late dienst
wczesny dyżur, poranny Lernen beginnen		vroege dienst
dział, oddział Lernen beginnen		de afdeling
pod kierownictwem Lernen beginnen		onder leiding
siostra Lernen beginnen		de zuster
szef, kierownik działu Lernen beginnen		het hoofd van de afdeling
personel Lernen beginnen		het personeel
narada, odprawa Lernen beginnen		de werkbespreking
pacjenci Lernen beginnen		de patiënten
uwaga Lernen beginnen		de aandacht
opieka Lernen beginnen		de verzorging
lekarstwa Lernen beginnen		de medicijnen
lekarstwo Lernen beginnen		het medicijn
obchód, runda po oddziale Lernen beginnen		een ronde over de afdeling
niańczyć, opiekować się Lernen beginnen		verzorgen
udawać się Lernen beginnen		lukken
niestety Lernen beginnen		helaas
niestety nie zawsze się to udaje Lernen beginnen		helaas lukt dat niet altijd
roznosić Lernen beginnen		rondbrengen
odpoczywać Lernen beginnen		uitrusten
niektórzy Lernen beginnen		sommige
przyjmować wizyty (od) Lernen beginnen		bezoek krijgen (van)
w końcu, ostatecznie Lernen beginnen		tenslotte Tenslotte komt een groep andere collega's.
zmienić, zastąpić Lernen beginnen		aflossen
siostra oddziałowa Lernen beginnen		de hoofdzuster
pacjent Lernen beginnen		de patiënt
o godzinie ósmej Lernen beginnen		om acht uur
przed godziną dziewiątą Lernen beginnen		voor negen uur
po przerwie Lernen beginnen		na de pauze
do wpół do szóstej Lernen beginnen		tot half zes
od ósmej godziny do jedenastej godziny Lernen beginnen		van acht uur tot elf uur
między 14:30 a 15:30 Lernen beginnen		tussen half drie en half vier
koło południa, w okolicach południa Lernen beginnen		tussen de middag
czas lunchu Lernen beginnen		lunchtijd
w poniedziałek Lernen beginnen		op maandag
we wtorek Lernen beginnen		op dinsdag
w środę Lernen beginnen		op woensdag
w czwartek Lernen beginnen		op donderdag
w piątek Lernen beginnen		op vrijdag
w sobotę Lernen beginnen		op zaterdag
w niedzielę Lernen beginnen		op zondag
dwunastego grudnia Lernen beginnen		op twaalf december
do piątku Mam nocny dyżur do piątku. Lernen beginnen		tot vrijdag Ik heb tot vrijdag nachtdienst
od poniedziałku do soboty włącznie Sklepy są otwarte od poniedziałku do soboty włącznie. Lernen beginnen		van maandag tot en met zaterdag De winkels zijn van maandag tot en met zaterdag open
w zimie Lernen beginnen		in de winter
w lecie Lernen beginnen		in de zomer
jesienią Lernen beginnen		in de herfst
wiosną Lernen beginnen		in het voorjaar
w weekend Lernen beginnen		in het weekend
za tydzień Lernen beginnen		over een week
za dwa miesiące Lernen beginnen		over twee maanden
czasami, kiedykolwiek Lernen beginnen		weleens
nigdy Lernen beginnen		nooit
czasami Lernen beginnen		soms
od czasu do czasu Lernen beginnen		af en toe
regularnie Lernen beginnen		regelmatig
często Lernen beginnen		vaak
przeważnie, zazwyczaj Lernen beginnen		meestal
zawsze Lernen beginnen		altijd
najpierw Lernen beginnen		eerst Eerst nemen de verpleegsters een kopje koffie.
potem, później Lernen beginnen		dan Dan hebben ze een werkbespreking.
potem, następnie Lernen beginnen		daarna Daarna gaan ze de eerste ronde doen.

les 9 - Een werkdag

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr