Pools

 0    301 Datenblatt    Carbol
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
ik
Lernen beginnen
ja
jullie
Lernen beginnen
Państwo
jij
Lernen beginnen
ty
zij
Lernen beginnen
oni
waarom
Lernen beginnen
dlaczego
langs
Lernen beginnen
przez
hier
Lernen beginnen
tutaj
willen
Lernen beginnen
chcieć
nooit
Lernen beginnen
nigdy
om te
Lernen beginnen
żeby
ook
Lernen beginnen
też
wie
Lernen beginnen
kto
echt
Lernen beginnen
naprawdę
sorry
Lernen beginnen
przepraszam
omdat
Lernen beginnen
ponieważ
wij hebben
Lernen beginnen
mamy
alles oké
Lernen beginnen
wszystko w porządku
goed
Lernen beginnen
dobry
huis
Lernen beginnen
dom
ik moet
Lernen beginnen
muszę
zelfs
Lernen beginnen
nawet
vast
Lernen beginnen
chyba
Jesteś chyba bardzo zmęczony.
Je bent vast erg moe
geven
Lernen beginnen
dać
weer
Lernen beginnen
pogoda
tenzij
Lernen beginnen
chyba że
gewoon
Lernen beginnen
właśnie
waarheid
Lernen beginnen
prawda
doen
Lernen beginnen
zrobić
altijd
Lernen beginnen
zawsze
een beetje
Lernen beginnen
trochę
zonder
Lernen beginnen
bez
verder
Lernen beginnen
dalej
maar
Lernen beginnen
ale
schrijven
Lernen beginnen
napisać
leren
Lernen beginnen
uczyć się
iemand
Lernen beginnen
ktoś
tijd
Lernen beginnen
czas
vertellen
Lernen beginnen
powiedzieć
leven
Lernen beginnen
życie
zelfstandig naamwoord
alleen
Lernen beginnen
sam
ik ben alleen
samen
Lernen beginnen
razem
God
Lernen beginnen
Bóg
of
Lernen beginnen
lub / albo
dag
Lernen beginnen
dzień
mensen
Lernen beginnen
ludzie
voor
Lernen beginnen
przed
voor het huis
dan
Lernen beginnen
niż
groter dan...
ding
Lernen beginnen
rzecz
natuurlijk
Lernen beginnen
oczywiście
niemand
Lernen beginnen
nikt
vandaar
Lernen beginnen
stąd
vandaag
Lernen beginnen
dziś / dzisiaj
vervolgens
Lernen beginnen
wtedy
zodanig
Lernen beginnen
taki
onder
Lernen beginnen
pod
geleden
Lernen beginnen
temu
zeker
Lernen beginnen
pewnie
nou
nou, blijkbaar hebben wij een lek.
Lernen beginnen
cóż
No cóż, najwyraźniej mamy przeciek.
alle
Lernen beginnen
wszystkie
groot
Lernen beginnen
duży
veel
Lernen beginnen
dużo
hebben
Lernen beginnen
mieć
hoeveel
Lernen beginnen
ile
daarna
Lernen beginnen
potem
kind
Lernen beginnen
dziecko
omdat
Lernen beginnen
dlatego
hele
Lernen beginnen
cały
waar vandaan
Lernen beginnen
skąd
snel
Lernen beginnen
szybko
liefste
Lernen beginnen
kochanie
oud
Lernen beginnen
stary
plaats
Lernen beginnen
miejsce
gedachten
Lernen beginnen
myśli
duidelijk
Lernen beginnen
jasne
spoedig
Lernen beginnen
zaraz
helpen
Lernen beginnen
pomóc
kom op
Lernen beginnen
przestań
kaal
Lernen beginnen
łysy
hoog
Lernen beginnen
wysoki
licht
Lernen beginnen
światło
hoofd
Lernen beginnen
głowa
brood
Lernen beginnen
chleb
afdeling
Lernen beginnen
dział
vertrouwen
Lernen beginnen
zaufanie
opgewonden
Lernen beginnen
podniecony
nek
Lernen beginnen
szyja
broek
Lernen beginnen
spodnie
leeftijd
Lernen beginnen
wiek
neus
Lernen beginnen
nos
been
Lernen beginnen
noga
maag
Lernen beginnen
żołądek
baard
Lernen beginnen
broda
elleboog
Lernen beginnen
łokieć
mond
Lernen beginnen
usta
het spijt me
Lernen beginnen
przykro mi
weten
Lernen beginnen
wiedzieć
vader
Lernen beginnen
ojciec
hand
Lernen beginnen
ręka
gezicht
Lernen beginnen
twarz
broer
Lernen beginnen
brat
zien
Lernen beginnen
zobaczyć
noch
Lernen beginnen
ani
lang
Lernen beginnen
długo
zoveel
Lernen beginnen
tyle
manier
Lernen beginnen
sposób
eenmaal / eens
Lernen beginnen
kiedyś
koud
Lernen beginnen
zimno
voor
(van tijd)
Je hoeft niet alles te kennen voor je begint.
Lernen beginnen
zanim
Nie musisz wiedzieć wszystkiego zanim zaczniesz.
goedkoop
Lernen beginnen
tani
geloven
Lernen beginnen
uwierzyć
knap
Lernen beginnen
przystojny
werk
Lernen beginnen
praca
uitstekend
Lernen beginnen
świetnie
totdat
Lernen beginnen
opnieuw
Lernen beginnen
znowu
ik zeg
Lernen beginnen
powiem
kijk!
Lernen beginnen
spójrz
gebeurtenis
Lernen beginnen
razie
eerste
Lernen beginnen
pierwszy
einde
Lernen beginnen
koniec
tenslotte
Nederland is tenslotte een van de oprichters van de EU
Lernen beginnen
przecież
Holandia jest przecież jednym z członków założycieli UE.
omhoog
Lernen beginnen
w górę
begin
Lernen beginnen
początek
meisje
Lernen beginnen
dziewczynka
krant
Lernen beginnen
gazeta
plezier
Lernen beginnen
przyjemność
ontrouw
Lernen beginnen
niewierność
man / mens
Lernen beginnen
człowiek
nadenkend
Lernen beginnen
zamyślony
hamer
Lernen beginnen
młotek
motorfiets
Lernen beginnen
motocykl
slak
Lernen beginnen
ślimak
ik zei:
Lernen beginnen
powiedziałem
blijven
Lernen beginnen
zostać
nog steeds
Toen ik mijn ogen opende, hoorde ik nog steeds muziek.
Lernen beginnen
wciąż
Kiedy otworzyłem oczy wciąż słyszałem muzykę.
buit
Lernen beginnen
łup
zo meteen
Lernen beginnen
za chwilę
doden
Lernen beginnen
zabić
geen enkele
Lernen beginnen
żadnych
voortdurend
Hij praat voortdurend over wereldvrede.
Lernen beginnen
ciągle
On ciągle mówi o światowym pokoju.
Wapen
Lernen beginnen
broń
genezen
Lernen beginnen
uzdrowić
onderzoek
Lernen beginnen
Badania
schoonmaakster
Lernen beginnen
sprzątaczka
geeuwen
Lernen beginnen
ziewać
oog
Lernen beginnen
oko
neem!
Lernen beginnen
weź
genoeg
Wij hadden genoeg problemen met mensenrechten.
Lernen beginnen
dość
Mieliśmy dość problemów z prawami człowieka.
idee
Lernen beginnen
pomysł
reden
Lernen beginnen
powód
echter
Lernen beginnen
jednak
voldoende
Lernen beginnen
wystarczający
waar naartoe
Lernen beginnen
dokąd
voelen
Lernen beginnen
czuć
ver
Lernen beginnen
daleko
hel
Lernen beginnen
diabla
dood
Lernen beginnen
śmierć
gedurende
Lernen beginnen
podczas
ernstig
Hij nam zijn werk iets te serieus.
Lernen beginnen
poważnie
Potraktował fuchę trochę zbyt poważnie.
te
Lernen beginnen
zbyt
aangezien / als
Dat is waarschijnlijk onze beste kans, aangezien je de koper hebt vermoord.
Lernen beginnen
skoro
To chyba najlepsze wyjście skoro zabiłes kupca.
hart
Lernen beginnen
serca
zorgen
Lernen beginnen
martw
bakken
Lernen beginnen
piec
onmiddellijk
Lernen beginnen
natychmiast
wat dan ook
Lernen beginnen
cokolwiek
helemaal niet
Lernen beginnen
wcale nie
ontbijt
Lernen beginnen
śniadanie
verwachten
Lernen beginnen
oczekiwać
alleen
Lernen beginnen
dopiero
aarde
Lernen beginnen
ziemia
zin
Lernen beginnen
zdanie
eten
Lernen beginnen
jedzenie
krijgen
Lernen beginnen
dostać
ontmoeten
Lernen beginnen
poznać
woord
Lernen beginnen
słowo
stront
Lernen beginnen
gówno
dichtbij
Lernen beginnen
blisko
pensioen
Lernen beginnen
emerytura
lukken
Het wordt krap, maar het zal wel lukken.
Lernen beginnen
udać
Będzie tu ciasno, ale może się udać.
beneden
Lernen beginnen
w dół
toch
We zouden haar toch niet moeten behandelen.
Lernen beginnen
w ogóle
Nie powinniśmy jej w ogóle leczyć.
tegen
Wij stemmen tegen het rapport.
Lernen beginnen
przeciwko
Głosowamy przeciwko sprawozdaniu.
overeenkomen
Lernen beginnen
zgadzać się
druk
Lernen beginnen
ciśnienie
voordeel
Lernen beginnen
korzyść
het klinkt
Het klinkt niet natuurlijk als ik scheld.
Lernen beginnen
brzmi
Nie brzmi naturalnie, gdy przeklinam.
vloeken
Lernen beginnen
przeklinać
nogal
Lernen beginnen
raczej
lichaam
Lernen beginnen
ciało
gezicht
Lernen beginnen
twarz
bericht
Lernen beginnen
wiadomość
invoer / input
Lernen beginnen
wejść
hoewel
Lernen beginnen
chociaż
kip
Lernen beginnen
kurczak
saai
Lernen beginnen
nudny
eerlijk
Lernen beginnen
uczciwy
ambitieus
Lernen beginnen
ambitny
spraakzaam
Lernen beginnen
rozmowny
nationaliteit
Lernen beginnen
narodowość
ongeduldig
Lernen beginnen
niecierpliwy
verlegen
Lernen beginnen
nieśmiały
sociaal
Lernen beginnen
społeczny
verantwoordelijk
Lernen beginnen
odpowiedzialny
beleefd
Lernen beginnen
grzeczny
gevoelig
Lernen beginnen
wrażliwy
vrolijk
Lernen beginnen
wesoły
bescheiden
Lernen beginnen
skromny
betrouwbaar
Lernen beginnen
niezawodny
stil
Lernen beginnen
cichy
oneerlijk
Lernen beginnen
niesprawiedliwe
ongeval
Lernen beginnen
wypadek
gekruld
Lernen beginnen
kędzierzawy
bloed
Lernen beginnen
krew
overal
Lernen beginnen
wszędzie
meer dan
Lernen beginnen
ponad
overhemd
Lernen beginnen
koszula
rok
Lernen beginnen
spódnica
neef
zoon van zus
Lernen beginnen
siostrzeniec
vriend
Lernen beginnen
przyjaciel
geen enkele
Lernen beginnen
żaden
wedstrijd
Lernen beginnen
konkurs
oom
Lernen beginnen
wujek
nicht
dochter van zus
Lernen beginnen
siostrzenica
dom
Lernen beginnen
głupi
kerel, gast
Lernen beginnen
koleś
onmogelijk
Lernen beginnen
niemożliwy
lang geleden
Lernen beginnen
dawno
kat
Lernen beginnen
kot
hond
Lernen beginnen
pies
mooi
Lernen beginnen
piękny
vriendschappelijk
Lernen beginnen
przyjazny
plotseling
Lernen beginnen
nagle
hoewel
Lernen beginnen
choć
lelijk
Lernen beginnen
brzydki
vertrekken
Lernen beginnen
odejść
eeuw
Lernen beginnen
wiek
gemeenschappelijk
Lernen beginnen
wspólnego
dochter
Lernen beginnen
córka
meerendeel
Lernen beginnen
większość
weldra
Lernen beginnen
niedługo
enkel, alleen maar
Lernen beginnen
jedynie
sterven
Lernen beginnen
umrzeć
bestaan
Lernen beginnen
istnieć
haten
Lernen beginnen
nienawidzić
jong
Lernen beginnen
młody
proeven
Lernen beginnen
spróbować
gewoonlijk
Lernen beginnen
zwykle
dragen
Lernen beginnen
nosić
nemen
Lernen beginnen
wziąć
daarom, dus
Een verlaging van de dosis is dus noodzakelijk.
Lernen beginnen
zatem
Konieczne może być zatem zmniejszenie dawki.
dosis
Lernen beginnen
dawka
reductie
Lernen beginnen
zmniejszenie
achterste
Lernen beginnen
tyłek
bed
Lernen beginnen
łóżka
eland
Lernen beginnen
łoś
bril
Lernen beginnen
okulary
dromen
Lernen beginnen
sen
ondanks
Lernen beginnen
mimo
gevecht
Lernen beginnen
walka
de bedoeling hebben om
Lernen beginnen
mieć zamiar
meer dan genoeg
(plenty)
Lernen beginnen
mnóstwo
grappig
Lernen beginnen
śmieszny
schip
Lernen beginnen
statek
voorzichtig
Lernen beginnen
ostrożny
terwijl
Lernen beginnen
póki
toekomst
Lernen beginnen
przyszłość
verleden
Lernen beginnen
przeszłość
type
Lernen beginnen
rodzaj
buitengewoon
Lernen beginnen
niesamowity
hoogte
Lernen beginnen
wysokość
tuin
Lernen beginnen
ogród
ei
Lernen beginnen
jajko
bruiloft
Lernen beginnen
ślub
wiel
Lernen beginnen
koło
kussen
Lernen beginnen
poduszka
bevel
Lernen beginnen
rozkaz
slaapkamer
Lernen beginnen
sypialnia
kleren
Lernen beginnen
odzież
ziek
Lernen beginnen
chory
stuk
Lernen beginnen
kawałek
brand, vuur
Lernen beginnen
ognia
kont
Lernen beginnen
dupa
zon
Lernen beginnen
słońce
teken
Lernen beginnen
znak
gevangenis
Lernen beginnen
więzienia
gedownload
Lernen beginnen
pobrane
veronderstelling
Lernen beginnen
założenie
onbekend
Lernen beginnen
wiadomo
kracht
Lernen beginnen
moc
pijnstiller
Lernen beginnen
środek przeciwbólowy
bedreigen
Lernen beginnen
grozić
prachtig
Lernen beginnen
cudowny
naar verluidt
Lernen beginnen
podobno
het lijkt te zijn
Lernen beginnen
zdaje się być
regel
Lernen beginnen
zasada
vergeten
Lernen beginnen
zapomnieć
ik probeer
Lernen beginnen
staram
schuld
Lernen beginnen
dług
bewijzen
Lernen beginnen
dowód
rechtbank
Lernen beginnen
sądzie

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.