das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

kino Holländisch:

1. de bioscoop de bioscoop


Heb je zin om naar de bioscoop te gaan?

Holländisch Wort "kino"(de bioscoop) tritt in Sätzen auf:

Miejsca, aktywności, przedmioty
Boom, de opmaat, thema 1
Niderlandzki moduly

2. bioscoop bioscoop


Ga je naar de bioscoop?
Ik zou liever alleen naar de bioscoop gaan dan samen met Bob.
Is er hier een bioscoop in de buurt?
Wat doe je liever: naar de bioscoop gaan of thuisblijven?
Voor enkele dagen is ze naar de bioscoop geweest.

Holländisch Wort "kino"(bioscoop) tritt in Sätzen auf:

od rozrywki do jedzenia