→ Welkom (1) - Czytanka → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
welkom (in) Lernen beginnen		welcome (to)
goedemorgen Lernen beginnen		good morning
allemaal Lernen beginnen		altogether
de cursus Lernen beginnen		the course
de Lernen beginnen		the
Nederlands Lernen beginnen		Dutch
ik Lernen beginnen		I
ben (zijn) Lernen beginnen		am
en Lernen beginnen		and
jullie Lernen beginnen		your (plural)
de docent Lernen beginnen		the teacher
docenten (docent) Lernen beginnen		teachers (teacher)
jullie Lernen beginnen		you (plural)
hebben Lernen beginnen		have
twee Lernen beginnen		two
andere Lernen beginnen		other
is (zijn) Lernen beginnen		is
hij Lernen beginnen		he
geeft les (lesgeven) Lernen beginnen		teaches
dagen (de dag) Lernen beginnen		days
drie Lernen beginnen		three
we Lernen beginnen		we
beginnen/ begin/ begon/ begonen/ h/z begonnen Lernen beginnen		begin/ start
met Lernen beginnen		with
kennismaken Lernen beginnen		acquainted/ get to know
wie Lernen beginnen		Who
ben (zijn) Lernen beginnen		are
wat Lernen beginnen		what
jouw / je/ jij Lernen beginnen		you
de naam Lernen beginnen		the name
mijn Lernen beginnen		my
dag Lernen beginnen		day
je Lernen beginnen		your
de voornaam Lernen beginnen		the first name
de achternaam Lernen beginnen		the surname
uit Lernen beginnen		from
welk Lernen beginnen		which
het land Lernen beginnen		the country
Engeland Lernen beginnen		England
kom (komen) Lernen beginnen		come
de buurman Lernen beginnen		the Neighbour
van Lernen beginnen		of
hoe Lernen beginnen		how
hoe heet jij? Lernen beginnen		what's your name?
heet (heten) Lernen beginnen		is called
waar... vandaan Lernen beginnen		where... from
waar Lernen beginnen		where
China Lernen beginnen		China
woon (wonen) Lernen beginnen		live
nu Lernen beginnen		now
het adres Lernen beginnen		the address
het nummer Lernen beginnen		the number
nee Lernen beginnen		No
de postcode Lernen beginnen		Postal code
u Lernen beginnen		you
mevrouw Lernen beginnen		Mrs./Ms.
woont (wonen) Lernen beginnen		live
ook Lernen beginnen		also
in Lernen beginnen		in
zeggen/ zeg/ zei/ zeinen (zegde/zegden)/ h gezegd Lernen beginnen		say/ call
maar Lernen beginnen		but/ just
hoor Lernen beginnen		(for emphasis, usually not translated)
ja Lernen beginnen		Yes
hier Lernen beginnen		here
al Lernen beginnen		already
twintig Lernen beginnen		twenty
het jaar Lernen beginnen		the year
gaan verder (verdergaan) Lernen beginnen		go on/ continue
de les Lernen beginnen		the lesson
heeft (hebben) Lernen beginnen		has
iedereen Lernen beginnen		everybody
het boek Lernen beginnen		the book
het Lernen beginnen		the
de cd Lernen beginnen		the CD
de tekst Lernen beginnen		the text
één Lernen beginnen		one
op Lernen beginnen		on
de bladzijde Lernen beginnen		the page
acht Lernen beginnen		eight
luisteren Lernen beginnen		listen
naar Lernen beginnen		to
stoppen Lernen beginnen		stop
even Lernen beginnen		for a moment
het is Lernen beginnen		it is
de pauze Lernen beginnen		the break
tot straks Lernen beginnen		see you later
straks Lernen beginnen		later/ soon

Welkom (1) - Czytanka

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr